ECLI:NL:RBNHO:2024:10761
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen bevel tot sluiting van werkzaamheden op basis van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een vennootschap onder firma uit Heerhugowaard, afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een bevel tot preventieve stillegging van werkzaamheden dat was opgelegd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit bevel was gebaseerd op overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), waarbij verzoekster eerder al waarschuwingen en boetes had ontvangen voor soortgelijke overtredingen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de sluiting van de werkzaamheden evenredig is en dat de belangen van verzoekster minder zwaar wegen dan de belangen die door de Wav worden beschermd. Verzoekster heeft geen blijk gegeven van verbetering in haar bedrijfsvoering, wat de beslissing van de verweerder om het bevel op te leggen ondersteunt. De voorzieningenrechter benadrukt dat er geen hoger beroep of verzet mogelijk is tegen deze uitspraak en dat de sluiting op 30 oktober 2024 ingaat. De uitspraak is gedaan op 22 oktober 2024 en is openbaar uitgesproken.