Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 135,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, mr. P.P. Otte, wegens het niet betalen van rente en aflossing van een geldlening die verband houdt met de overname van een onderneming. De vordering is ingesteld op 30 januari 2024, waarna gedaagde schriftelijk heeft geantwoord en een tegenvordering heeft ingediend. Tijdens de zitting op 24 september 2024 zijn beide partijen verschenen, waarbij eiser werd bijgestaan door Juristu.
De kern van het geschil betreft de nakoming van de koopovereenkomst van de onderneming, waarbij eiser stelt dat gedaagde de afgesproken betalingen niet heeft verricht en een contract met een derde partij niet heeft overgenomen. Gedaagde heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld, waarbij hij onder andere huur voor opslag van goederen en kosten voor opruiming vordert. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele onderdelen, zoals de vordering met betrekking tot de koffieautomaat.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde in verzuim is met betrekking tot de geldlening en dat de overeenkomst van geldlening bindend is, ondanks het ontbreken van een schriftelijke bevestiging. De vordering tot betaling van de achterstand in de aflossing en rente is toegewezen, evenals de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De tegenvordering van gedaagde is grotendeels afgewezen, met uitzondering van een vergoeding voor opruimkosten.