In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 16 oktober 2024 vonnis gewezen in een geschil tussen GTJ Trading B.V. en Kiheho B.V. over de levering van een klepelmaaier. De procedure volgde na een deskundigenbericht dat op 22 juli 2024 was ingediend. De deskundige had de opdracht gekregen om de staat van de klepelmaaier te beoordelen en te bepalen of deze voldeed aan de overeenkomst. De deskundige concludeerde dat de klepelmaaier bij aflevering op 2 juni 2022 in een staat 'zo goed als nieuw' verkeerde, ondanks de gebruikssporen. GTJ Trading B.V. eiste betaling van de helft van de koopsom, vermeerderd met contractuele rente, en stelde dat Kiheho B.V. haar verplichtingen niet kon opschorten vanwege een niet geleverde set klepels. Kiheho B.V. betwistte de conclusies van de deskundige, maar de kantonrechter oordeelde dat de deskundige zijn bevindingen adequaat had onderbouwd. De kantonrechter wees de vordering van GTJ Trading B.V. toe, inclusief de buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde Kiheho B.V. in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.