ECLI:NL:RBNHO:2024:10185

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
342307
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over levering klantenbestand in faillissement D-RT Groep B.V. en vorderingen van curatoren

Deze zaak betreft een geschil tussen de curatoren in het faillissement van D-RT Groep B.V. (D-Reizen) en Prijsvrij, die activa uit de boedel heeft gekocht. De curatoren vorderen een aantal betalingen van Prijsvrij, waarbij een geschil is ontstaan over het geleverde klantenbestand. De rechtbank oordeelt dat als uitgangspunt geldt dat een klantenbestand geleverd zou worden dat ten minste 520.000 actieve klanten bevatte. De curatoren hebben aan hun verplichting klantgegevens te leveren voldaan door overdracht van de klantgegevens in de BAS-administratie, maar hebben slechts 428.155 actieve klanten geleverd. Het beroep op wanprestatie van Prijsvrij slaagt, wat leidt tot de conclusie dat Prijsvrij na verrekening van haar vordering uit wanprestatie nog een bedrag van € 103.527,24 aan de curatoren moet betalen.

De procedure omvat verschillende stappen, waaronder tussenvonnissen en akten van beide partijen. De feiten zijn dat de curatoren zijn aangesteld in het faillissement van D-RT Groep B.V. en haar dochtermaatschappijen, en dat Prijsvrij een bindende bieding heeft gedaan voor de activa, inclusief het klantenbestand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de curatoren niet hebben voldaan aan hun verplichtingen, wat leidt tot de vordering van Prijsvrij op schadevergoeding. De rechtbank heeft de schade begroot op € 176.625,00, wat resulteert in een te verrekenen bedrag van € 26.625,00 voor Prijsvrij.

In reconventie heeft Prijsvrij ook vorderingen ingesteld, maar deze zijn niet verder behandeld omdat het verrekeningsverweer slechts gedeeltelijk slaagde. De rechtbank heeft de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/342307 / HA ZA 23-416
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van

1.mr. [curator 1],

te [plaats 1],
2.
mr. [curator 2],
te [plaats 1],
in hun hoedanigheid van curatoren van D-RT Groep B.V., D-RT Retail B.V. en D-RT Shared Services Center B.V.,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: de Curatoren,
advocaat: mr. M.A.M.J. Stücken,
tegen
HADER JV HOLDING B.V.,
te [plaats 2],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Prijsvrij,
advocaat: mr. H. Knotter.
De zaak in het kort
Deze zaak betreft een geschil tussen de Curatoren in het faillissement van D-RT Groep B.V. (D-Reizen) en Prijsvrij die activa uit de boedel heeft gekocht. De Curatoren vorderen een aantal betalingen van Prijsvrij. Tussen partijen is onder meer een geschil ontstaan over het geleverde klantenbestand. De rechtbank is van oordeel dat als uitgangspunt geldt dat een klantenbestand geleverd zou worden dat
ten minste520.000 actieve unieke klanten bevatte. De Curatoren hebben aan hun verplichting klantgegevens te leveren voldaan door overdracht van de klantgegevens in de BAS-administratie. Zij hebben echter slechts 428.155 actieve klanten geleverd. Het beroep op wanprestatie van Prijsvrij slaagt. Een en ander leidt er toe – na beoordeling van de overige vorderingen – dat Prijsvrij na verrekening van haar vordering uit wanprestatie nog een bedrag van € 103.527,24 aan de Curatoren moet betalen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 april 2024
- de akte houdende vermeerdering eis tevens akte houdende aanpassing en aanvulling gronden van 2 september 2024 van Prijsvrij met producties 40 tot en met 43
- de antwoordakte naar aanleiding van de akte vermeerdering van eis tevens akte houdende aanpassing en aanvulling gronden van 2 september 2024 van de Curatoren met producties 20 tot en met 22
- de akte vermeerdering van eis in conventie tevens akte houdende inbreng produkties van 2 september 2024 van de Curatoren met producties 23 tot en met 28
- het bericht van 28 augustus 2024 van Prijsvrij met productieoverzicht en producties 44 tot en met 50
- de mondelinge behandeling van 2 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitaantekeningen van de Curatoren
- de spreekaantekeningen van Prijsvrij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Curatoren zijn curator in het faillissement van D-RT Groep B.V. en haar dochtermaatschappijen D-RT Retail B.V. en D-RT Shared Services Center B.V. (hierna samen: de failliete vennootschappen), waarvan de faillissementen op 6 april 2021 door deze rechtbank zijn uitgesproken.
2.2.
De failliete vennootschappen vormden samen met andere vennootschappen het D-Reizenconcern (hierna: D-RT). D-RT was als reisorganisatie actief en handelde daarbij onder diverse handelsnamen, waaronder D-Reizen en VakantieXperts (hierna: VX).
2.3.
HaDer JV Holding B.V. (Prijsvrij, ook handelend onder de naam Prijsvrij Holding) is het moederbedrijf van Prijsvrij Vakanties, een professionele reisdienstverlener en online doorverkoper van pakketreizen.
2.4.
De Curatoren hebben in het kader van de verkoop van de activa van de (toen nog te failleren) failliete vennootschappen een taxatie laten verrichten door het Nederlands Taxatie- en Adviesbureau (NTAB). Het inventarisatie- en taxatierapport, opgemaakt door NTAB, (hierna: het taxatierapport), vermeldt over het klantenbestand onder meer:
Klantenbestand
Wij hebben van de onderneming informatie ontvangen op 31 maart jl. naar aanleiding van de door ons gestelde vragen op het gebied van het klantenbestand. Deze informatie hanteren we als basis voor onze waardering. Het stuk geeft inzicht in het aantal actieve klanten over de periode 2017 tot en met 2019. Het betreft 520.000 actieve klanten. (…)
Factoren die een impact hebben op onze waardering zijn de volgende.
(…)
Merknamen zitten in een andere entiteit;
(…)
(…)
Voor de waardering hebben wij gekeken naar het aantal terugkerende klanten en de potentiële omzet en winstbijdrage die dat oplevert. (…)
Onderhandse waarde bij gelijkblijvend gebruik € 1.000.000,-
2.5.
Nadat Prijsvrij een eerste non-binding offer van € 2.500.000,- voor alle activa had uitgebracht, hebben de Curatoren het taxatierapport aan Prijsvrij verstrekt.
2.6.
Prijsvrij heeft naast het taxatierapport een verslag van de Curatoren ontvangen waarin een toelichting staat op het aantal boekingen dat door klanten van D-RT is gedaan (hierna: het verslag). In het verslag is onder meer opgenomen:
Actieve klanten
Gedurende 2017 tot en met 2019 hebben ruim 520.000 klanten een boeking gedaan bij de D-rt groep (…).
Actieve klanten (die recentelijk geboekt hebben) zijn relevanter voor de onderneming. Een groot deel van het totale klantenbestand (203.620 klanten) was nog actief gedurende 2019, met een piek van ‘laatste boekingen’ in januari 2019. Het aantal semi-actieve klanten, die voor het laatste in 2018 geboekt hebben, bedraagt 162.115. Voor nog eens 156.174 klanten lag de laatste boeking in 2017.
(…)
Verdeling van de totale omzet over 2017 tot en met 2019 per bron
Proportion of revenue from Online and Offline sales
VXPanta (…)
DenHam (…)
(…) (…)
VakantieXperts (…)
(…) (…)
0% 10% (…) 100%
Aantal boekingen
Het totaal aantal boekingen gedurende 2017 tot en met 2019 jaar lag op 823.786 (in totaal).
Herhalende en eenmalige klanten
Gedurende 2017 tot en met 2019 was het totaal aantal klanten als volgt verdeeld gebaseerd op de frequentie van boekingen.
Frequentie
Totaal aantal klanten
Percentage klanten
1 boeking
368.549
70,76%
2 boekingen
87.187
16.74%
3 boekingen
36.077
6,93%
> 3 boekingen
29.055
5,58%
2.7.
Prijsvrij heeft op 18 mei 2021 een bindende bieding gedaan die de Curatoren hebben geaccepteerd. In de bieding wordt de geboden koopprijs van € 2.863.000,- als volgt gespecificeerd/verdeeld:
Brand IP-rights EUR 500,000
Customer data EUR 1,000,000 (“Data Price”)
Fixed assets EUR 1,363,000
Met betrekking tot de over te nemen activa heeft Prijsvrij onder meer de volgende voorwaarde opgenomen:
We have based our bid on the condition that in any case the ownership (…) is included, ofall assetsas mentioned /understood in;
- the ‘inventarisatierapport’ of March 31th 2021, including and not limited to the complete and exclusively provided (enriched) customer data(base) (available in the data-room, annex 2.3);
(…)
In the Asset Purchase Agreement (“APA”) to be concluded between you and Prijsvrij a provision will be incorporated in case more than 20% [1] of the customers will “opt-out’(meaning request to delete their personal data from the Customer data base) as a result of the obligation of the administrators under the GDPR to inform the customers about the sale of the Customer data. In case more than 10% will ‘opt out’, the Data Price will be reduced accordingly for the surplus of 10%. That is, for example, if 25% of the customers will opt-out, then the Data Price shall be reduced with 15% (25% minus 10%) i.e. EUR 150,000;
2.8.
De afspraken tussen de Curatoren en Prijsvrij over de overdracht van de activa zijn vastgelegd in een koopovereenkomst gedateerd 18 juni 2021 (hierna: de koopovereenkomst).
2.9.
In de koopovereenkomst zijn voor zover relevant de volgende bepalingen opgenomen met betrekking tot de koop van het klantenbestand (waarbij met ‘Trustees’ de Curatoren, met ‘Purchaser’ Prijsvrij en met ‘Companies’ de failliete vennootschappen worden bedoeld):

1.GENERAL

1.1
Unless the context otherwise requires, the following definitions shall apply in this Agreement:
(…)
Customer Datahas the meaning ascribed to this term in Clause 4.1:
(…)

4.CUSTOMER DATA

4.1
On the terms and conditions set out in this Agreement and the Binding Offer the Trustees hereby sell to the Purchaser and the Purchaser hereby agrees to purchase and accepts all data, in the broadest sense of the word, available in the customer data bases of the Companies as further described and detailed inExhibit C and Exhibit E(the “Customer Data”) and preconditioned that there is a legal basis under civil and data protection law (GDPR) for the transfer of the data to the Purchaser (…).
4.2
At the sole discretion of the Purchaser, the Trustees and/or the Purchaser and/or a third party, will inform all customers of the Companies about the relaunch by the Purchaser at the first request of the Purchaser in compliance with the GDPR. The Trustees will, where required by data protection law (GDPR), give customers a reasonable period (to be agreed upon with the Purchaser) to object to the data transfer to the Purchaser and where required obtain customers’ consent in accordance with data protection law before the data transfer to the Purchaser.
(…)

5.PURCHASE PRICE AND PAYMENT

The Purchase Price can be specified as follows:
(…)
• Customer data EUR 1,000.000
as further detailed in (and calculated on the basis of) the Binding Offer and this Agreement.
(…)
5.8
The assumed purchase price of the Customer Data, as mentioned under Clause 5.1, is EUR 1,000,000 (the “APPCD”). The APPCD is based on the assumption that 10% or less of the customers in the Customer Data will Opt Out. In case more than 10% of the customers will Opt Out, the APPCD will be reduced accordingly for the surplus of 10%. That is, for example, if 25% of the customers will Opt Out, then the APPCD will be reduced with 15% (25% minus 10%), i.e. EUR 150,000.
5.9
Two months after the Completion Date, the Trustees will inform the Purchaser of the final number of customers whom exercised their right to Opt Out. The definitive purchase price for the Customer Data will then be determined by Parties by mutual consent. The Trustees or the Purchaser whatever the case will be, will pay the amount still owed to the other Party within two weeks after the determination of the definitive purchase price for the Customer Data.
2.10.
Het in het hiervoor in 2.9 (onder artikel 4.1) opgenomen citaat genoemde ‘Exhibit C’, is het taxatierapport.
2.11. ‘
Exhibit E’, bestaat uit twee pagina’s van het verslag en wordt in de koopovereenkomst aangeduid als een nadere onderbouwing van NTAB van de waardering van het klantenbestand (hierna: de nadere onderbouwing). In de nadere onderbouwing is onder meer vermeld:
Verdeling van de totale omzet over 2017 tot en met 2019 per bron
Proportion of revenue from Online and Offline sales
VXPanta (…)
DenHam (…)
(…) (…)
VakantieXperts (…)
(…) (…)
0% 10% (…) 100%
Aantal boekingen
Het totaal aantal boekingen gedurende 2017 tot en met 2019 jaar lag op 823.786 (in totaal).
Herhalende en eenmalige klanten
Gedurende 2017 tot en met 2019 was het totaal aantal klanten als volgt verdeeld gebaseerd op de frequentie van boekingen.
Frequentie
Totaal aantal klanten
Percentage klanten
1 boeking
368.549
70,76%
2 boekingen
87.187
16.74%
3 boekingen
36.077
6,93%
> 3 boekingen
29.055
5,58%
2.12.
Prijsvrij heeft op 22 juni 2021 € 850.000,00 als voorschot/basisbedrag voor het klantenbestand betaald.
2.13.
Met een e-mail van 23 juni 2021 heeft de advocaat van Prijsvrij de Curatoren onder meer het volgende meegedeeld:
Aanvankelijk is afgesproken dat Prijsvrij ALLE merknamen, handelsnamen en domeinnamen die op naam van de gefailleerde vennootschappen en DEMED B.V. staan geregistreerd overneemt. Enige weken geleden hebben we echter afgesproken dat de merknamen, handelsnamen en domeinnamen die rechtstreeks verwijzen naar het merk VakantieXperts aan de gezamenlijke franchisenemers worden overgedragen. Die hebben daartoe een besloten vennootschap opgericht (…) en overeenstemming bereikt met de curatoren.
Deze merknamen, handelsnamen en domeinnamen worden derhalve uitgezonderd van de APA en NIET overgedragen aan Prijsvrij (…)
2.14.
Met een e-mail van 29 juni 2021 heeft een medewerker van Copernica aan de Curatoren meegedeeld dat hij het versturen van de opt-outmail zal verzorgen. Daarbij heeft hij het volgende geschreven:
Wij hebben vanuit Copernica twee mogelijke groepen waarnaar de opt-out mail gezonden kan worden:
  • Alle adressen die ooit een boeking bij D-reizen hebben gedaan en niet uitgeschreven zijn.
  • Alle adressen die op dit moment ingeschreven zijn voor de nieuwsbrief.
Wettelijk gezien mag naar beide lijsten een opt-out mail gestuurd worden, de keuze welke lijsten aangesproken worden, ligt echter bij Prijsvrij.
(…)
2.15.
Dezelfde dag heeft Prijsvrij aan Copernica meegedeeld dat zij na intern overleg kiest voor de optie om alleen de adressen aan te schrijven die ingeschreven staan voor de nieuwsbrief.
2.16.
Met een e-mail van 30 juni 2021 heeft de advocaat van Prijsvrij aan de Curatoren meegedeeld dat Prijsvrij zonder Bas/Fadiro geen toegang heeft tot de bestanden van
D-Reizen en verzocht om aan Fadiro te vragen om de BAS-administratie weer open te zetten voor Prijsvrij. Daarop is de BAS-administratie weer opengezet.
2.17.
Vervolgens is tussen partijen verschil van mening ontstaan over de definitieve koopprijs voor het klantenbestand. De discussie zag op het aantal geleverde (actieve) klanten. In een e-mail van 12 juli 2021 aan een collega van de Curatoren schrijft een medewerker van Prijsvrij:
Afgelopen week kreeg ik het bericht vanuit Copernica dat, op aangeven van de curatoren, een lijst van 100.000 email accounts verwijderd is uit de verzendlijst voor de opt-out. Het zou een lijst zijn van email adressen die in het verleden verzameld zijn vanuit VX.
Wij zijn van mening dat deze lijst wel degelijk onderdeel is van de koopovereenkomst met Prijsvrij. (…)
In een e-mail van 20 juli 2021 aan één van de Curatoren schrijft de advocaat van Prijsvrij:
Als onderdeel van de deal heeft Prijsvrij het klantenbestand met520.000 actieve klantengekocht voor de getaxeerde waarde van € 1.000.000,-
(…)
In dit traject is een discussie ontstaan over een tweetal klantgroepen.
De klanten die geboekt hebben via de website van Panta Reizen en de klanten die geboekt hebben via een winkel van een franchisenemer van VakantieXperts.
Prijsvrij ging ervan uit dat zij deze klantgroepen als onderdeel van de transactie heeft overgenomen.
Deze klantgroepen lijken immers in het taxatierapport van NTAB te zijn verwerkt en dus ook te zijn meegenomen voor de waardebepaling.
(…)
Daarbij is Prijsvrij voor zover haar bekend de enige partij die überhaupt een overeenkomst heeft gesloten met de curatoren inzake de overdracht van de klantenbase.
Het vorenstaande is relevant omdat beide klantgroepen substantieel lijken te zijn.
(…)
Inzake VX zijn in het Opt-out-traject zo’n100email adressen uit het bestand van Prijsvrij verwijderd.
Nu het Copernicus-traject is afgerond zal Prijsvrij één en ander in kaart moeten brengen, ook in verband met de afrekening.
(…)
Ik zou in dit kader graag de beschikking hebben over:
  • De achterliggende data waarop NTAB zich heeft gebaseerd bij het taxeren van de klantenbase (zie Exhibit C en E)
  • (…)
2.18.
Met een e-mail van 10 september 2021 hebben de Curatoren Prijsvrij het volgende bericht:
Zoals jou bekend, is er nog een opslagruimte in Renswoude, gehuurd door D-Reizen. De huur is niet opgezegd met name ook omdat ik begrijp dat deze ruimte ook door jullie wordt gebruikt. Ik zou het bijzonder op prijs stellen te vernemen of de ruimte bij jullie in gebruik blijft en jullie uiteraard dan de verplichtingen overnemen (ik begreep € 1000,-- per maand), dan wel dat deze ontruimd dient te worden.
Op 28 september 2021 heeft Prijsvrij meegedeeld de ruimte niet te zullen gaan gebruiken. Daarop hebben de Curatoren op 29 september 2021 aan Prijsvrij aangegeven dat zij de huurovereenkomst die dag tegen 1 november 2021 hebben opgezegd. Daarbij hebben zij aangekondigd nog met Prijsvrij te willen overleggen omdat het ging om opslag van aan Prijsvrij toebehorende zaken.
2.19.
Met een brief van 10 november 2021 heeft Prijsvrij de Curatoren onder meer meegedeeld dat vanuit het systeem van Copernica naar voren komt dat – gekeken naar unieke e-mailadressen – slechts 194.926 actieve klanten zijn aangeschreven, zodat Prijsvrij 62,5% minder geleverd heeft gekregen dan waarop zij recht had.
2.20.
Met een brief van 14 april 2022 heeft Prijsvrij de Curatoren onder meer meegedeeld dat een medewerker nu – op basis van het BAS-systeem – tot 302.374 geleverde actieve klanten komt, hetgeen volgens Prijsvrij leidt tot een terug te betalen bedrag van € 170.000,-.
2.21.
Ontwikkelaar Fadiro heeft op verzoek van de Curatoren gegevens uit de BAS-administratie verstrekt, die de Curatoren hebben laten onderzoeken door een oud-medewerker van D-Reizen, de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]). In zijn verslag vermeldt [betrokkene] dat de BAS-administratie in totaal 497.155 unieke actieve klanten bevatte die in de periode 2017 tot en met 2019 actief waren. Dit aantal was inclusief klanten die geboekt hadden via VX, maar dossiers van VX franchisers waren niet aanwezig in de aanlevering van Fadiro.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
De Curatoren vorderen– na vermeerdering van eis – samengevat, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Prijsvrij te veroordelen tot betaling aan de Curatoren van een bedrag van € 408.766,00 ter zake van de in de dagvaarding genoemde gronden, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 19 oktober 2022 tot aan de dag van algehele betaling;
Prijsvrij te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure, te verhogen met het bedrag van betekening, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van algehele betaling.
3.2.
De Curatoren leggen aan hun vordering het volgende ten grondslag. Prijsvrij moet de afspraken in de koopovereenkomst nakomen en het restant van de koopprijs voor het klantenbestand betalen, omdat niet meer dan 5,6% van de klanten gebruik heeft gemaakt van de opt-out. Prijsvrij erkent daarnaast dat zij nog bepaalde kosten aan de boedel moet vergoeden. Voor andere kostenposten geldt dat vergoeding daarvan is afgesproken of dat het redelijk is dat Prijsvrij die kosten draagt.
3.3.
Prijsvrij voert verweer. Prijsvrij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van de Curatoren, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de Curatoren in de (na)kosten van deze procedure. Zij voert onder meer aan dat niet is voldaan aan de voorwaarde voor betaling van het restant van de koopsom voor het klantenbestand. Ook zegt zij dat een contractuele en wettelijke grondslag ontbreekt voor de door de Curatoren gestelde vorderingen tot betaling van huur en ICT-kosten. Voor de kosten voor werknemers geldt dat daartegenover staat dat werknemers van Prijsvrij werkzaamheden voor de Curatoren hebben gedaan. Ook beroept Prijsvrij zich op verrekening met de door haar gestelde vordering tot prijsverlaging of vergoeding van haar schade.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Prijsvrij vordert – na vermeerdering van eis – samengevat, om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in (voorwaardelijke) reconventie:
voor het geval de rechtbank mocht oordelen dat het door Prijsvrij in het kader van het verweer gedane beroep op verrekening niet slaagt of het in conventie aan de Curatoren toegewezen bedrag lager is dan de vorderingen van Prijsvrij:
De Curatoren te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 385.567,31, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 16 juli 2021, althans vanaf 3 september 2021, althans vanaf 18 oktober 2021, althans vanaf 4 november 2021, althans vanaf 17 oktober 2022, althans vanaf de datum van deze akte, althans vanaf een in goede justitie vast te stellen datum;
De Curatoren te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 43.099,00, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 16 juli 2021, althans vanaf 3 september 2021, althans vanaf de datum van deze akte, althans vanaf een in goede justitie vast te stellen datum;
In conventie en reconventie:
3. De Curatoren te veroordelen in de (na)kosten van de procedure te vermeerderen met € 90,00 ingeval van betekening van het vonnis en de wettelijke rente als deze kosten niet worden voldaan, met ingang van de 15e dag na dagtekening van het vonnis.
3.6.
Prijsvrij legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. De Curatoren hebben te weinig actieve klanten geleverd. Er is sprake van (al dan niet wederzijdse) dwaling op grond waarvan Prijsvrij een beroep kan doen op nadeelcompensatie. Subsidiair heeft Prijsvrij recht op koopprijsvermindering als gevolg van gedeeltelijke (buitengerechtelijke) ontbinding wegens wanprestatie. Meer subsidiair rust op de Curatoren een schadevergoedingsplicht op grond van wanprestatie.
3.7.
De Curatoren voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen van Prijsvrij, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Prijsvrij in de kosten van deze procedure. Zij voeren onder meer aan dat Prijsvrij niet tijdig heeft geklaagd en dat aan de overeenkomst is voldaan doordat Prijsvrij door de overname van de activa de volledige beschikking heeft gekregen over het databestand in de BAS-administratie met daarin alle gegevens van de klanten, waaronder 497.155 actieve klanten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen in conventie en reconventie lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Erkende kostenposten
4.2.
Prijsvrij heeft erkend schuldig te zijn een bedrag van € 88.473,51 aan kluisgeld en een bedrag van € 28.500,00 voor de inventaris van afgewikkelde winkels, zodat deze bedragen – voor zover het beroep van Prijsvrij op verrekening niet slaagt – (in conventie) kunnen worden toegewezen.
Klantenbestand
4.3.
Tussen partijen bestaat discussie over de levering van het klantenbestand.
Volgens de Curatoren hebben zij aan hun verplichting tot levering voldaan door de
BAS-administratie over te dragen/open te stellen. Prijsvrij betwist dit en voert aan dat de
levering plaatsvond door het overzetten van het e-mailaccount van D-Reizen in Copernica. Met het overzetten van dit account bij Copernica zijn slechts de gegevens van 194.926 actieve unieke klanten geleverd, terwijl de koopsom is gebaseerd op 520.000 actieve unieke klanten. Voornaamste twistpunt tussen partijen is daarom de vraag of partijen zijn overeengekomen dat een klantenbestand geleverd zou worden dat – vóór uitvoering van de opt-outregeling als bedoeld in artikel 4.2 van de koopovereenkomst – ten minste 520.000 actieve unieke klanten bevatte. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Zij overweegt daartoe het volgende.
4.4.
Het klantenbestand (‘Customer Data’) heeft de betekenis als bedoeld in artikel 4.1 van de koopovereenkomst. In dat artikel (zie 2.9) staat dat verkocht zijn alle data, in de breedste zin van het woord, beschikbaar in de klantdatabases van de failliete vennootschappen, zoals nader omschreven en gedetailleerd in Exhibit C (het taxatierapport) en Exhibit E (de nadere onderbouwing). In het taxatierapport (zie 2.4) is opgenomen dat de informatie die tot de waardering van het klantenbestand heeft geleid, inzicht gaf in de 520.000 actieve klanten in de periode 2017 tot en met 2019. Ook in het verslag dat Prijsvrij van de Curatoren ontving (zie 2.5) staat dat gedurende 2017 tot en met 2019 ruim 520.000 klanten een boeking hebben gedaan bij D-RT. In de nadere onderbouwing (zie 2.11) is toegelicht hoeveel klanten in die periode 1, 2, 3 of meer boekingen hebben gedaan. Daarbij is vastgelegd dat dit in totaal 520.868 actieve unieke klanten zijn. Omdat het klantenbestand in de overeenkomst is gedefinieerd als nader omschreven en gedetailleerd in het taxatierapport en de nadere onderbouwing, en omdat niet is gesteld of gebleken dat Exhibit C en E geen onderdeel van de koopovereenkomst uitmaken, geldt als uitgangspunt dat is overeengekomen het totale klantenbestand van D-Reizen te leveren met daarin
in ieder geval520.000 actieve unieke klanten.
4.5.
De rechtbank volgt Prijsvrij niet in haar standpunt dat het klantenbestand bestond uit – en is geleverd door het overzetten van – het e-mailaccount van D-Reizen bij Copernica. Prijsvrij betwist niet dat de Curatoren Prijsvrij in het kader van de overeenkomst toegang hebben gegeven tot de BAS-administratie van D-Reizen. Zij betwist ook niet dat in die administratie de klantgegevens van D-Reizen waren opgenomen.
4.6.
Niet is gesteld of gebleken dat er een ander bestand was voor
alleklantgegevens dan de BAS-administratie met daarin opgenomen de data van klanten die ooit een boeking hebben gedaan bij D-Reizen. De rechtbank stelt dan ook vast dat Prijsvrij met het openstellen van de BAS-administratie de klantgegevens overgedragen heeft gekregen. Daarbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat Prijsvrij met de e-mail van 30 juni 2021 aangaf zonder toegang tot de BAS-administratie geen toegang te hebben tot de bestanden van D-Reizen en dat Prijsvrij bij de mondelinge behandeling heeft aangegeven toegang te hebben tot alle (klant)gegevens in deze administratie.
4.7.
Voor zover Prijsvrij aanvoert dat partijen (nadere) afspraken hebben gemaakt over de levering van het klantenbestand, die inhielden dat Copernica de actieve klanten diende te leveren nadat zij de ‘Opt Out’ mail aan klanten had verstuurd, volgt de rechtbank Prijsvrij daarin niet. Zoals hiervoor in 4.4 overwogen, zag de verplichting tot leveren op
alledata en niet alleen op de e-mailadressen van actieve klanten. De ‘Opt Out’ regeling is naar het oordeel van de rechtbank geen onderdeel van de levering van het klantenbestand. Deze regeling in artikel 4.2 van de koopovereenkomst omschrijft een proces om alle klanten van Prijsvrij (ook de inactieve) – naar eigen goeddunken en op eerste verzoek van Prijsvrij – te informeren over de doorstart en om hun de mogelijkheid te geven te protesteren tegen overdracht van data. Dat – in overleg met de Curatoren – is besloten om Copernica de ‘Opt Out’-mailing te laten versturen, laat onverlet dat de BAS-administratie met alle data voor Prijsvrij beschikbaar was (en is) om te gebruiken. Voor zover het toezenden van de opt-outmail door Copernica al onderdeel zou zijn van de levering, heeft Prijsvrij er bovendien zelf voor gekozen alleen de geabonneerden op de nieuwsbrief aan te schrijven. Die eigen keuze komt voor rekening van Prijsvrij zelf.
4.8.
Uit het verslag van [betrokkene], waarvan Prijsvrij de resultaten niet betwist, blijkt dat de BAS-administratie in totaal 497.155 unieke klanten bevatte die in de periode 2017 tot en met 2019 actief waren. Dit zijn al minder klanten dan het overeengekomen aantal van 520.000. Prijsvrij heeft daarnaast aangevoerd dat de e-mailadressen van klanten die vanuit VakantieXperts (VX) waren verzameld, na klachten van de franchisenemers van VX, zijn verwijderd uit de (opt-out)verzendlijst van Copernica omdat de Curatoren van mening waren dat de gegevens van deze klanten nooit eigendom van D-Reizen zijn geworden. Volgens Prijsvrij hebben de Curatoren, door zo te handelen, de gegevens van 69.000 VX-klanten niet geleverd, terwijl deze wel onderdeel waren van de koop. De Curatoren betwisten dat de VX-klanten tot de gekochte activa behoren. Hoewel deze activiteiten inclusief klanten eerst wel zouden worden overgedragen, zijn deze volgens hen na overleg terug geleverd aan de boedel.
4.9.
Prijsvrij heeft met een e-mail van 23 juni 2021 bevestigd dat de merknamen, handelsnamen en domeinnamen die rechtstreeks verwijzen naar VX zijn uitgezonderd van de koop en niet zouden worden overgedragen aan Prijsvrij. De rechtbank volgt niet het standpunt van de Curatoren dat daarmee ook de VX-klanten geen onderdeel meer waren van het te leveren klantenbestand. De koopovereenkomst biedt geen grond voor die stelling. Volgens de nadere onderbouwing bij het taxatierapport, waarin blijkens artikel 4.1 van de koopovereenkomst het over te dragen klantenbestand nader wordt beschreven en gespecificeerd, is bij de waardering namelijk uitgegaan van de VX-klanten als onderdeel van het klantenbestand (zie 2.11). Niet is gesteld of gebleken dat de waardering is aangepast na het terug leveren van het merk VX aan de boedel. Daarnaast vermeldt het taxatierapport als één van de factoren die impact hebben op de waardering, dat de merknamen in een andere entiteit zitten. Hoewel er meerdere redenen kunnen zijn om een merknaam in een andere entiteit onder te brengen, onderschrijft dit de mogelijkheid om de klantgegevens los van de merknaam over te dragen. Dat het ook niet zonder meer logisch is dat de klantgegevens met het merk terug zouden gaan, volgt ook uit de motivering van Prijsvrij van haar belang bij deze data. De VX-klanten waren voor haar een interessante groep, vanwege hun voorkeur voor bepaalde vakantiebestemmingen. Voor zover de Curatoren nog aanvoeren dat, hoewel de e-mailadressen uit het Copernica-account zijn verwijderd, de VX-klanten wel zijn meegeleverd via de BAS-administratie, is niet gebleken dat deze data exclusief beschikbaar zijn geworden voor Prijsvrij. Gelet op de mededeling van de Curatoren dat deze gegevens bij de merknamen hoorden, ligt voor de hand dat deze gegevens ook aan de VX-franchisenemers zijn verstrekt. Daarmee hebben de Curatoren op dit punt niet aan hun leveringsverplichting voldaan.
4.10.
Gelet op het vorenstaande en de niet weersproken stelling van Prijsvrij dat het om 69.000 VX klanten gaat, geldt als uitgangspunt dat slechts de gegevens van 428.155 actieve unieke klanten zijn geleverd (497.155 - 69.000). Wanneer dat aantal wordt afgezet tegen het afgesproken aantal van 520.000, zou het klantenbestand – gelet op het taxatierapport en de nadere onderbouwing – niet € 1.000.000,00, maar € 823.375,00 waard zijn (428.155/ 520.000 x 1.000.000).
Grondslagen verrekeningsverweer
4.11.
Prijsvrij heeft diverse grondslagen voor haar verrekeningsverweer naar voren gebracht. Voor wat betreft het beroep op (wederzijdse) dwaling en (gedeeltelijke) ontbinding, hebben de Curatoren gewezen op artikel 16.3 van de koopovereenkomst, dat als volgt luidt:
Other than stipulated in Clauses (…), the Parties expressively waive their respective rights to rescind or cancel (ontbinden of vernietigen), or institute proceedings tot (try to) rescind or cancel, this Agreement. (…)
4.12.
De rechtbank volgt de Curatoren in hun standpunt en is van oordeel dat Prijsvrij niet bevoegd is de koopovereenkomst te vernietigen of (gedeeltelijk) te ontbinden. Prijsvrij doet echter ook een beroep op artikel 6:230 lid 2 BW. Uit dit artikellid volgt dat de rechter bij dwaling op verlangen van een van de partijen – in plaats van de vernietiging uit te spreken – de gevolgen van de overeenkomst kan wijzigen ter opheffing van het geleden nadeel. Prijsvrij heeft in dit verband naar voren gebracht dat in de literatuur steeds meer wordt aangenomen dat het uitsluiten van een beroep op vernietiging niet in de weg staat aan een beroep op deze wijzigingsbevoegdheid. Anders dan Prijsvrij aanvoert, is de rechtbank van oordeel dat de vraag of bij het uitsluiten van vernietiging wegens dwaling het uitlokken van een rechterlijke wijziging op grond van artikel 6:230 lid 2 tot de mogelijkheden blijft behoren, niet in algemene zin beantwoord kan worden. Van belang is welke zin partijen over en weer in de gegeven omstandigheden aan de bepaling van artikel 16.3 mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. De Curatoren hebben tijdens de zitting verklaard dat artikel 16.3 een gebruikelijk beding is bij de doorstart van een onderneming, zodat de boedel niet geconfronteerd wordt met geheel of gedeeltelijke terugkerende activa of een claim, anders dan schadevergoeding wegens een toerekenbare tekortkoming. De mogelijkheid wijziging van de overeenkomst te vragen, brengt vergelijkbare risico’s met zich als die welke de Curatoren met artikel 16.3 hebben willen uitsluiten. Gelet op het feit dat Prijsvrij een professionele partij is, die is bijgestaan door een ervaren advocaat die ermee bekend mag worden verondersteld dat bij verkoop uit een failliete boedel de mogelijkheden van beroep op dwaling en ontbinding zoveel mogelijk worden uitgesloten, mochten de Curatoren er – mede gelet op de tekst van het artikel – redelijkerwijs van uitgaan dat Prijsvrij met artikel 16.3 niet alleen afstand deed van de mogelijkheid de overeenkomst te ontbinden of te vernietigen, maar ook van de mogelijkheid de rechter te vragen om de gevolgen van de overeenkomst te wijzigen.
4.13.
Blijft over ter beoordeling het beroep van Prijsvrij op wanprestatie en een mogelijk daaruit voortvloeiende aanspraak op schadevergoeding.
Wanprestatie
4.14.
Het beroep van Prijsvrij op wanprestatie slaagt. Zoals hiervoor overwogen, staat vast dat is verkocht een klantenbestand met ten minste 520.000 actieve unieke klanten. Met de levering van 428.155 actieve unieke klanten hebben de Curatoren daar niet aan voldaan. Nakoming is blijvend onmogelijk, omdat de data van de VX-klanten niet exclusief aan Prijsvrij beschikbaar zijn gesteld en D-Reizen ook overigens minder unieke actieve klanten bleek te hebben dan waarvan bij de taxatie was uitgegaan. Deze tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst verplicht de Curatoren de schade die Prijsvrij daardoor lijdt te vergoeden.
4.15.
Het verweer van de Curatoren dat Prijsvrij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden, slaagt niet. Prijsvrij heeft een koopprijs van € 1.000.000,00 betaald voor het klantenbestand waarvan de waardering is gebaseerd op het aantal actieve unieke klanten en de bijbehorende omzetgegevens. Aangenomen mag worden dat de waardering en dus ook de koopprijs van het klantenbestand lager was uitgevallen bij dit aanmerkelijk lager aantal unieke actieve klanten. Het argument dat de koopprijzen voor de verschillende soorten activa communicerende vaten waren, waarbij het totaalbedrag voor alle activa belangrijker was dan het bedrag per soort actief, volgt de rechtbank niet. Niet valt immers in te zien waarom in dat geval in de koopovereenkomst zo nadrukkelijk wordt verwezen naar het (eigen) taxatierapport met de waardering van het klantenbestand.
De rechtbank begroot de schade daarom op € 176.625,00. Dat is het verschil tussen de afgesproken koopprijs van € 1.000.000,00 en € 823.375,00, de waarde van het klantenbestand met 428.155 actieve unieke klanten (zie 4.10). Dat betekent dat het verrekeningsverweer van Prijsvrij slaagt en de vordering van de Curatoren van € 150.000,00 in verband met het klantenbestand wordt afgewezen. De overeengekomen koopprijs wordt verrekend met het bedrag aan schadevergoeding dat Prijsvrij toekomt, waarna voor Prijsvrij nog een te verrekenen bedrag resteert van € 26.625,00. Zij heeft immers voor het klantenbestand € 850.000,00 betaald. Dit is alleen anders als het beroep van de Curatoren op schending van de klachtplicht slaagt.
Klachtplicht geschonden?
4.16.
De Curatoren stellen dat Prijsvrij pas op 10 november 2021 een beroep heeft gedaan op non-conformiteit door te klagen over het niet aan de verwachtingen voldoen van het klantenbestand dan wel een gebrek in de levering/overdracht daarvan. Volgens de Curatoren is dit niet te beschouwen als een beroep binnen bekwame tijd, zoals de wet vraagt. Prijsvrij voert daartegen aan dat zij direct na levering van het klantenbestand aan de bel heeft getrokken. Hoeveel actieve klanten daadwerkelijk aan haar waren geleverd, werd pas na verloop van tijd en onderzoek in november/december 2021 duidelijk, aldus Prijsvrij.
4.17.
Op 12 en 20 juli 2021 hebben een medewerker respectievelijk de advocaat van Prijsvrij al geklaagd dat (de e-mailadressen van) de VX-klanten niet waren meegeleverd (zie 2.17). Dat was enkele weken nadat Prijsvrij de koopprijs had betaald en zij toegang tot de BAS-administratie had gekregen. Nu inmiddels is vast komen te staan dat de wanprestatie (met name) bestaat uit het niet (exclusief) leveren van de data van de VX-klanten, is de rechtbank van oordeel dat Prijsvrij tijdig heeft geklaagd, zodat het beroep van de Curatoren op schending van de klachtplicht niet slaagt.
Prijscorrectie artikel 5.8 koopovereenkomst
4.18.
Prijsvrij heeft zich in het kader van haar verrekeningsverweer ook nog beroepen op artikel 5.8 van de koopovereenkomst: het beding op grond waarvan de koopprijs gecorrigeerd wordt, afhankelijk van het aantal klanten dat kiest voor opt-out en/of protesteert tegen overdracht van hun data. Prijsvrij stelt dat in het geleverde e-mailaccount van D-Reizen bij Copernica slechts 194.926 actieve kanten aanwezig zijn, terwijl 46.579 klanten gebruik hebben gemaakt van de opt-out mogelijkheid. Dat betekent dat het klantenbestand maximaal 241.505 actieve klanten bevat en dat 19,28% van de aangeschreven klanten gebruik heeft gemaakt van de opt-out mogelijkheid. Omdat dit meer dan 10% afwijkt dient de koopprijscorrectie te worden toegepast, aldus Prijsvrij. De Curatoren betwisten dit. Volgens hen zijn in totaal 824.054 e-mailadressen aangeschreven, waarna 46.578 (5,65%) klanten hebben aangegeven bezwaar te maken tegen het overzetten van hun gegevens naar Prijsvrij.
4.19.
Het beroep van Prijsvrij op artikel 5.8 van de koopovereenkomst slaagt niet. Hiervoor in 4.4 en 4.7 is overwogen dat het klantenbestand bestaat uit alle klanten, zowel actieve als inactieve. Partijen hebben er in onderling overleg voor gekozen de opt-out regeling door Copernica te laten uitvoeren, zodat meerdere klanten tegelijk konden worden aangeschreven. Voor toepassing van de opt-out regeling moet dan ook worden uitgegaan van
allee-mailadressen die zijn aangeschreven. Uitgangspunt is dat Prijsvrij na de opt-out toegang heeft gekregen tot 745.339 e-mailadressen. Op 19 juli 2021 schrijft een medewerker van Prijsvrij in een interne e-mail namelijk:
Sinds vrijdag hebben we volledige toegang tot het D-reizen email account in Copernica. We hebben – na aftrek van opt-outs en onbereikbare adressen –745.339 email adressendie we vanaf nu kunnen gaan gebruiken voor email marketing voor D-reizen. (…). Ook als ervan wordt uitgegaan dat niet 824.054 maar 792.294 bereikbare adressen zijn aangeschreven (745.339 + 46.578), heeft nog steeds minder dan 10% van de aangeschreven (bereikbare) adressen voor opt-out gekozen, namelijk 5,88% (46.578/792.294). Omdat het percentage lager is dan 10%, geeft het aantal adressen dat voor opt-out heeft gekozen geen aanleiding de koopprijs te verlagen als beschreven in artikel 5.8 van de koopovereenkomst.
ICT kosten
4.20.
De Curatoren vorderen een bedrag van € 122.563,76 aan ICT-kosten. Zij hebben verschillende ICT-systemen in de lucht gehouden waarvan Prijsvrij vanaf de maand juni 2021 gebruik heeft kunnen maken, zodat zij redelijkerwijs daarvoor de kosten zou moeten betalen, aldus de Curatoren. Prijsvrij voert verweer en zegt dat hier geen afspraken over zijn gemaakt. Ook is het gebruikelijk om bij een faillissement tot ten minste het moment van daadwerkelijke verkoop en overdracht dit soort zaken op kosten van de boedel in de lucht te houden. Voor zover is afgesproken dat Prijsvrij vanaf 1 juli 2021 bepaalde ICT-kosten zou dragen (BAS/Fadiro), heeft zij dat ook gedaan, aldus nog steeds Prijsvrij.
4.21.
De Curatoren hebben niet, althans onvoldoende onderbouwd dat ICT-kosten vanaf juni 2021 voor rekening van Prijsvrij zijn. Van een contractuele grondslag daarvoor is niet gebleken. Evenmin acht de rechtbank het redelijk dat deze kosten zonder contractuele grondslag voor rekening van Prijsvrij zouden moeten komen. Dat de overdracht van activa door omstandigheden langer heeft geduurd dan verwacht, en het BAS-systeem op verzoek van Prijsvrij al eerder is opengesteld, betekent niet dat de ICT-kosten dan ook automatisch (zonder nadere afspraak) voor rekening van Prijsvrij zijn. Het had op de weg van de Curatoren gelegen om hier afstemming met Prijsvrij over te zoeken, ook gelet op het feit dat elke maand toestemming van de rechter-commissaris nodig was om deze kosten te laten doorlopen.
4.22.
Wat betreft de kosten van BAS/Fadiro voor de maanden juli en augustus 2021, slaagt het verweer van Prijsvrij dat zij, zoals afgesproken met de Curatoren, per 1 juli 2021 zelfstandig met Fadiro heeft gecontracteerd en zelfstandig deze kosten heeft gedragen. Dat er daarnaast nog een noodzaak was om het D-Reizen-account bij Fadiro te laten doorlopen, is niet gebleken. De Curatoren voeren nog aan dat Prijsvrij belang had bij het ‘oude’ account vanwege de gegevens van klanten die in het verleden reizen hadden geboekt. Maar Prijsvrij betwist dat zij daar belang bij had, omdat zij via de BAS-administratie al toegang tot de oude klantgegevens had. Gelet op deze betwisting hebben de Curatoren de noodzaak van het laten doorlopen van het account onvoldoende onderbouwd.
4.23.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank de vordering van de ICT-kosten afwijzen.
Loonkosten
4.24.
De Curatoren vorderen een bedrag van € 13.178,73 aan loonkosten. Prijsvrij erkent dat de betreffende vijf medewerkers werkzaamheden voor haar hebben verricht en betwist niet dat hierover is afgesproken dat zij de kosten daarvan zou dragen. Wel betwist Prijsvrij de hoogte van de kosten. Ook zegt zij dat de medewerkers na de overgang naar Prijsvrij nog werkzaamheden voor de Curatoren hebben verricht, welke kosten in mindering moeten komen op het door de Curatoren gevorderde bedrag.
4.25.
Voor zover Prijsvrij aanvoert dat de kosten onvoldoende zijn onderbouwd, slaagt dat verweer niet. De Curatoren hebben een overzicht overgelegd met daarin per medewerker uitgesplitst het nettoloon, de loonbelasting, de pensioen(premie) en het aandeel Paww. Daarmee hebben zij, gelet op de enkel algemene betwisting door Prijsvrij, de loonkosten voldoende onderbouwd. Voor zover Prijsvrij zich beroept op verrekening met loonkosten van hun medewerkers die werkzaamheden voor de boedel hebben verricht, slaagt dat evenmin. De Curatoren hebben op de zitting namelijk verklaard dat mr. [curator 1] in februari 2021 tijdens een bespreking in Den Bosch van de CEO van Prijsvrij heeft begrepen dat aan deze – incidentele – werkzaamheden voor de boedel geen kosten waren verbonden. Dit is in lijn met wat de Curatoren schrijven in een brief van 20 oktober 2021 aan Prijsvrij. De door de Curatoren gevorderde loonkosten zullen daarom worden toegewezen.
Huur opslag
4.26.
De Curatoren vorderen ten slotte nog een bedrag van € 6.050,00 aan huurkosten voor een opslag in Renswoude over de periode 1 juni tot en met 1 november 2021. Deze kosten komen op grond van redelijkheid en billijkheid dan wel zaakwaarneming voor rekening van Prijsvrij, aldus de Curatoren. Prijsvrij betwist dat zij deze kosten verschuldigd is.
4.27.
Vast staat dat de Curatoren Prijsvrij pas op 10 september 2021 hebben ingelicht over de opslag. Daarbij hebben zij Prijsvrij gevraagd of zij die wil blijven gebruiken en dan de verplichtingen wil overnemen, of dat deze ontruimd dient te worden. Daarop heeft Prijsvrij meegedeeld dat zij de ruimte in ieder geval niet gaat gebruiken.
4.28.
Uit de vraagstelling van de Curatoren kan niet anders worden afgeleid dan dat de verplichtingen van opslag pas op Prijsvrij zouden overgaan, als zij de opslag wilde blijven gebruiken. Prijsvrij heeft daarop aangegeven de ruimte niet te gaan gebruiken. Gelet daarop valt niet in te zien waarom Prijsvrij de kosten van deze opslag zou moeten dragen. Dat de Curatoren zich door de opslag willens en wetens hebben ingelaten met de behartiging van het belang van Prijsvrij, zodat Prijsvrij mogelijk vanwege zaakwaarneming gehouden zou zijn de door de Curatoren geleden schade te vergoeden, is, mede gelet op de hiervoor genoemde correspondentie, door hen onvoldoende onderbouwd. De vordering zal daarom worden afgewezen.
Conclusie
In conventie
4.29.
Uit het voorgaande volgt dat in conventie na verrekening als hiervoor beschreven in totaal een bedrag van € 103.527,24 zal worden toegewezen, door Prijsvrij aan de Curatoren te betalen.
4.30.
De wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag is toewijsbaar met ingang van 19 oktober 2022, de dag waarop Prijsvrij op grond van de ingebrekestelling van 12 oktober 2022 in verzuim is komen te verkeren.
4.31.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.32.
De gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad wordt afgewezen, gelet op het uitdrukkelijke verweer van Prijsvrij op dat punt en het feit dat de Curatoren handelen namens de boedel van de failliete vennootschappen, die mogelijk geen verhaal biedt en op enig moment vereffend zal worden. De rechtbank betrekt daarbij dat de Curatoren tijdens de zitting hebben verklaard dat de vordering geen boedelschuld is en dat het niet ongebruikelijk is om het vonnis in een situatie als deze niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
In reconventie
4.33.
Omdat het verrekeningsverweer van Prijsvrij slechts gedeeltelijk slaagt en het in conventie aan de Curatoren toegewezen bedrag hoger is dan de vorderingen van Prijsvrij, wordt niet toegekomen aan de beoordeling van de voorwaardelijk ingestelde reconventie.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Prijsvrij om aan Curatoren te betalen een bedrag van € 103.527,24, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 19 oktober 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.J. Berkers, mr. M.A. Hoogkamer en mr. J.H. Duyvensz en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.
1621

Voetnoten

1.Uit latere stukken blijkt dat dit een verschrijving is, er had moeten staan ‘10%’