ECLI:NL:RBNHO:2024:11223
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake Wet open overheid
Op 1 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker, wonende in Santpoort-Noord, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen. Verzoeker had een verzoek om informatie ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo), welke door het college op 12 september 2024 was afgewezen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat de afwijzing onterecht was en dat er een spoedeisend belang bestond bij openbaarmaking van de gevraagde informatie.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van een voldoende spoedeisend belang. Volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een voorlopige voorziening alleen worden getroffen als er onverwijlde spoed vereist is. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat verzoeker niet had aangetoond dat er onomkeerbare gevolgen zouden optreden als de informatie niet onmiddellijk werd openbaar gemaakt. Bovendien was er geen evident onrechtmatig besluit van het college vastgesteld.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen. In dit geval was er onvoldoende bewijs dat het maatschappelijke belang bij openbaarmaking zo tijdgevoelig was dat de bodemprocedure niet kon worden afgewacht. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.