Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Beschuldiging
hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2024 tot en met 17 februari 2024, te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC), zijnde Clefedron, (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 17 februari 2024, te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1145 kilo, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC), zijnde Clefedron, (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in om omstreeks de periode van 15 januari 2024 tot en met 17 februari 2024, te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, Nederland, tezamen en in vereniging met anderen (meermalen) om een feit, bedoeld in het vierde en/of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen,
van Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Clefedron, zijnde Clefedron, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door:
(A) een hoeveelheid (ongeveer 9025 kilo) 2-broom-4-chloorpropiofenon en/of
(B) een hoeveelheid (ongeveer 50 liter) Pirolicline en/of
(C) een hoeveelheid (ongeveer 50 liter) Valerophenone en/of
(D) een hoeveelheid (ongeveer 3740 liter) Methylamine en/of
(E) een hoeveelheid (ongeveer 400 liter) Aceton en/of
(F) een hoeveelheid (ongeveer 3600 liter) Dichloormethaan en/of
(G) een hoeveelheid (ongeveer 400 liter) zoutzuur en/of
(H) een hoeveelheid (ongeveer 100 liter) 3-chloropropiophenon,
voorhanden te hebben en/of op te slaan;
hij op of omstreeks 17 februari 2024 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland,(van) een geldbedrag (ter hoogte van ongeveer 16.089 euro), althans een of meer voorwerpen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij in de periode van 15 januari 2024 tot en met 17 februari 2024 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar opzettelijk heeft vervaardigd en bereid en bewerkt en verwerkt en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, hoeveelheden van een materiaal bevattende Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC);
hij op 17 februari 2024 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, in een pand, gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1145 kilo Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC);
hij in de periode van 15 januari 2024 tot en met 17 februari 2024, te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen (meermalen) om een feit, bedoeld in het vierde en/of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en
- het opzettelijk vervaardigen,
van Clefedron (4-chloormethcathinon, 4-CMC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Clefedron,
- zich en/of een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door:
(A) een hoeveelheid (ongeveer 9025 kilo) 2-broom-4-chloorpropiofenon en
(B) een hoeveelheid (ongeveer 50 liter) Pirolicline en
(C) een hoeveelheid (ongeveer 50 liter) Valerophenone en
(D) een hoeveelheid (ongeveer 3740 liter) Methylamine en
(E) een hoeveelheid (ongeveer 400 liter) Aceton en
(F) een hoeveelheid (ongeveer 3600 liter) Dichloormethaan en
(G) een hoeveelheid (ongeveer 400 liter) zoutzuur en
(H) een hoeveelheid (ongeveer 100 liter) 3-chloropropiophenon,
voorhanden te hebben en/of op te slaan;
hij op 17 februari 2024 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, een geldbedrag (ter hoogte van ongeveer 15.989 euro) voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dat geldbedrag onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
6 (zes) jaren.
€ 97.674,56(zegge: zevenennegentigduizend zeshonderdvierenzeventig euro en zesenvijftig cent).