ECLI:NL:RBNHO:2024:10737

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
10626728 \ CV EXPL 23-4774
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vertraging van vlucht door slechte weersomstandigheden en de gevolgen voor compensatie onder de Verordening (EG) nr. 261/2004

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V., vertegenwoordigd door mr. L. Kloot, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die passagiers recht geeft op compensatie bij vertragingen van meer dan drie uur. De feiten van de zaak zijn als volgt: een passagier had een vervoersovereenkomst met Expedia voor een vlucht van Alicante naar Traverse City, met een overstap in Amsterdam. De vlucht van Alicante naar Amsterdam, uitgevoerd door Transavia, was vertraagd, waardoor de passagier haar aansluitende vlucht miste en meer dan drie uur later op de eindbestemming aankwam. AirHelp heeft de vordering van de passagier overgenomen en eist een compensatie van € 250,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft de vraag behandeld of de passagier beschikte over een bevestigde boeking. De rechter oordeelde dat het reisoverzicht van Expedia als een bevestigde boeking kan worden aangemerkt. De vervoerder voerde aan dat de vertraging te wijten was aan buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden die de vertraging van een voorafgaande vlucht veroorzaakten. De kantonrechter concludeerde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken en dat de uiteindelijke vertraging van de passagier het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden. Daarom werd de vordering van AirHelp afgewezen en werd AirHelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

De beslissing van de kantonrechter werd uitgesproken op 25 september 2024, waarbij de vordering van AirHelp werd afgewezen en de proceskosten voor rekening van AirHelp kwamen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10626728 \ CV EXPL 23-4774
Uitspraakdatum: 25 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L. Kloot

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 4 juli 2023 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft, hoewel hiertoe in de gelegenheid gesteld, hierna geen akte meer genomen.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met Expedia een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest KLM haar op 11 september 2022 vervoeren van Alicante Airport (Spanje) via Amsterdam en Detroit (Verenigde Staten) naar Traverse City (Verenigde Staten).
2.2.
De vervoerder was de
operating carriervan vlucht KL2640 (codeshare HV6144) van Alicante naar Amsterdam (hierna: de vlucht). De vlucht is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft haar aansluitende vlucht(en) gemist, en is met een vertraging van meer dan drie uur op de overeengekomen eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagier heeft haar eventuele vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
Airhelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,- (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De eerste vraag die voorligt is of de passagier over een bevestigde boeking voor de vlucht beschikte. Het Hof heeft in het arrest van 21 december 2021 (C-146/20, C-188/20, C-196/20 en C-270.20) een ruimere definitie aan het begrip ‘boeking’ toegekend. De vervoerder heeft niet betwist dat Expedia in het onderhavige geval als touroperator valt aan te merken. Het door Airhelp overgelegde ‘reisoverzicht’ met daarin het bevestigingsnummer van Expedia kan naar het oordeel van de kantonrechter als een ‘bevestigde boeking’ in de zin van de Verordening worden aangemerkt.
4.3.
De vervoerder heeft verder een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Hij heeft in dit verband aangevoerd dat de vertraging van vlucht HV6144 te wijten is aan de vertraging van de voorafgaande vlucht, de HV6819. Die vlucht is met een vertraging van 3 uur en 6 minuten aangekomen in Alicante. De vertraging van vlucht HV6819 is volgens de vervoerder geheel te wijten aan slechte weersomstandigheden. Airhelp heeft niet betwist dat de slechte weersomstandigheden een buitengewone omstandigheid vormen, maar zij stelt dat niet is gebleken in hoeverre deze omstandigheden doorwerken naar de vlucht in kwestie.
4.4.
De vervoerder heeft bij dupliek de ‘
IATA-message’ van de vlucht in kwestie overgelegd. Hieruit blijkt hoe de vertrekvertraging van 3 uur en 20 minuten is opgebouwd: 3 uur en 6 minuten wegens code 93 [1] , 3 minuten wegens code 19 [2] , en 11 minuten wegens code 89 [3] . Airhelp is in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren, maar dit heeft zij nagelaten. Daarmee is vast komen te staan dat buitengewone omstandigheden die zich op vlucht HV6819 hebben voorgedaan voor de duur van 3 uur en 6 minuten doorwerken naar de vlucht in kwestie.
4.5.
Gesteld noch gebleken is dat de passagier de aansluitende vlucht evengoed had gemist indien er geen buitengewone omstandigheden waren opgetreden. Hieruit volgt dan ook dat de uiteindelijke vertraging van de passagier op de eindbestemming het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.6.
De vraag die vervolgens voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging ten gevolge van de annulering te voorkomen dan wel te beperken. De vervoerder heeft in dit verband aangevoerd dat hij er alles aan heeft gedaan om de vertraging van de passagier zo beperkt mogelijk te houden. Airhelp heeft dit niet betwist. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. Gelet op het voorgaande zal de vordering van Airhelp worden afgewezen
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van Airhelp, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 164,- aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt Airhelp tot betaling van € 41,- aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Aircraft Rotation – Late arrival of incoming aircraft from a previous flight or sector.
2.Reduce Mobility – delay by boarding/deboarding, passengers with reduce mobility (PRM’s).
3.Restrictions at airport of departure with or without ATFM restrictions; start-up/pushback delay.