Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 26 mei 2023;
- het bericht van de advocaat van verzoekster, ingekomen op 11 oktober 2024;
- de correspondentie.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. Verzoekster, de dochter, heeft verzocht om vaststelling van het ouderschap van haar overleden vader, die haar nooit heeft erkend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de biologische vader is van verzoekster, ondanks het ontbreken van een DNA-onderzoek, omdat de man inmiddels was overleden en gecremeerd. De rechtbank heeft geconstateerd dat de man gedurende zijn leven een vaderrol heeft vervuld en dat verzoekster altijd heeft geloofd dat hij haar biologische vader was. De rechtbank heeft ook excuses aangeboden voor de lange duur van de procedure, die door personeelstekorten en grote werkvoorraden was vertraagd. De beslissing houdt in dat het ouderschap van de man ten aanzien van verzoekster wordt vastgesteld, en dat de griffier een afschrift van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente.