ECLI:NL:RBNHO:2024:10569

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
10727062 \ CV EXPL 23-6368
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van proceskosten door passagiers na vertraging van vlucht

In deze zaak hebben de passagiers van de vervoerder, Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, na vermindering van eis, gevorderd dat de vervoerder wordt veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. De passagiers stellen dat de vervoerder de reden is geweest dat zij een gerechtelijke procedure moesten starten. De vervoerder betwist dit en voert aan dat de passagiers niet aan de Duitse wet voldeden, waardoor zij geen inhoudelijke reactie konden geven. De kantonrechter oordeelt dat het aan de passagiers lag om aan de verzoeken van de vervoerder te voldoen voordat zij een gerechtelijke procedure startten. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam naar Havana, met een overstap in München. Door een vertraging van de vlucht hebben zij hun aansluiting gemist en zijn zij met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen. De passagiers hebben compensatie gevorderd, maar de vervoerder heeft niet uitbetaald. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij Claimsnel gemachtigd hebben om hen in de procedure te vertegenwoordigen. De kantonrechter volgt de stelling van de passagiers dat de vervoerder hen nodeloos heeft gedwongen om deze procedure op te starten, omdat de vervoerder niet eerder inhoudelijk heeft gereageerd op hun verzoeken. De kantonrechter veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 814,42, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10727062 \ CV EXPL 23-6368
Uitspraakdatum: 2 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]

2. [eiser 2]wonende te [plaats 2]

3. [eiser 3]

4. [eiser 4]beiden wonende te [plaats 1]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (handelend onder de naam Claimsnel.nl)
tegen
de buitenlandse vennootschap
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
gevestigd te Keulen, Duitsland
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. E.C.C.M. Bootsman en mr. F.B. Mahabali (Russell Advocaten)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder - na vermindering van eis – gevorderd dat hij veroordeeld zal worden tot betaling van de proceskosten. Nu de vervoerder de reden is geweest dat er een gerechtelijke procedure gestart moest worden. De kantonrechter volgt deze stelling en veroordeelt de vervoerder in de proceskosten.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 15 november 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via München (Duitsland) en Toronto (Canada) naar Havana (Cuba), met vluchtcombinatie LH2301, AC835 en AC1876.
2.2.
Vlucht LH2301 van Amsterdam naar München, hierna: de vlucht, is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben de overstap gemist. Zij zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht waarmee zij met een vertraging van meer dan 3 uur op hun eindbestemming zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen – na vermindering van eis – dat de vervoerder veroordeeld zal worden tot betaling van de proceskosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd dat deze procedure voorkomen had kunnen worden als de vervoerder in een eerder stadium meer informatie zou hebben gegeven over de oorzaak van de vertraging van de vlucht. Daarom moet de vervoerder de proceskosten vergoeden, aldus de passagiers.
3.3.
De vervoerder betwist dit. Op zijn verweer wordt – voor zover relevant – ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder stelt allereerst dat de passagiers niet-ontvankelijk verklaard moeten worden omdat Claimsnel.nl (hierna: Claimsnel) niet rechtsgeldig gemachtigd is om namens de passagiers in rechte te vertegenwoordigen. Claimsnel heeft geen volmachtformulier en ook geen paspoorten van de passagiers in de procedure overgelegd, aldus de vervoerder.
4.3.
De passagiers hebben bij conclusie van repliek een e-mail van 5 december 2022 aan de vervoerder overgelegd. De e-mail bevat een aanmaning. Daarnaast bevat de e-mail vier volmachtformulieren en kopieën van de paspoorten van de passagiers.
4.4.
De kantonrechter oordeelt dat de passagiers het hiermee voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij Claimsnel gemachtigd hebben om hen in de procedure te vertegenwoordigen.
4.5.
Bij conclusie van repliek hebben de passagiers de gevorderde hoofdsom ingetrokken. De passagiers vorderen nog wel vergoeding van de proceskosten. De kantonrechter begrijpt hun betoog zo dat zij stellen dat de vervoerder hen nodeloos heeft gedwongen om deze procedure op te starten. Volgens de passagiers heeft hij niet eerder inhoudelijk gereageerd op de verschillende verzoeken om betaling van de passagiers. Daarom was de stap naar de kantonrechter noodzakelijk om een inhoudelijke reactie van de vervoerder te ontvangen, aldus de passagiers.
4.6.
De vervoerder betwist dit. Hij voert daartoe aan dat zij niet eerder inhoudelijk heeft kunnen reageren op de vordering. Hij voert daartoe aan dat de vordering van de passagiers naar een e-mailadres van de vervoerder is gestuurd. De vervoerder kan echter alleen vorderingen in behandeling nemen via een webformulier. Daarnaast waren de door de passagiers aangeleverde gegevens niet volledig. De KvK-gegevens zijn namelijk pas op 26 februari 2023 aan de vervoerder gestuurd. Daarnaast waren de kopieën van de paspoorten van de passagiers onleesbaar. Daarom kon hij niet concluderen of de handtekening op de volmachten wel overeenkwam met die op de paspoorten, aldus de vervoerder.
4.7.
Het betoog van de passagiers slaagt. De kantonrechter gaat voorbij aan het betoog van de vervoerder dat de vordering via een website had moeten worden ingediend, nu vast staat dat hij de e-mails van de passagiers wel heeft ontvangen en (weliswaar afwijzend) daarop heeft gereageerd. De vervoerder heeft niet gemotiveerd waarom de KvK-gegevens noodzakelijk waren voor een inhoudelijke reactie op de passagiers. Ook heeft hij niet aangevoerd dat hij om een (betere) kopie van de paspoorten heeft gevraagd. Bij deze stand van zaken, moet het er dus voor gehouden worden dat de vervoerder eerder inhoudelijk op de aanmaningen van de passagiers had kunnen reageren. Nu hij dit heeft nagelaten, bestaan de kosten van deze procedure uit nodeloos aangewende kosten. Daarom zal de kantonrechter deze voor rekening laten van de vervoerder.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 162,42;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 408,00;
5.2.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter