ECLI:NL:RBNHO:2024:10620

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 september 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
11242832 \ VV EXPL 24-138
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming in kort geding wegens beëindiging huurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonopmaat en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Woonopmaat, vorderde ontruiming van een woning omdat de huurovereenkomst per 7 juli 2024 was geëindigd. De gedaagde was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, en er was verstek verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst en een woonbegeleidingsovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat de gedaagde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden. Hierdoor verblijft de gedaagde zonder recht of titel in de woning, wat de vordering tot ontruiming rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen en de gedaagde veroordeeld om binnen zeven dagen de woning te ontruimen en de proceskosten van € 809,72 te betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11242832 \ VV EXPL 24-138
Vonnis in kort geding van 23 september 2024
in de zaak van
STICHTING WOONOPMAAT,
gevestigd te Beverwijk,
eisende partij,
hierna te noemen: Woonopmaat,
gemachtigde: mr. N. Reinalda,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 augustus 2024;
- de mondelinge behandeling van 9 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
[gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter stelt in dit kader voorop dat een bij voorlopige voorziening bevolen ontruiming een maatregel is, die diep ingrijpt in het gebruiksrecht en de daarmee verbonden huurbescherming van de huurder. Bij de beoordeling van een dergelijke vordering moet - volgens vaste jurisprudentie - grote terughoudendheid worden betracht, gelet op de omstandigheid dat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een - diepgaand - onderzoek naar bestreden feiten en gezien de vergaande, veelal onomkeerbare gevolgen van een ontruiming in kort geding, zoals in deze zaak aan de orde is.
2.2.
Woonopmaat vordert (kort gezegd) dat de kantonrechter [gedaagde] – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad – veroordeelt om de woning aan de [adres] [plaats] met al het zijne en de zijnen te (laten) ontruimen en te verlaten, leeg en bezemschoon, onder afgifte van de sleutels aan Woonopmaat. Verder vordert Woonopmaat dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten. Ter zitting heeft Woonopmaat haar eis vermindert in die zin dat zij niet langer wettelijke rente vordert.
2.3.
Een vordering tot ontruiming is naar haar aard spoedeisend. De volgende feiten zijn niet bestreden. Partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] de woning per 7 juli 2022 voor de duur van twee jaar huurt van Woonopmaat. Daarnaast heeft [gedaagde] op 7 juli 2022 een woonbegeleidingsovereenkomst voor de duur van twee jaar gesloten met Stichting HVO Querido. De huurovereenkomst en de woonbegeleidingsovereenkomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij brief van 8 april 2024 aan de toenmalige bewindvoerder van [gedaagde] heeft Woonopmaat laten weten dat de huurovereenkomst eindigt op 7 juli 2024, omdat [gedaagde] zich niet houdt aan de voorwaarden uit de huurovereenkomst en de woonbegeleidingsovereenkomst. Deze feiten bieden naar het oordeel van de kantonrechter voldoende steun aan het betoog van Woonopmaat dat de huurovereenkomst is geëindigd op 7 juli 2024, zodat [gedaagde] op dit moment zonder recht of titel in de woning verblijft (zie artikel 7:228 lid 1 BW en artikel 7:271 lid 1 BW). De vordering tot ontruiming komt de kantonrechter daarom niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen op de wijze als vermeldt onder 3. De beslissing.
2.4.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Woonopmaat worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
Totaal
809,72

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Woonopmaat zijn, en de sleutels af te geven aan Woonopmaat,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 809,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2024.
De griffier De kantonrechter