Uitspraak
[bedrijf 1],
[bedrijf 2],
1.De procedure
2.De feiten
4.5De betalingsverplichting van de huurder bestaat uit:
23.1De betaling van de huurprijs en van al hetgeen verder krachtens deze huurovereenkomst is verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in wettig Nederlands betaalmiddel – zonder opschorting, aftrek of verrekening met een vordering welke Huurder op Verhuurder heeft – geschieden door storting dan wel overschrijving op een door Verhuurder op te geven rekening. Huurder kan alleen dan verrekenen als de vordering door de rechter is vastgesteld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Huurder kan alleen dan verrekenen als de vordering door de rechter is vastgesteld.” Hieruit volgt dat verrekening contractueel is uitgesloten, tenzij [gedaagde] een vordering heeft op [eiser] die door de rechter is vastgesteld. Daarvan is in dit geval geen sprake. [gedaagde] kon de al dan niet te veel betaalde voorschotbedragen daarom niet verrekenen met de openstaande huur. [gedaagde] is dan ook ten onrechte van mening dat de huurachterstand ruimschoots is voldaan. De vordering van [eiser] is toewijsbaar.