3.4.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1
hij in op 26 januari 2024 te Haarlem, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Sig Sauer, model 320, en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een centraalvuur patroon (volmantel) van het kaliber .32 (7,65 x 17 mm) voorhanden heeft gehad;
2
hij op 18 januari 2024, te Haarlem, openlijk, te weten aan [adres] in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
- [slachtoffer 1] en
- [slachtoffer 2] , door:
- voornoemde personen dreigend en/of gewapend met een pistool en/of een langwerpig voorwerp, te benaderen,
- voornoemd pistool op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te richten,
- vervolgens een of meerdere malen met de vuisten en/of voornoemde langwerpig voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan;
3
hij op 26 januari 2024 te Haarlem opzettelijk aanwezig heeft gehad 2,93 gram cocaïne en 2,63 gram heroïne,
4
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk meerdere windschermen, die aan [slachtoffer 3] toebehoorden, heeft vernield;
5
hij op of omstreeks 17 december 2023 te Haarlem [slachtoffer 4] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] meermaals dreigend de woorden toe te voegen "Ik sla gelijk je neus kapot";
(15-335896-23)
6
hij op 5 november 2023 te Haarlem een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een mes, zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen, heeft gedragen;
(15-335896-23)
7
hij op 5 november 2023 te Haarlem [slachtoffer 5] heeft mishandeld door die [slachtoffer 5] in het gezicht te slaan.
Hetgeen aan de verdachte onder meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
1.
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
Handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie
2.
Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
3.
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, , meermalen gepleegd
4.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
5.
Bedreiging met zware mishandeling
6.
Handelen in strijd met artikel. 27, eerste lid van de Wet wapens en munitie
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.