ECLI:NL:RBNHO:2024:11058

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
15/355527 FT RK 24/550
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing WSNP en afwijzing verzoek tot verkorting van de looptijd

In deze zaak heeft de schuldenares de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en om de looptijd van de WSNP bij toelating met 11 maanden te verkorten. De rechtbank heeft de taak om te beoordelen of de schuldenares voldoet aan de wettelijke eisen voor toelating tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares tijdens het minnelijk traject niet heeft gewerkt en ook niet heeft gesolliciteerd, ondanks dat zij wel afdrachten heeft gedaan aan de boedel. Er ontbreken medische stukken die haar arbeidsongeschiktheid onderbouwen, en de rechtbank kan niet vaststellen dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank concludeert dat de schuldenares niet heeft geleefd alsof zij in de WSNP zat.

De rechtbank heeft op 29 oktober 2024 besloten om de schuldenares toe te laten tot de WSNP, maar heeft het verzoek om de looptijd van de schuldsanering met 11 maanden te verkorten afgewezen. De rechtbank heeft overwogen dat de schuldenares zich gedurende de komende 18 maanden moet houden aan de verplichtingen van de WSNP. De beschermingsbewindvoerder heeft de schuldenares uitgelegd wat haar verplichtingen zijn binnen de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares in de afgelopen drie jaar een schuld aan het CJIB heeft van € 383,- die niet te goeder trouw is ontstaan, maar heeft haar toch toegelaten tot de WSNP omdat het een relatief kleine schuld betreft en er geen risico is op nieuwe boetes.

De rechtbank heeft ook overwogen dat de schuldenares niet formeel is vrijgesteld van haar sollicitatieplicht en dat dit in het kader van de WSNP niet voldoende is. De rechtbank heeft de bewindvoerder benoemd en aangegeven dat de schuldenares gedurende de looptijd van de WSNP geen betalingen mag doen aan schuldeisers. Dit vonnis kan binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam, maar alleen met behulp van een advocaat.

Uitspraak

VONNIS TOELATING WSNP

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Haarlem
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: 15/355527 FT RK 24/550
naam rechter: mr. E.B. van den Heuvel
insolventienummer: R.15/24/148
uitspraakdatum: 29 oktober 2024
in de zaak van: [schuldenares] (hierna: schuldenares)
geboren op: [geboortedatum] 1984 te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
schuldhulpverlener: Verder, team [plaats 3].

1.Samenvatting

Schuldenares heeft de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) en verzocht om de looptijd van de wsnp bij toelating met 11 maanden te verkorten. De rechtbank moet beoordelen of schuldenares voldoet aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank laat schuldenares met ingang van 29 oktober 2024 toe tot de wsnp. De rechtbank wijst het verzoek om de looptijd van de schuldsanering met 11 maanden te verkorten af.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • Schuldenares moet zich gedurende de komende 18 maanden houden aan de verplichtingen van de wsnp. De beschermingsbewindvoerder heeft schuldenaar uitgelegd wat haar verplichtingen binnen de wsnp zijn.
  • Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
  • Als schuldenares zich aan alle verplichtingen houdt, komt zij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenares zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenares dan weer tot betaling dwingen.

4.Redenen voor deze beslissing

 De rechtbank moet beoordelen of schulden in de periode van drie jaar voorafgaand aan het wsnp-verzoek te goeder trouw zijn ontstaan. De rechtbank stelt vast dat schuldenares in de afgelopen drie jaar voorafgaand aan dit verzoek een schuld aan het CJIB heeft van € 383,-. Deze schuld is niet te goeder trouw is ontstaan.
De rechtbank zal schuldenares toch toelaten tot de wsnp. Reden daarvoor is dat het een relatief kleine schuld betreft en dat schuldenares geen auto meer heeft, zodat er geen risico bestaat op nieuwe boetes. Ook is het voldoende aannemelijk dat inmiddels sprake is van een stabiele situatie en dat schuldenares geen nieuwe schulden meer zal maken. Bovendien staat schuldenares sinds augustus 2017 onder beschermingsbewind.
 Schuldenares heeft verzocht te bepalen dat de looptijd van de wsnp wordt verkort met 11 maanden, omdat er tijdens het minnelijk traject is gespaard. De rechtbank zal bij een verzoek tot verkorting van de looptijd van de wsnp moeten kunnen vaststellen dat schuldenares gedurende de looptijd van het minnelijk traject naar de normen van de wsnp heeft ‘geleefd’. Uit een e-mailbericht van 11 oktober 2023 blijkt dat de casemanager Participatie van de gemeente [plaats 3] schuldenares heeft vrijgesteld van de sollicitatieplicht voor de periode vanaf 11 oktober 2023 tot en met 10 april 2024 op sociale gronden. De rechtbank overweegt dat dit in het kader van de wsnp niet voldoende is, omdat dit geen formeel besluit is van de uitkerende instantie, en ook niet is gebaseerd op een medische verklaring of rapportage. Vervolgens heeft de schuldhulpverlener namens schuldenares nog een brief van de gemeente van 18 oktober 2024 nagezonden aan de rechtbank. Met deze brief wil schuldenares aantonen dat zij tijdens het minnelijk traject wel aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan. In de brief staat dat schuldenares niet formeel is vrijgesteld van haar sollicitatieplicht. De rechtbank kan dus niet vaststellen dat schuldenares onder de geschetste omstandigheden niet kon werken noch kon zoeken naar werk. Dat betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen dat schuldenares gedurende het minnelijk traject naar de normen van de wsnp heeft geleefd, waardoor het verzoek om de looptijd van de wsnp te verkorten met 11 maanden wordt afgewezen.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • Het verzoekschrift
  • De aantekeningen van de zitting die op 15 oktober 2024 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenares en haar beschermingsbewindvoerder [bewindvoerder 1] en [betrokkene], team [plaats 3] (schuldhulpverlener) verschenen.

6.Andere gevolgen van dit vonnis

  • De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk.
  • De rechtbank benoemt tot bewindvoerder:
[bewindvoerder 2]
.
 De bewindvoerder mag een voorschot op het salaris nemen volgens het Besluit salaris bewindvoerder. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- als er genoeg geld op de boedelrekening staat.
 De bewindvoerder ontvangt de komende dertien maanden de post van schuldenares en mag deze inzien.

7.Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Dit vonnis kan voor zover het betreft de afwijzing van het verzoek tot verkorting van de looptijd van de wsnp, binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam. Dit kan alleen met behulp van een advocaat.
De griffier De rechter