Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Ymere;
- de pleitnota van [gedaagde].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen STICHTING YMERE en een gedaagde partij, die op een geheim adres woont. Ymere vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, omdat deze zich niet aan de huurovereenkomst hield door overlast te veroorzaken en zonder toestemming iemand bij zich te laten inwonen. De huurovereenkomst bevatte bepalingen die het de huurder verbieden om zonder toestemming van de verhuurder derden in de woning te laten wonen en om overlast te veroorzaken. Ymere had herhaaldelijk klachten ontvangen van omwonenden over de gedaagde en had bewijs verzameld, waaronder videobeelden en verklaringen van buren, die de vermoedens van overlast en ongeoorloofd inwonen onderbouwden. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de persoon die in zijn woning werd gezien een vriend was die alleen kwam gamen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen en dat het vermoeden van Ymere dat de gedaagde zonder toestemming iemand bij zich laat inwonen, voldoende aannemelijk was. De rechter oordeelde dat de gedaagde tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst en dat er sprake was van ernstige tekortkomingen die ontruiming rechtvaardigen. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de camera die hij zonder toestemming had opgehangen, te verwijderen. Tevens is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.