Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Op 20 augustus 2023 zijn wij met u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan. Uw arbeidsovereenkomst eindigt op 21 februari 2024.Aangezien u op 17 januari 2024 per whatsapp heeft aangegeven per direct te willen stoppen, en u de minimale contracturen reeds heeft gewerkt ben u per direct vrijgesteld van werk.Mocht u zich bedenken dan willen wij u het volgende mededelen;Met inachtneming van de wettelijke aanzegtermijn bevestigen wij middels deze brief dat uw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd helaas niet zal worden verlengd. Uw arbeidsovereenkomst zal op 21 februari 2024 van rechtswege eindigen. Aangezien u per direct bent vrijgesteld van werk heeft u reeds uw laatste werkdag bij ons gehad.Wij verzoeken u vriendelijk zoals ook al via whatsapp is medegedeeld om direct de bedrijfseigendommen in te leveren.”
3.De vordering
€ 12.366,81, te vermeerderen met de nakosten. Subsidiair vordert Papillon een bedrag van
€ 9.751,81, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
Ben het helemaal zat”, “
wil deze stress niet meer, dat moeten overleven”, “
ik ga naar de klote”, “
sorrie dat ik zo door draai hoor, het is te veel”, “
ik zit echt letterlijk in de rats man”). Papillon is te snel aan de gemoedstoestand van [gedaagde] voorbijgegaan. Bovendien vraagt [gedaagde] in de berichten van 18 januari 2024 juist om meer (werk)uren. Daarmee lijkt hij (dus) terug te komen op zijn ‘opzegging’. Papillon had toen bij [gedaagde] moeten verifiëren of hij de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk per direct wilde beëindigen. Papillon heeft [gedaagde] weliswaar op 17 januari 2024 aangeraden om geen beslissingen te nemen, waar hij mogelijk spijt van zou krijgen, maar dit is onvoldoende om aan te nemen dat Papillon aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Het had op de weg van Papillon gelegen om op een later moment in een rustig gesprek te peilen of een afscheid echt was wat [gedaagde] wilde. De conclusie luidt dan ook dat Papillon er, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat [gedaagde] heeft bedoeld om de arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen.
(€ 211,56 bruto).