ECLI:NL:RBNHO:2024:11209

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
11092992 BZ VERZ 24-2704
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na tekortkomingen van bewindvoerder in de zorg voor betrokkene

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende de aansprakelijkheid van een bewindvoerder. De zaak betreft KBI Hoorn B.V., die als nieuwe bewindvoerder is aangesteld na het ontslag van Kiaro Beheer & Organizing. KBI heeft de eindrekening en verantwoording van Kiaro niet ondertekend en heeft een verzoek tot schadevergoeding ingediend, omdat Kiaro volgens KBI toerekenbaar tekortgeschoten is in zijn zorgplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat Kiaro niet heeft gereageerd op de vragen van KBI en niet is verschenen op de zitting. KBI heeft concreet en onderbouwd aangegeven dat er schade is geleden door misgelopen inkomsten, onterechte betalingen en extra werkzaamheden die KBI heeft moeten verrichten om het dossier op orde te krijgen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Kiaro tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder en heeft het verzoek om schadevergoeding toegewezen. Kiaro is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 7.694,00 aan [betrokkene].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11092992 BZ VERZ 24-2704 sc
Uitspraakdatum: 28 oktober 2024
BM nummer: 26312
Beschikking op een klacht tegen de voormalig bewindvoerder
in de zaak van:
KBI Hoorn B.V.,
gevestigd te Hoorn,
hierna ook te noemen: KBI,
in het bewind van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: [betrokkene] ,
tegen:
Kiaro Beheer & Organizing,
gevestigd te Sprang-Capelle,
hierna ook te noemen: Kiaro.

1.procedure

1.1.
Op 13 januari 2024 is ter griffie de eindrekening en verantwoording met bijlagen van Kiaro ontvangen over de periode van 1 januari 2022 tot 2 augustus 2023.
1.2.
Op 20 februari 2024 is ter griffie een reactie van KBI op de eindrekening en verantwoording ontvangen.
1.3.
De zaak is behandeld op de terechtzitting van 10 juni 2024. De griffier heeft
aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.
1.4.
Hierna is de brief van KBI van 22 juli 2024 ter griffie ontvangen.

2.uitgangspunten

2.1.
Bij beschikking van de kantonrechter van 15 februari 2016 is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan [betrokkene] op grond van het hebben van problematische schulden, met benoeming van Kiaro tot bewindvoerder.
2.2.
Bij beschikking van de kantonrechter van 20 juli 2023 is Kiaro ontslagen en is KBI benoemd tot bewindvoerder van [betrokkene] .

3.het standpunt van KBI

3.1.
KBI heeft de eindrekening en verantwoording van Kiaro niet voor akkoord ondertekend omdat KBI zich afvraagt:
a waarom bij ‘overige inkomsten’ de inkomsten van de ex-partner van [betrokkene] staan vermeld van € 10.219,83 terwijl [betrokkene] vanaf 19 januari 2022 alleen woont en haar ex-partner korte tijd -van maart 2022 tot en met april 2022- bij haar ingeschreven heeft gestaan. Het dossier zou per 10 oktober 2019 gesplitst zijn en het bewind over de goederen van haar ex-partner is na de scheiding overgenomen door Mando Bewind;
b waar de tegemoetkoming van Mando Bewind van € 453,50 voor is;
c waarom de bijzondere bijstand is toegekend vanaf 27 april 2022 terwijl de verhuizing al van januari 2022 is;
d waarom Kiaro geen kwijtschelding heeft gevraagd voor gemeentebelasting en waterschapsbelasting maar deze bedragen heeft vermeld op de schuldenlijst;
e waarom op de schuldenlijst een schuld aan Zilveren Kruis/Agis staat waarvoor een betalingsregeling was, terwijl deze vordering van de ex-partner van [betrokkene] is;
f waarom Kiaro geen aanpassing van de beslagvrije voet heeft gevraagd, nu KBI aan de hand van de ontvangen uitkeringen heeft geconstateerd dat er te veel is ingehouden door beslagleggers;
g waarom Kiaro geen betalingsregeling had getroffen voor de zorgverzekering zodat op de uitkering geen bestuursrechtelijke premie had hoeven te worden ingehouden;
h waarom geldbedragen zijn gestort van de privérekening van de bewindvoerder om [betrokkene] in leefgeld te voorzien, en waarom een deel van deze bedragen vervolgens werd teruggestort op de zakelijke rekening van Kiaro;
i waarom er voor schulden ontstaan tijdens bewind geen beroep is gedaan op het register voor nietigverklaring;
j waarom nooit beroep is gedaan op verjaring van schulden;
k waarom de uitkering pas na zes maanden op het nieuwe adres is toegekend waardoor zes maanden uitkering is misgelopen (er staat bij ontvangen uitkering € 22.434 maar er is vanaf juni 2022 een inkomen en de uitkering is totaal € 12.929);
l waarom Kiaro gestorneerde betalingen en andere bedragen van in totaal ruim
€ 11.483 niet heeft genoteerd op de staat van inkomsten.
3.2.
Kiaro heeft hierop niet gereageerd.
3.3.
Kiaro is niet op de zitting van 10 juni 2022 te 14.30 uur verschenen om op de vragen te antwoorden. Kiaro heeft op 10 juni 2024 in de ochtend uitstel verzocht wegens gezondheidsredenen. De kantonrechter heeft dit uitstelverzoek niet gehonoreerd. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak aangehouden om KBI in de gelegenheid te stellen om concreet te maken wat de omvang van de schade is voor [betrokkene] .
3.4.
KBI heeft hieraan voldaan door middel van haar brief van 22 juli 2024. KBI vraagt om de volgende bedragen terug te vorderen bij Kiaro:
3.4.1. € 4.563,32
€ 4.563,32aan gemiste uitkering. [betrokkene] woont vanaf 19 januari 2022 in [woonplaats] en de eerst ontvangen uitkering is van 1 juni 2022. KBI claimt de uitkering van januari 2022 van € 414,84 en de maanden februari, maart, april en mei 2022 à € 1.037,12 per maand.
KBI licht nog toe dat het bedrag van € 22.534,00 bij ‘uitkering’ op de eindrekening en verantwoording bestond uit de storting van de uitkering na 1 juni 2022 én alle storneringen, waardoor het inkomen aanvankelijk hoger leek dan dat het daadwerkelijk was;
3.4.2. € 649,76
€ 649,76aan gemiste bijzondere bijstand voor de maandelijkse kosten van de bewindvoering. De verhuizing is van 19 januari 2022 en de toekenning van de bijzondere bijstand loopt vanaf 27 april 2022. Omdat Kiaro dit te laat heeft aangevraagd claimt KBI 4 maanden à € 164,44;
3.4.3. € 93,90
€ 93,90aan extra werkzaamheden. Op de schuldenlijst stonden de volgende twee vorderingen: aanslag gemeentebelasting 2023 van € 632,80 en waterschapsbelasting van € 237,62. KBI heeft deze alsnog laten kwijtschelden en claimt één extra uur omdat dit buiten haar normale werkzaamheden viel;
3.4.4. € 281,70
€ 281,70aan extra werkzaamheden. Op de schuldenlijst stonden schulden van de ex-partner, vorderingen waar geen beroep op het CBR is gedaan en schulden die verjaard waren. KBI heeft hierdoor extra werk gehad aan de aanmelding schuldhulpverlening en claimt drie extra uren;
3.4.5. € 770,53
€ 770,53aan niet-terechte betalingen. De schuld van Zilveren Kruis bij Agis is in de periode van de rekening en verantwoording verlaagd door het voldoen van een betalingsregeling. Deze schuld is echter niet van [betrokkene] maar van haar ex-partner. Totaal betaalde [betrokkene] in deze periode € 242,53 aan de schuld van haar ex-partner. Ook is [betrokkene] niet afgemeld als wanbetaler en betaalde de bestuursrechtelijke premie inclusief boete. Als de betalingsregeling gewoon op de Zilveren Kruisschuld van [betrokkene] was geboekt, dan was ze afgemeld als wanbetaler. Nu heeft [betrokkene]
€ 528,00 (8 x € 66,00) aan extra kosten betaald. KBI claimt deze twee bedragen;
3.4.6. € 384,00
€ 384,00aan teveel afgedragen loonbeslag. Er is geen aanpassing gedaan van de beslagvrije voet in de periode van juli 2022 (een maand na de start van de uitkering) tot augustus 2023 (bij de overdracht van het dossier). KBI heeft uitgezocht dat er minimaal 12 x € 32,00 te veel is ingehouden;
3.4.7. € 950,79
€ 950,79aan 10 extra uren en gemaakte reiskosten door KBI. KBI heeft extra werkzaamheden verricht om het dossier op orde te krijgen en die buiten de normale werkzaamheden vallen en claimt:
 2 extra uren voor het beoordelen en uitzoeken van de eindrekening en verantwoording;
 2 extra uren voor het verschijnen op de zitting in Alkmaar en een kilometervergoeding van 56 km à € 0,21 = € 11,79;
 4 extra uren voor het vaststellen van de schade en het opstellen van de brief en
 2 extra uren voor diverse andere werkzaamheden waaronder veelvuldig contact met [betrokkene] om vertrouwen terug te winnen.
3.5.
KBI stelt dat de overige onder 3.1. genoemde vragen/opmerkingen/slordigheden geen schade tot gevolg hebben.
3.6.
Concluderend stelt KBI dat er kritische kanttekeningen bij de eindrekening en verantwoording moeten worden geplaatst en dat een schadevergoeding op zijn plaats is.
3.7.
Kiaro is in de gelegenheid gesteld om op het verzoek om schadevergoeding te reageren bij brief van de griffier van 29 juli 2024. De griffier heeft een herinnering gestuurd op 27 augustus 2024. Van Kiaro is geen schriftelijke reactie ontvangen.

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 1:445 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) legt de bewindvoerder aan het einde van zijn taak rekening en verantwoording af aan zijn opvolger. De rekening en verantwoording wordt afgelegd ten overstaan van de kantonrechter.
4.2.
KBI klaagt naar aanleiding van de door Kiaro ingediende eindrekening en verantwoording over het door Kiaro gevoerde bewind. KBI verzoekt Kiaro te veroordelen in de schade die [betrokkene] door de tekortkomingen van Kiaro heeft geleden. Volgens KBI bestaat de geleden schade uit misgelopen inkomsten, onterechte betalingen en de extra werkzaamheden die zij heeft gehad om het dossier op orde te krijgen.
Juridisch kader
4.3.
Ingevolge artikel 1:444 BW is een bewindvoerder jegens de betrokkene aansprakelijk, indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder tekort schiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.
4.4.
Op grond van artikel 1:362 BW (dat ingevolge artikel 1:445 lid 5 BW van overeenkomstige toepassing is bij bewind) kan de kantonrechter de schade vaststellen, die de betrokkene door slecht bewind van de voormalige bewindvoerder heeft geleden en de voormalige bewindvoerder tot vergoeding daarvan veroordelen.
4.5.
Met betrekking tot de klachten van KBI uiteengezet bij 3.4. is de kantonrechter van oordeel dat KBI concreet en onderbouwd heeft aangegeven dat er op deze punten schade is geleden. Kiaro heeft de vordering van KBI niet betwist. De kantonrechter is van oordeel dat Kiaro tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. De misgelopen inkomsten, de onterechte betalingen en de extra werkzaamheden die KBI heeft verricht om het dossier op orde te krijgen, zijn aan te merken als schade. Kiaro dient de genoemde bedragen aan [betrokkene] als schadevergoeding te voldoen. Het verzoek om schadevergoeding zal dan ook worden toegewezen.
4.6.
De slotsom is dat Kiaro zal worden veroordeeld tot betaling van € 7.694,00.

5.beslissing

De kantonrechter:
5.1.
stelt vast dat Kiaro Beheer & Organizing in haar taak als bewindvoerder toerekenbaar is tekortgeschoten;
5.2.
stelt de schade die [betrokkene] hierdoor heeft geleden vast op een bedrag van
€ 7.694,00;
5.3.
veroordeelt Kiaro Beheer & Organizing tot betaling van een bedrag van € 7.694,00;
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).