ECLI:NL:RBNHO:2024:11024

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
11111491 \ CV EXPL 24-1127
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor geneeskundige behandeling met beroep op matiging en betalingsonmacht

In deze zaak vordert Infomedics B.V. dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een factuur van € 297,00 voor een geneeskundige behandeling die gedaagde heeft ondergaan bij Acibadem International Medical Center. Gedaagde heeft de vordering erkend, maar doet een beroep op matiging vanwege haar financiële situatie. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat gedaagde de factuur niet heeft betaald ondanks meerdere sommaties. De kantonrechter oordeelt dat de financiële omstandigheden van gedaagde niet kunnen leiden tot een vermindering van de betalingsverplichting. Het beroep op matiging op grond van artikel 6:94 BW wordt afgewezen, omdat dit artikel niet van toepassing is op de vordering van Infomedics. De kantonrechter wijst de vordering van Infomedics toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente vanaf 25 april 2024, en de proceskosten, die in totaal zijn begroot op € 448,54. Gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten. De kantonrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst de vordering voor het overige af.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11111491 \ CV EXPL 24-1127
Uitspraakdatum: 17 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Infomedics B.V.
gevestigd te Almere
eiseres
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: mr. H.R. Yucesan
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A. Doruk
De zaak in het kort
In deze zaak vordert eiseres dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een factuur voor een geneeskundige behandeling. Gedaagde heeft de vordering erkend, maar doet een beroep op matiging, omdat zij de vordering vanwege haar financiële situatie niet kan betalen. Ook voert gedaagde verweer tegen de wettelijke rente en de proceskosten. De kantonrechter volgt gedaagde niet in haar verweer en wijst de vordering van eiseres toe.

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 16 mei 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Infomedics heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een geneeskundige behandeling gehad bij de stichting Acibadem International Medical Center (hierna: Acibadem). Acibadem heeft de uit die behandeling voortvloeiende vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.2.
Op 17 juli 2023 heeft Infomedics voor de behandeling bij Acibadem een factuur verzonden aan [gedaagde] , ter hoogte van € 297,00. Ondanks diverse sommaties heeft [gedaagde] de factuur niet betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Infomedics vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 297,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 april 2024 tot de dag van algehele voldoening en de proceskosten. Aan de vordering legt Infomedics – kort weergegeven – ten grondslag dat [gedaagde] de factuur van 17 juli 2023, ondanks sommaties, niet tijdig heeft betaald. Hierdoor is zij ook de wettelijke rente en de proceskosten verschuldigd.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] erkent de vordering van € 297,00, maar stelt dat zij vanwege financiële en persoonlijke omstandigheden niet in staat is om de vordering (in één keer) te betalen. Gelet op haar (financiële) omstandigheden doet [gedaagde] ook een beroep op matiging zoals bedoeld in artikel 6:94 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Verder voert [gedaagde] verweer tegen de gevorderde wettelijke rente, omdat er geen schriftelijke aanmaningen zijn overgelegd en nergens uit blijkt dat [gedaagde] de aanmaningen heeft ontvangen. Ook voert [gedaagde] verweer tegen de proceskosten, omdat deze gerechtelijke procedure voorkomen had kunnen worden als er tijdig een passende communicatie of schikkingsoverleg had plaatsgevonden vanuit Infomedics.

4.De beoordeling

4.1.
Niet in geschil is dat [gedaagde] bij Acibadem een geneeskundige behandeling heeft ondergaan en dat zij daarvoor een factuur heeft ontvangen ter hoogte van € 297,00. Verder staat vast dat Acibadem de vordering heeft gecedeerd aan Infomedics.
4.2.
Het verweer van [gedaagde] dat zij de factuur van Infomedics niet kan betalen vanwege haar financiële omstandigheden, kan niet slagen. Die financiële omstandigheden of betalingsonmacht komen voor rekening en risico van [gedaagde] en ontslaan haar niet van haar betalingsverplichting. Dat betekent dat [gedaagde] de factuur van Infomedics moet betalen. Infomedics is ook niet verplicht om in te stemmen met een betalingsregeling.
4.3.
Het beroep van [gedaagde] op matiging op grond van artikel 6:94 BW gaat niet op. Dit artikel ziet namelijk op een matigingsbevoegdheid van de kantonrechter ten aanzien van een boete en die bevoegdheid ziet niet op het matigen van de vordering waar het hier om gaat. Voor matiging op grond van de redelijkheid en billijkheid bestaat ook geen aanleiding.
4.4.
Gelet op het voorgaande moet [gedaagde] de factuur van € 297,00 betalen. De kantonrechter wijst de hoofdsom daarom toe.
4.5.
[gedaagde] voert verweer tegen de gevorderde wettelijke rente. De kantonrechter volgt [gedaagde] hier niet in. Infomedics kan pas wettelijke rente vorderen op het moment dat [gedaagde] in verzuim verkeert. Om te beoordelen of [gedaagde] in verzuim is komen te verkeren moet zij sommaties hebben ontvangen van Infomedics. Uit de overgelegde producties bij de conclusie van repliek blijkt dat Infomedics op 17 juli 2023 de factuur heeft gestuurd aan [gedaagde] en op 18 augustus 2023 en 12 oktober 2023 betalingsherinneringen. Ondanks deze sommaties heeft [gedaagde] het bedrag van € 297,00 onbetaald gelaten. Dat betekent dat in ieder geval op 25 april 2024 sprake was van verzuim. Omdat [gedaagde] in verzuim is met betaling van de factuur, heeft Infomedics recht op de wettelijke rente. De kantonrechter wijst daarom ook de wettelijke rente toe, vanaf 25 april 2024 tot de dag van de gehele betaling.
4.6.
Het verweer van [gedaagde] richt zich ook tegen de veroordeling in de proceskosten. Echter, [gedaagde] heeft erkend dat zij de eerder overeengekomen betalingsregelingen niet is nagekomen. Dat betekent dat het Infomedics vrij stond om tot dagvaarding over te gaan en dat geen sprake is van onnodig gemaakte proceskosten. [gedaagde] zal dan ook als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
4.7.
De proceskosten worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 164,00 (2,00 punten x € 82,00)
- nakosten € 41,00 (plus de kosten van betekening zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal € 448,54
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.9.
[gedaagde] heeft tot slot om een betalingsregeling verzocht. De wet biedt de kantonrechter echter niet de mogelijkheid om Infomedics een betalingsregeling op te leggen. Voor het treffen van een regeling en het maken van concrete afspraken dient [gedaagde] daarom contact op te nemen met (de gemachtigde van) Infomedics.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Infomedics van € 297,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 297,00 vanaf 25 april 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten die tot en met vandaag voor Infomedics worden vastgesteld op € 448,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de vijftiende dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter