ECLI:NL:RBNHO:2024:11022

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
11081740 \ CV EXPL 24-917
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag met ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft [naam] N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.079,55, voortvloeiend uit een overeenkomst. De vordering is ingesteld op 19 april 2024, waarna [gedaagde] op 23 mei 2024 mondeling heeft geantwoord en de vordering heeft erkend. [gedaagde] heeft aangegeven contact op te nemen met de deurwaarder voor een betalingsregeling. Op 4 juli 2024 heeft [naam] een akte genomen waarin de algemene voorwaarden zijn overgelegd.

De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van [naam] getoetst op oneerlijke bedingen. De toetsing richtte zich op de vraag of de voorwaarden in strijd zijn met de goede trouw en het evenwicht tussen de rechten en plichten van de consument verstoren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 april 2024 toewijsbaar is, en dat de algemene voorwaarden op het gebied van buitengerechtelijke incassokosten, opschorting en premiewijziging niet oneerlijk zijn.

De kantonrechter heeft de vordering van [naam] toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten zijn vastgesteld op € 669,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11081740 \ CV EXPL 24-917
Uitspraakdatum: 17 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
[naam] N.V.
gevestigd te [plaats 1]
eiseres
verder te noemen: [naam]
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
verschenen in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
[naam] heeft tegen [gedaagde] een vordering ingesteld zoals omschreven in de dagvaarding van 19 april 2024.
1.2.
[gedaagde] heeft op de rolzitting van 23 mei 2024 mondeling geantwoord en heeft daarbij de vordering erkend. [gedaagde] gaat contact opnemen met de deurwaarder voor een betalingsregeling.
1.3.
Op 4 juli 2024 heeft [naam] nog een akte genomen waarbij zij de algemene voorwaarden hebben overgelegd.

2.De vordering

2.1.
[naam] vordert, op de in de dagvaarding vermelde grond(en), naast nevenvorderingen, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van in totaal € 1.079,55 (€ 1.339,50 aan hoofdsom en waarop € 259,95 in mindering wordt gebracht), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2024 tot de dag van betaling. [naam] vordert tevens dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

3.De beoordeling van het geschil

De hoofdsom

3.1.
[gedaagde] heeft de vordering erkend. De door [naam] gevorderde hoofdsom wordt daarom toegewezen.
Ambtshalve toetsing van de Voorwaarden basisverzekeringen en aanvullende verzekeringen 2023 en 2024 (hierna: de Algemene Voorwaarden)
3.2.
Ondanks dat [gedaagde] de vordering heeft erkend, moet de kantonrechter ambtshalve beoordelen of de Algemene Voorwaarden van [naam] geen oneerlijke bedingen bevatten voor de consument.
3.3.
Bedingen waaraan de consument gebonden is zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, zijn oneerlijk als deze in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de rechten en plichten die de consument op grond van de overeenkomst heeft, aanzienlijk verstoort in het nadeel van de consument. Het gaat om een beoordeling van de bedingen op het moment dat de overeenkomst werd gesloten. Of de handelaar de consument ook daadwerkelijk aan die bedingen houdt, of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is niet relevant. Als een beding wegens onredelijkheid wordt vernietigd, kan de handelaar niet terugvallen op een eventuele wettelijke regeling over het zelfde onderwerp.
3.4.
De toetsing van de algemene voorwaarden leidt tot het volgende.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
3.5.
[naam] maakt geen aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, maar wel op vergoeding van de wettelijke rente vanaf 18 april 2024. De kantonrechter oordeelt echter dat de Algemene Voorwaarden op dit punt geen oneerlijk beding bevatten. Dit betekent dat de gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen, voor zover deze rente wordt berekend over de verschuldigde premie. Uit de overeengekomen betalingstermijn volgt namelijk dat de verzekeringnemer zonder ingebrekestelling in verzuim is als de premie niet op tijd wordt betaald.
Opschorting
3.6.
Het opschortingsbeding in de Algemene Voorwaarden is door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Premiewijziging
3.7.
Het premiewijzigingsbeding in de Algemene Voorwaarden is door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Conclusie
3.8.
Uit het voorgaande volgt dat een bedrag van € 1.079,55zal worden toegewezen.
3.9.
Omdat [gedaagde] overwegend in het ongelijk wordt gesteld, zal hij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen akte blijven voor rekening van [naam] , aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra akte op te stellen. De proceskosten van [naam] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 138,71
- griffierecht € 328,00
- salaris gemachtigde € 135,00
- nakosten € 67,50
Totaal € 669,21
te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [naam] van € 1.079,55, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [naam] tot en met vandaag vaststelt op € 669,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter