Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]
3. [eiser 3]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 408,00;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben de passagiers van de vervoerder, Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, na vermindering van eis, gevorderd dat de vervoerder wordt veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. De passagiers stellen dat de vervoerder de reden is geweest dat zij een gerechtelijke procedure moesten starten. De vervoerder betwist dit en voert aan dat de passagiers niet aan de Duitse wet voldeden, waardoor zij geen inhoudelijke reactie konden geven. De kantonrechter oordeelt dat het aan de passagiers lag om aan de verzoeken van de vervoerder te voldoen voordat zij een gerechtelijke procedure startten. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam naar Havana, met een overstap in München. Door een vertraging van de vlucht hebben zij hun aansluiting gemist en zijn zij met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen. De passagiers hebben compensatie gevorderd, maar de vervoerder heeft niet uitbetaald. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij Claimsnel gemachtigd hebben om hen in de procedure te vertegenwoordigen. De kantonrechter volgt de stelling van de passagiers dat de vervoerder hen nodeloos heeft gedwongen om deze procedure op te starten, omdat de vervoerder niet eerder inhoudelijk heeft gereageerd op hun verzoeken. De kantonrechter veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 814,42, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 oktober 2024.