Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de stichting Ymere en een gedaagde die een woning had gekraakt. Ymere, eigenaar van het pand aan de [adres] te [plaats], had het pand tijdelijk verhuurd aan Zwerfkei Bewaring B.V. voor opslag, maar ontdekte op 23 juli 2024 dat de gedaagde het pand had gekraakt. Na een aantal stappen, waaronder een aangifte van onrechtmatig gebruik en een sommatie door de deurwaarder, heeft Ymere uiteindelijk een kort geding aangespannen om ontruiming van het pand te vorderen. Tijdens de zitting op 15 oktober 2024 verklaarde de gedaagde dat hij het pand inmiddels had verlaten en niet van plan was terug te keren. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, hoewel de gedaagde het pand had verlaten, Ymere een vonnis nodig had om toekomstige ontruiming te waarborgen, mocht de gedaagde of een ander opnieuw in het pand verblijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de bepaling dat het vonnis binnen 12 maanden ten uitvoer kan worden gelegd tegen iedereen die zich in het pand bevindt. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.