Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 9 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonopmaat en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Woonopmaat, vorderde ontruiming van een woning omdat de huurovereenkomst per 7 juli 2024 was geëindigd. De gedaagde was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, en er was verstek verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst en een woonbegeleidingsovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat de gedaagde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden. Hierdoor verblijft de gedaagde zonder recht of titel in de woning, wat de vordering tot ontruiming rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen en de gedaagde veroordeeld om binnen zeven dagen de woning te ontruimen en de proceskosten van € 809,72 te betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.