Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.Hoofdzaak
In de zaak tegen [verzoeker] met [parketnummer] is onder 2 ten laste gelegd het witwassen van een geldbedrag in de periode van 1 mei 2021 tot en met 31 december 2022.
Rechtbank Noord-Holland
Op 25 oktober 2024 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een verzoek tot wraking van de voorzitter, mr. E.M. van Poecke, toegewezen. Het verzoek is ingediend door de advocaat van verzoeker, die gedetineerd is in [land]. De wraking was gericht tegen de voorzitter van de meervoudige strafkamer in een lopende strafzaak, waarin verzoeker wordt verdacht van online handelsfraude, witwassen en dwang. De advocaat had het verzoek tot wraking ingediend op 22 oktober 2024, na een e-mailwisseling tussen de griffier en de officier van justitie, waarin onduidelijkheid over de tenlastelegging werd besproken. De wrakingskamer oordeelde dat de voorzitter door het versturen van de e-mail de schijn van partijdigheid had gewekt, wat objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdzaak verder zal worden behandeld door een andere rechter, en dat deze zaak in handen wordt gesteld van de teamvoorzitter van het team Straf, locatie Alkmaar.