Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
€ 1.947,27, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vervaldata van de termijnen tot aan de dag van volledige betaling;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de stichting Wooncompagnie, eiseres, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die een woning huurt. De huurder is op 20 augustus 2024 gedagvaard, maar is niet verschenen op de zitting van 29 augustus 2024, waardoor verstek is verleend. De huurder had geen toegang tot de woning omdat deze op last van de burgemeester was gesloten vanwege de vondst van een aanzienlijke hoeveelheid drugs. De burgemeester had op 12 augustus 2024 besloten om de woning te sluiten voor drie maanden, wat leidde tot de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst door Wooncompagnie op 22 augustus 2024.
Wooncompagnie vorderde ontruiming van de woning, betaling van huurachterstand en toekomstige huurbetalingen. De kantonrechter oordeelde dat de huurder, ondanks de sluiting van de woning, toegang had tot zijn brievenbus en dus op de hoogte had kunnen zijn van de dagvaarding. De rechter concludeerde dat de huurder behoorlijk was opgeroepen en dat de vordering tot ontruiming op de subsidiaire grondslag toewijsbaar was. De tekortkomingen van de huurder waren van voldoende gewicht om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen.
De kantonrechter heeft de vorderingen van Wooncompagnie grotendeels toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. De huurder werd ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Flipse op 5 september 2024.