ECLI:NL:RBNHO:2024:1117

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
C/15/348396 / JU RK 24-137
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige wegens verwaarlozing door ouders

Op 23 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming betreffende een minderjarige. De ouders van de minderjarige volgen medische adviezen vanuit het ziekenhuis niet op, wat leidt tot een verslechtering van de gezondheidstoestand van hun dochter. De Raad heeft verzocht om een voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden, omdat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.

De kinderrechter heeft op basis van de verstrekte informatie en de bijlagen in het verzoekschrift geoordeeld dat een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om een acute en ernstige bedreiging voor de minderjarige weg te nemen. De ouders hebben tot op heden geen actie ondernomen naar aanleiding van de dringende adviezen van het ziekenhuis, wat de kinderrechter tot de conclusie brengt dat er geen vertrouwen is in de bereidheid van de ouders om de benodigde zorg voor de minderjarige te organiseren.

De kinderrechter heeft besloten dat de minderjarige voorlopig onder toezicht wordt gesteld van de Stichting Leger des Heils jeugdbescherming en Reclassering Alkmaar, met ingang van 24 januari 2024 voor de duur van drie maanden. De beslissing is mondeling gegeven door de kinderrechter op 23 januari 2024 en schriftelijk vastgelegd op 24 januari 2024, in aanwezigheid van de griffier J.E. Martha.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
zaakgegevens: C/15/348396 / JU RK 24-137
datum beschikking: 23 januari 2024

beschikking voorlopige ondertoezichtstelling

in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Haarlem,
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder], hierna te noemen: de moeder,
wonende te [plaats] ,
[de vader], hierna te noemen: de vader,
wonende te [plaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het mondeling verzoek van de Raad van 23 januari 2024,
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 24 januari 2024, ingekomen ter griffie op 24 januari 2024.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[de minderjarige] woont bij haar ouders.

Het verzoek

De Raad heeft verzocht [de minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van 3 maanden.
Een vertegenwoordiger van de Raad heeft het verzoek telefonisch aan de kinderrechter gedaan. Dit verzoek is op 23 januari 2023 telefonisch door de kinderrechter toegewezen.

De beoordeling

De kinderrechter is op grond van de telefonisch verstrekte informatie, die is bevestigd in het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen, van oordeel dat er sprake is van een ernstig vermoeden dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld (artikel 1:255 Burgerlijk Wetboek). Een voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een acute en ernstige bedreiging voor [de minderjarige] weg te nemen. [de minderjarige] zal voorlopig onder toezicht worden gesteld voor een termijn van drie maanden (artikel 1:257 BW).
De kinderrechter is van oordeel dat een voorlopige ondertoezichtstelling voor [de minderjarige] nodig is en dat de behandeling van het reeds ingediende reguliere verzoek om ondertoezichtstelling niet kan worden afgewacht. Uit het mondelinge verzoek van de Raad blijkt dat [de minderjarige] al ongeveer twee weken buikpijn heeft als gevolg van problemen met haar ontlasting en een mogelijke blaasontsteking. Afgelopen vrijdag heeft het ziekenhuis de ouders dringend geadviseerd om medicatie te geven, urine van [de minderjarige] op te vangen en door het ziekenhuis te laten onderzoeken. Ook is geadviseerd om haar toiletgang te bevorderen door haar naar het (medisch) kinderdagverblijf te laten gaan. De ouders hebben tot op heden niets met de adviezen van het ziekenhuis gedaan, zodat de gezondheidstoestand van [de minderjarige] alleen maar verslechtert. Gezien de afhoudende houding van de ouders ten opzichte van de hulpverlening, heeft de kinderrechter er geen vertrouwen in dat de ouders in een vrijwillig kader de benodigde zorg voor [de minderjarige] zullen organiseren. Om die reden acht de kinderen nu al het dwingende kader van een voorlopige ondertoezichtstelling nodig.
De kinderrechter is van oordeel, dat een behandeling ter zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de minderjarige] .
De verzoeker en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde zitting.

De beslissing

De kinderrechter:
- stelt
[de minderjarige]voorlopig onder toezicht van Stichting Leger des Heils jeugdbescherming en Reclassering Alkmaar, met ingang van 24 januari 2024 voor de duur van drie maanden;
- bepaalt dat de verzoeker en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord ter zitting van
31 januari 2024 15:45 uur, welke zitting wordt gehouden in het gerechtsgebouw te Alkmaar, Kruseman van Eltenweg 2.
Deze beslissing is mondeling gegeven door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, op 23 januari 2024 en schriftelijk vastgelegd en ondertekend door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, op 24 januari 2024 in tegenwoordigheid van J.E. Martha als griffier.