ECLI:NL:RBNHO:2024:10974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
11004356 \ CV EXPL 24-794
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van informatieplichten en algemene voorwaarden in kinderopvangovereenkomsten

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, wordt de eisende partij Smallsteps B.V. geconfronteerd met een vordering tot betaling van € 500,00 door de gedaagde partij, die niet is verschenen. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten en de algemene voorwaarden in de kinderopvangovereenkomsten getoetst. De eisende partij heeft gesteld dat zij voldaan heeft aan de precontractuele informatieplichten zoals vastgelegd in artikel 6:230m lid 1 BW, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet voldoende is aangetoond. De eisende partij heeft niet duidelijk gemaakt dat de gedaagde partij op de hoogte was van het wettelijk herroepingsrecht, wat een schending van de informatieplicht inhoudt. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de herroepingstermijn is verlengd tot maximaal twaalf maanden, maar de gedaagde partij heeft geen herroepingsverzoek ingediend.

De kantonrechter heeft ook de contractuele informatieplicht beoordeeld en vastgesteld dat de eisende partij aan deze verplichting heeft voldaan. De algemene voorwaarden zijn als duurzame gegevensdrager aangemerkt, en de informatie over het herroepingsrecht is via een hyperlink verstrekt. De schending van de precontractuele informatieplicht heeft echter geleid tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomsten, waarbij de kantonrechter een sanctie van 10% van de verschuldigde hoofdsom heeft opgelegd. De kantonrechter heeft de niet-oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden en aanvullende voorwaarden bevestigd, maar heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om de aanvullende voorwaarden 2019 alsnog over te leggen.

De zaak is aangehouden voor het nemen van een akte door de eisende partij, waarbij zij zich moet uitlaten over de eventuele (on)eerlijkheid van de bedingen in de aanvullende voorwaarden. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11004356 \ CV EXPL 24-794
Uitspraakdatum: 9 oktober 2024
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Smallsteps B.V.
te Vianen (Utrecht)
de eisende partij
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 500,00 (onder uitdrukkelijke reservering van haar rechten op het restant), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.230,44 vanaf de dag van de dagvaarding en de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een drietal overeenkomsten op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. [1]
Ambtshalve toetsing van de precontractuele informatieplichten
2.3.
De eisende partij stelt dat zij heeft voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW. Zij heeft ter onderbouwing productie 5 overgelegd, waarin per verplichting is aangegeven op welke wijze er volgens de eisende partij is voldaan: door middel van informatie in (1) de (concept)overeenkomsten, op (2) de website en/of in (3) de algemene voorwaarden.
2.4.
Uit de toelichting en de stukken blijkt echter niet (voldoende) dat de eisende partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten aan de informatieplicht als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 onder h BW heeft voldaan. Dit artikel bepaalt onder meer dat de consument moet worden gewezen op het wettelijk herroepingsrecht (artikel 6:230o BW).
2.5.
De eisende partij stelt dat het herroepingsrecht is opgenomen in artikel 7 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017 (hierna: de algemene voorwaarden). De kantonrechter is van oordeel dat de gedaagde partij hiermee niet op duidelijke en begrijpelijke wijze op de hoogte is gebracht van deze informatie. De gedaagde partij had er vóór het sluiten van de overeenkomst tenminste expliciet op gewezen moeten worden dát deze informatie in de algemene voorwaarden te vinden is. Dit heeft de eisende partij bijvoorbeeld wel gedaan ten aanzien van de wijze van betalen (artikel 6:230m lid 1 sub g BW), door in de (concept)overeenkomsten te verwijzen naar de informatie hierover in de aanvullende algemene voorwaarden. Ten aanzien van de informatie over het herroepingsrecht heeft de eisende partij daaraan echter niet voldaan.
Ambtshalve toetsing van de contractuele informatieplichten
2.6.
Voor wat betreft de contractuele informatieplicht (artikel 6:230v lid 7 BW) heeft de eisende partij voldoende gesteld en onderbouwd dat deze is nagekomen. Gelet op de toelichting van de eisende partij is de kantonrechter van oordeel dat de algemene voorwaarden in dit geval als duurzame gegevensdrager in de zin van de artikelen 6:230v lid 7 en 6:230g lid 1 onder h BW kunnen worden aangemerkt, omdat deze door middel van een hyperlink aan de gedaagde partij ter hand zijn gesteld en als pdf-bestand opgeslagen konden worden voor latere kennisneming. Voor zover de informatie van artikel 6:230m lid 1 BW nog niet vóór sluiting van de overeenkomsten aan de gedaagde partij op een duurzame gegevensdrager was verstrekt (in de conceptovereenkomsten), is daaraan wel voldaan door toezending van de hyperlink van de algemene voorwaarden (waarin onder meer de informatie staat over het herroepingsrecht).
Welke sanctie hoort hierbij?
2.7.
De schending van de precontractuele informatie over het herroepingsrecht heeft tot gevolg dat de herroepingstermijn van veertien dagen is verlengd tot het moment waarop alle ontbrekende gegevens alsnog op de voorgeschreven wijze aan de gedaagde partij zijn verstrekt, echter met ten hoogste twaalf maanden (artikel 6:230o lid 2 BW). Nu deze termijn al is verstreken en niet is gesteld of gebleken dat de gedaagde partij de overeenkomsten heeft willen herroepen, zal de kantonrechter aan dit gebrek enkel de hieronder te noemen sanctie verbinden.
2.8.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 [2] moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.
2.9.
In deze zaak heeft de eisende partij de essentiële precontractuele informatieplicht zoals opgenomen in artikel 6:230m lid 1 onder h BW geschonden. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomsten gedeeltelijk vernietigen. Omdat alleen de precontractuele informatie over het herroepingsrecht is geschonden is de kantonrechter van oordeel dat, mede gelet op de aard van de onderhavige overeenkomsten, een vernietiging van 10% van de door de gedaagde partij verschuldigde hoofdsom voldoende doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig is.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.10.
De kantonrechter begrijpt dat op alle drie de onderhavige overeenkomsten de ‘Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017’ (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing zijn. Op één van de drie overeenkomsten zijn daarnaast ook de Aanvullende Voorwaarden Smallsteps versie januari 2020 van toepassing (hierna: de aanvullende voorwaarden 2020), terwijl op de andere twee overeenkomsten de Aanvullende Voorwaarden Smallsteps versie mei 2019 van toepassing zijn (hierna: de aanvullende voorwaarden 2019).
2.11.
Artikel 17 van de algemene voorwaarden betreft een rente- en incassobeding en artikel 16 een prijswijzigingsbeding. Deze bedingen zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden. Daarom worden ze in stand gelaten.
2.12.
Artikel 15 van de aanvullende voorwaarden 2020 betreft ook een rente- en incassobeding en in artikel 16 van deze voorwaarden staat ook een prijswijzigingsbeding. Deze bedingen zijn beknopter opgeschreven dan de hiervoor bedoelde bedingen in de algemene voorwaarden, maar inhoudelijk zijn deze (nagenoeg) gelijk. Omdat uit de aanvullende voorwaarden duidelijk blijkt dat de daarin opgenomen artikelen een aanvulling zijn op de algemene voorwaarden, waarin de hiervoor genoemde niet-oneerlijke bedingen zijn opgenomen, en ook de bedingen in de aanvullende voorwaarden aansluiten bij de wettelijke regels daaromtrent, is de kantonrechter van oordeel dat de gedaagde partij kon weten waar zij contractueel aan gehouden kan worden. Ook deze bedingen zijn daarom niet oneerlijk en worden in stand gelaten.
2.13.
De aanvullende voorwaarden 2019 zijn door de eisende partij niet overgelegd. Bij wijze van uitzondering wordt de eisende partij in de gelegenheid gesteld om deze voorwaarden alsnog bij akte over te leggen. Daarbij moet de eisende partij zich ook uitlaten over de eventuele (on-)eerlijkheid van de daarin opgenomen bedingen die verband houden met de vordering. Als de eisende partij daaraan niet of niet volledig voldoet, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de gevolgen verbinden die zij geraden acht.
2.14.
De kantonrechter wijst de eisende partij erop dat het niet overleggen van de toepasselijke algemene voorwaarden in eventuele vervolgzaken tot afwijzing van (een deel van) de vordering kan leiden.
2.15.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
6 november 2024voor het nemen van een akte zoals bedoeld onder rechtsoverweging 2.13.;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.