ECLI:NL:RBNHO:2024:10672

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
11007146 CV EXPL 24-1974
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van rente en kosten afgewezen in geschil tussen douane expediteur en luchtvracht expediteur

In deze civiele zaak vordert de besloten vennootschap HINTEX CUSTOMS AGENCY B.V. (hierna: Hintex) betaling van rente en kosten van de besloten vennootschap SENIOR AIR FREIGHT B.V. (hierna: SAF) in verband met een te laat betaalde factuur. SAF heeft op haar beurt een tegenvordering ingesteld wegens gemaakte kosten. De kantonrechter heeft beide vorderingen afgewezen.

De procedure begon met een dagvaarding op 21 februari 2024, gevolgd door verschillende conclusies van partijen. De kern van het geschil draait om een factuur die Hintex op 7 juni 2018 aan SAF heeft gestuurd voor btw en kosten van douane inklaring, na een fout in de uitvoering van de opdracht. SAF heeft de factuur te laat betaald en stelt dat Hintex de gemaakte fout had moeten herstellen.

De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Hintex niet is verjaard, maar dat de vordering zelf niet toewijsbaar is omdat de fout van Hintex de oorzaak was van de btw verschuldigdheid. De rechter concludeert dat SAF niet kan worden verweten dat zij pas na terugbetaling van de btw door de Belastingdienst heeft betaald.

In reconventie vordert SAF vergoeding voor extra kosten die zij heeft gemaakt om de fout van Hintex te herstellen. De kantonrechter wijst deze vordering af, omdat de kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Uiteindelijk draagt iedere partij zijn eigen proceskosten.

Uitspraak

(RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11007146 \ CV EXPL 24-1974 (HB)
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HINTEX CUSTOMS AGENCY B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie
hierna te noemen: Hintex,
gemachtigde: PUURNouta,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SENIOR AIR FREIGHT B.V.,
te Haarlem,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: SAF,
gemachtigde: mr. I. Drory.
De zaak in het kort
In deze zaak vordert Hintex veroordeling van SAF tot betaling van rente en kosten in verband met een te laat betaalde factuur. SAF heeft een tegenvordering ingesteld vanwege door haar gemaakte kosten.
Zowel de vordering als de tegenvordering wordt afgewezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 februari 2024
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de door partijen overgelegde producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Hintex is een douane expediteur. SAF is een luchtvracht expediteur.
2.2.
Hintex heeft in of omstreeks 4 juni 2018 in opdracht en voor rekening van SAF douane inklaringswerkzaamheden uitgevoerd. Daarbij heeft Hintex een fout gemaakt, in die zin dat zij de betreffende goederen op het verkeerde btw nummer heeft ingeklaard (namelijk op nummer B01 in plaats van B02 zoals in het opdrachtformulier stond vermeld). Als gevolg van deze fout moest bij de invoer van de goederen btw (€ 5.140,95) worden betaald. Hintex heeft dat btw-bedrag voorgeschoten.
2.3.
Bij factuur van 7 juni 2018 heeft Hintex het btw bedrag van € 5.140,95 aan SAF in rekening gebracht, vermeerderd met de kosten van inklaring van € 30,00 (in totaal € 5.170,95).
2.4.
In de periode van 16 juni 2021 tot en met 19 mei 2023 hebben partijen regelmatig gecorrespondeerd over die factuur. In die correspondentie heeft Hintex SAF tot betaling van de factuur gemaand. In een e-mail van 30 november 2021 heeft SAF aan Hintex gevraagd of Ronald (van Hintex) heeft geprobeerd de btw terug te draaien bij de douane, waarop Hintex bij e-mail van diezelfde datum heeft geantwoord dat de douane geen btw teruggeeft, maar dat de klant deze via zijn kwartaal of jaaraangifte kan terugkrijgen. SAF heeft in verschillende e-mails (van 4 april 2023, 1 mei 2023 en 19 mei 2023) aangegeven dat de door haar ingeschakelde belastingadviseur daar (nog) mee bezig is.
2.5.
Omdat betaling van de factuur uitbleef, heeft Hintex haar vordering (na een laatste aanmaning op 2 juni 2023) op 5 juli 2023 ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde.
2.6.
De gemachtigde van Hintex heeft op 11 juli 2023 een sommatie-exploot (voor hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente) aan SAF betekend.
2.7.
Op 28 juli 2023 heeft de Belastingdienst het btw bedrag (afgerond € 5.141,00) aan SAP overgemaakt. SAP heeft vervolgens op 31 juli 2023 het factuurbedrag van € 5.170,95 aan Hintex betaald.

3.Het geschil in conventie

3.1.
Hintex vordert - samengevat - veroordeling van SAF tot betaling van € 2.980,78, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 5.170,95 vanaf 19 februari 2024.
3.2.
Hintex legt aan de vordering ten grondslag - kort weergegeven - dat SAF de wettelijke handelsrente (berekend tot 19 februari 2024 € 2.463,68) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 517,10) verschuldigd is geworden doordat zij het factuurbedrag van € 5.170,95 te laat (en bovendien pas na sommatie) heeft voldaan. SAF heeft volgens Hintex vanaf 2018 en in elk geval sinds 2021 genoeg tijd gehad om de teruggave van de btw met de Belastingdienst te regelen.
3.3.
SAF is van mening dat de vordering moet worden afgewezen. Primair stelt zij zich op het standpunt dat het vorderingsrecht van Hintex is verjaard. Subsidiair voert zij aan - kort samengevat - dat SAF direct bezwaar heeft gemaakt tegen de factuur, omdat Hintex de opdracht verkeerd had uitgevoerd. Tot de ontvangst van het betalingsverzoek van Hintex van 16 juni 2021 ging SAF er - achteraf ten onrechte - vanuit dat Hintex de gemaakte fout zou herstellen door bezwaar te maken tegen de beslissing van de douane. Nadat de Belastingdienst (na de inspanningen van de door SAF ingeschakelde belastingconsulent) het btw bedrag aan SAF had voldaan, is SAF meteen tot betaling van de factuur overgegaan. Hintex heeft dus ten onrechte rente en buitengerechtelijke incassokosten in rekening gebracht.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
SAF vordert veroordeling van Hintex tot betaling van een bedrag van € 1.899,83, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de veroordeling.
4.2.
Zij legt aan die tegenvordering - kort weergegeven - ten grondslag dat zij ongevraagd en ongerechtvaardigd is geconfronteerd met extra administratiewerk om de door Hintex gemaakte fouten ongedaan te maken en de door Hintex voorgeschoten btw terug te vorderen van de Belastingdienst. Hierdoor heeft SAF naar schatting voor een bedrag van € 437,75 (5 uur) aan interne werkzaamheden moeten verrichten. Bovendien heeft zij een belastingconsulent moeten inschakelen om het btw bedrag terug te krijgen. Deze heeft voor zijn werkzaamheden € 905,08 aan kosten in rekening gebracht. Verder heeft SAF buitengerechtelijke incassokosten van € 560,00 moeten maken. Deze kosten van in totaal € 1.899,83 moeten voor rekening van Hintex komen.
4.3.
Hintex is van mening dat de tegenvordering moet worden afgewezen. Zij voert - kort samengevat - aan dat er geen grondslag is voor het vorderen van deze bedragen en/of dat deze bedragen onvoldoende zijn onderbouwd.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
Geen verjaring
5.1.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van Hintex niet is verjaard. Die vordering betreft een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen. Een dergelijke rechtsvordering verjaart door verloop van 5 jaren (artikel 3:307 lid 1 BW). Op grond van artikel 3:317 lid 1 BW wordt de verjaring van een dergelijke vordering gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Hintex heeft SAF diverse keren tot betaling gemaand in de als productie 4 bij dagvaarding overgelegde correspondentie over de periode van 16 juni 2021 tot en met 17 mei 2023. Hiermee heeft Hintex de verjaring gestuit.
Inhoudelijke beoordeling van de vordering
5.2.
De vordering van Hintex wordt echter afgewezen.
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Hintex bij de uitvoering van de aan haar verstrekte opdracht een fout heeft gemaakt, waardoor een bedrag van € 5.140,95 aan btw verschuldigd is geworden. Hintex heeft niet weersproken dat er geen btw plicht zou zijn ontstaan als de goederen op het juiste, in de opdracht aangegeven btw nummer zouden zijn ingeklaard.
5.4.
Hintex was ervan op de hoogte dat SAF met behulp van de door haar ingeschakelde belastingadviseur bezig was het door Hintex voorgeschoten btw bedrag van de Belastingdienst terug te krijgen. Hoewel dit lang heeft geduurd, is de kantonrechter van oordeel dat Hintex haar vordering ten onrechte ter incasso uit handen heeft gegeven. De factuur betrof immers voor het overgrote deel (€ 5.140,- van € 5.170,95) de door Hintex voorgeschoten btw waarvan de verschuldigdheid door haar eigen fout was veroorzaakt. Daarom kan SAF niet worden tegengeworpen dat zij de factuur pas heeft betaald nadat de Belastingdienst de btw had teruggestort. De omstandigheid dat SAF in een eerder (volgens Hintex soortgelijk) geval in 2018 wel meteen tot betaling van de btw-vordering is overgegaan, maakt dat niet anders.
in reconventie:
De kosten van interne werkzaamheden
5.5.
Het door SAF gevorderde bedrag van € 437,75 zal worden afgewezen, omdat de betreffende interne werkzaamheden en de daaraan verbonden kosten – ook na betwisting daarvan door Hintex – onvoldoende zijn onderbouwd.
De kosten van de belastingconsulent
5.6.
De kosten van de belastingconsulent van € 905,08 zijn evenmin toewijsbaar. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft SAF namelijk onvoldoende toegelicht dat het noodzakelijk was om voor teruggave van de btw een belastingconsulent in te schakelen. Daarom moeten de door die consulent gefactureerde kosten voor rekening van SAF blijven.
De buitengerechtelijke kosten
5.7.
Ook het bedrag van € 560,- aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen. SAF heeft als productie 6 bij haar eis in reconventie een factuur van Inviqta overgelegd ter onderbouwing van die kosten. Naar Hintex bij antwoord in reconventie - terecht - heeft aangevoerd, staat op die factuur (ook) vermeld dat deze ziet op werkzaamheden verricht met betrekking tot de vordering op Katz International LTD. De bij die factuur in rekening gebrachte buitengerechtelijke kosten lijken dus (geheel of gedeeltelijk) te zien op een andere vordering dan die in deze procedure aan de orde is. SAF is op dat verweer bij repliek in conventie in het geheel niet ingegaan. Daarom is de betreffende vordering van SAF onvoldoende komen vast te staan.
de proceskosten in conventie en in reconventie:
5.8.
Gelet op de uitkomst van de procedure, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie:
6.1.
wijst de vordering van Hintex en de tegenvordering van SAF af;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.
De griffier, De kantonrechter,