In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, is op 6 november 2024 een tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft een geschil tussen twee eisers, vertegenwoordigd door mr. N. Bakker, en een gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D. Molenkamp. De eisers hebben geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de voorgestelde deskundige, terwijl de gedaagde wel bezwaar heeft gemaakt en een aanvulling op de vraagstelling heeft voorgesteld. De kantonrechter heeft de bezwaren van de gedaagde afgewezen, omdat de voorgestelde deskundige is ingeschreven in het Landelijk Register Gerechtelijk Deskundigen en voldoende expertise heeft om de situatie te beoordelen. De kantonrechter heeft de gedaagde's verzoek om een andere deskundige te benoemen afgewezen, omdat deze niet als onpartijdig kan worden beschouwd.
De kantonrechter heeft de vragen die aan de deskundige voorgelegd zullen worden, vastgesteld en bepaald dat de eisers een voorschot van € 2.000,00 inclusief btw moeten deponeren. Dit voorschot moet binnen twee weken na ontvangst van de nota met betaalinstructies worden betaald. De deskundige zal pas met haar werkzaamheden beginnen nadat het voorschot is ontvangen. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de deskundige zelfstandig het onderzoek zal verrichten en dat partijen de deskundige toegang moeten verlenen tot noodzakelijke plaatsen voor het onderzoek. De deskundige moet haar rapport uiterlijk op 15 januari 2025 indienen, waarna de zaak opnieuw op de rol zal worden gebracht voor verdere behandeling.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden.