ECLI:NL:RBNHO:2024:10979

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
10990518
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractuele geschil tussen arbeidsbemiddelaar en strandpaviljoen over betaling van facturen en vaststelling van contractspartij

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een arbeidsbemiddelaar, aangeduid als [eiser], en de besloten vennootschap Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie B.V. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 11.624,23, vermeerderd met rente en kosten, op basis van facturen die waren verzonden voor geleverde diensten. De eiseres stelde dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie de contractspartij was, terwijl de gedaagde dit betwistte en stelde dat zij geen werkgever was en dat de overeenkomst niet met hen was gesloten. De rechtbank oordeelde dat de eiseres terecht had aangenomen dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie de contractspartij was, op basis van de verklaringen en gedragingen van beide partijen. De rechtbank concludeerde dat de inhoud en omvang van de overeenkomst voldoende duidelijk waren en dat de vordering op basis van de facturen toewijsbaar was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De rechtbank wees de vermeerdering van eis af, omdat deze niet voortvloeide uit de overeenkomst. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en documentatie in contractuele relaties.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 10990518 \ CV EXPL 24-730
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
[eiser] , HANDELEND ONDER DE NAMEN [naam 4],
te Den Burg,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Van der Vleuten & Van Hooff,
tegen
de besloten vennootschap STRANDPAVILJOEN PAAL 28 EXPLOITATIE B.V.,
te De Cocksdorp,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie,
gemachtigde: mr. W.A. van Sambeek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 maart 2024 met producties
- de conclusie van antwoord van 17 april 2024 met producties
- het tussenvonnis van 8 mei 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte vermeerdering van eis van 15 mei 2024
- de mondelinge behandeling op 30 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de pleitnotitie van [eiser]
- de ter zitting overgelegd productie van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser] houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling.
2.2.
[eiser] en mevrouw [naam 1] (hierna: [naam 1] ) hebben 12 april 2023 een overeenkomst ondertekend betreffende arbeidsbemiddeling door [eiser] voor een vergoeding van € 350,00 per werknemer en een vergoeding van € 135,00 per gewerkte week.
2.3.
[naam 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van [naam 2] B.V. Deze vennootschap is enig aandeelhouder en bestuurder van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie en Strandpaviljoen Paal 28 OG B.V. Laatstgenoemde vennootschap is enig aandeelhouder en bestuurder van Strandpaviljoen Paal 28 B.V. en daarin wordt een strandpaviljoen geëxploiteerd.
2.4.
Tussen [eiser] en [naam 1] is uitvoerige correspondentie gevoerd via WhatsApp tussen 12 april 2023 en 29 november 2023 over de plaatsing van werknemers en betaling van facturen.
2.5.
Op 17 oktober 2023 heeft de bedrijfsleider van Strandpaviljoen Paal 28 B.V., [naam 3] (hierna: [naam 3] ) aan [eiser] bericht dat de eerste factuur zal worden betaald en verder dat op de facturen het factuurnummer en de volledige gegevens van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie ontbreken.
2.6.
[naam 3] heeft op 22 januari 2024 per e-mail aan de gemachtigde van [eiser] laten weten dat zij [naam 1] helpt met de administratie, dat sprake is van financiële tegenslagen maar de kwestie met [eiser] zo snel mogelijk wil oplossen. Ook heeft [naam 3] bericht dat zij [eiser] erop heeft gewezen dat de data in de facturen onjuist zijn en de naam van een Poolse werknemer niet in de factuur staat vermeld.
2.7.
[naam 1] heeft op 2 februari 2024 per e-mail aan de gemachtigde van [eiser] een betalingsvoorstel gedaan van € 1.000,00 en daarna maandelijks € 3.000,00. [naam 1] heeft vervolgens niet gereageerd op een terugbelverzoek door de gemachtigde van [eiser] .
2.8.
Op 22 februari 2024 heeft Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie € 2.000,00 betaald. Eerder heeft Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie € 2.500,00 betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert na vermeerdering van eis - samengevat - veroordeling van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie tot betaling van € 11.624,23, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie voert verweer. Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De contractspartijen bij de overeenkomst
4.1.
Tussen partijen is in de eerste plaats in geschil wie contractspartij is van [eiser] . Volgens [eiser] is dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie, maar dat wordt betwist door Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie. Zij stelt daartoe dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie een financiële holding is en geen werkgever en dat Strandpaviljoen Paal 28 B.V. wel personeel in dienst heeft en daarin een strandpaviljoen wordt gedreven.
4.2.
Of tussen [eiser] en Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie een overeenkomst tot stand is gekomen, hangt af van wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijze mochten afleiden. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang.
4.3.
Vooropgesteld wordt dat in de overeenkomst wel [eiser] staat vermeld, maar niet een naam waaruit de contractspartij van [eiser] kan worden afgeleid. De overeenkomst is door [eiser] en [naam 1] ondertekend en zij is (minnelijk) bestuurder en aandeelhouder van zowel Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie als Strandpaviljoen Paal 28 B.V. Onbetwist staat vast dat Strandpaviljoen Paal 28 B.V. toen nog niet bestond; deze vennootschap is na het sluiten van de overeenkomst, op 31 mei 2023, opgericht. Verder kan worden vastgesteld dat na het sluiten van de overeenkomst uitvoerig tussen [eiser] en [naam 1] via WhatsApp is gecommuniceerd over werknemers die door [eiser] werden voorgesteld en over wie afspraken zijn gemaakt. Daarna zijn facturen gestuurd naar Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie, is één factuur betaald en is niet geprotesteerd tegen de tenaamstelling van de facturen. Integendeel, [naam 3] heeft op instructie van de boekhouder aan [eiser] de volledige gegevens van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie opgegeven om op de facturen te vermelden. Ten slotte zijn betalingsvoorstellen gedaan. Tegen deze achtergrond is de verwachting gewekt dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie de contractuele wederpartij is van [eiser] .
4.4.
Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie heeft ook aangevoerd dat degene aan wie de werknemers worden ingeleend op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) contractspartij zijn. Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie heeft dit standpunt niet gespecificeerd. De WAADI geeft regels voor arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, maar schrijft niet voor met wie je moet contracteren. Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie wordt hierin dan ook niet gevolgd.
4.5.
De conclusie is dat [eiser] uit de verklaringen en gedragingen heeft afgeleid en ook heeft mogen afleiden dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie contractspartij is bij de overeenkomst. Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie heeft dit ook redelijkerwijs moeten begrijpen. [eiser] heeft dan ook terecht Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie als contractspartij aangemerkt en in deze procedure betrokken. Dit is door Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie onvoldoende betwist, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen.
De inhoud en omvang van de overeenkomst
4.6.
Volgens Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie zijn de inhoud en omvang van de overeenkomst onduidelijk. Zo staat in overeenkomst niet hoe het tarief wordt berekend. Dit verweer kan niet leiden tot het beoogde doel. In de overeenkomst staat voldoende duidelijk dat een wekelijks tarief en een eenmalige vergoeding per bemiddelde werknemer worden berekend. [eiser] heeft tijdens de zitting uitgelegd dat achteraf per werknemer werd vastgesteld hoeveel weken is gewerkt en na goedkeuring van [naam 1] werd gefactureerd. Deze gang van zaken is terug te lezen in de gewisselde berichten per WhatsApp en ging ook telefonisch. Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie heeft dit daarna niet bestreden, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan.
4.7.
Door [eiser] is verder onbetwist naar voren gebracht dat uit de WhatsApp berichten tussen [eiser] en [naam 1] van 19 september 2023 blijkt dat op verzoek van [naam 1] gespreid werd gefactureerd. Hieruit volgt dat [naam 1] zich realiseerde welke kosten in rekening werden gebracht.
4.8.
De stelling van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie dat de in de overeenkomst genoemde tarieven te hoog en in strijd zijn met de WAADI wordt gepasseerd. De hoogte van de tarieven wordt niet voorgeschreven door de WAADI. Dit valt binnen de contractsvrijheid die tussen partijen geldt. Dat de hoogte van het tarief naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zoals Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie tijdens de zitting heeft aangevoerd, is onvoldoende onderbouwd om tot resultaat te kunnen leiden.
4.9.
Ook aan het standpunt van Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie dat niet aan de eisen van de WAADI is voldaan omdat [eiser] geen vergunning heeft, wordt voorbij gegaan. Het is aan Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie toe te lichten wat de gevolgen zijn van het ontbreken van een vergunning in de rechtsverhouding tussen partijen. Dat heeft zij niet gedaan. Bovendien is artikel 2 van de WAADI (vergunning voor niet-openbare arbeidsbemiddeling) per 1 september 2003 komen te vervallen, zoals [eiser] terecht heeft opgemerkt.
Tussenconclusie
4.10.
[eiser] heeft in de facturen, waarvan in de dagvaarding betaling wordt gevorderd, gespecificeerd om welke werknemers het gaat en wat de gewerkte weken zijn. Deze specificatie is door Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie niet weersproken. De vordering zal daarom ten aanzien van deze facturen worden toegewezen.
Factuur vermeerdering eis
4.11.
[eiser] heeft bij akte zijn eis vermeerderd met een factuur. Met deze factuur brengt [eiser] een vergoeding in rekening voor door een werknemer gewerkte weken over de periode 31 oktober 2023 tot en met 10 maart 2024. Volgens [eiser] is de inzet van deze werknemer ten onrechte niet aan haar doorgegeven en heeft zij op grond van de overeenkomst recht op vergoeding. Paal 28 Exploitatie heeft dit betwist omdat de factuur niet aan haar is gericht.
4.12.
Vast staat dat deze werknemer eerder via bemiddeling door [eiser] werkzaam is geweest. Daarvoor heeft [eiser] een vergoeding in rekening gebracht. Ook kan worden vastgesteld dat deze werknemer enige tijd later opnieuw werkzaam is geweest. Uit niets blijkt wat daarbij de bemiddeling van [eiser] is geweest. Uit de overeenkomst vloeit niet voort dat Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie in dat geval een vergoeding moet betalen. [eiser] heeft daaromtrent ook niets gesteld. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie is ook rente en kosten verschuldigd
4.13.
De gevorderde wettelijke handelsrente van € 369,39, welke is berekend tot 29 februari 2024, en gevorderde wettelijke handelsrente vanaf die datum zijn toewijsbaar.
4.14.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan, omdat voldoende is gebleken dat [eiser] heeft geprobeerd buiten de rechter om betaling van haar facturen te krijgen. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding van € 1.473,21 is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 898,21 bij een hoofdsom van € 12.321,43. De kantonrechter wijst daarom € 898,21 toe.
Conclusie
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
12.321,43
- buitengerechtelijke incassokosten
- wettelijke handelsrente
898,21
369,39
+
totaal
13.589,03
- betalingen
4.500,00
-/-
Totaal
9.089,03
4.16.
Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
152,22
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.213,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 9.089,03, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 29 februari 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie in de proceskosten van € 1.213,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Strandpaviljoen Paal 28 Exploitatie niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Lourens en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.