In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, vertegenwoordigd door mr. E.C.C.M. Bootsman en mr. F.B. Mahabali, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De passagiers, die op 29 mei 2023 van Amsterdam naar Vancouver via Frankfurt moesten vliegen, hebben hun aansluitende vlucht gemist door een vertraging van meer dan drie uur van de eerste vlucht. De vervoerder stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat zij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder onvoldoende had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te beperken. De vervoerder had de passagiers pas de volgende dag omgeboekt naar een alternatieve vlucht, wat niet als een redelijke maatregel werd beschouwd. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 1.800,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.