ECLI:NL:RBNHO:2024:10182

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
11228897 \ AO VERZ 24-96
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en verzoek om gefixeerde schadevergoeding in arbeidsrechtelijke geschil tussen KLM en werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM) en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. KLM had de werknemer op 23 mei 2024 op staande voet ontslagen, wat op 26 mei 2024 schriftelijk werd bevestigd. De werkgever verzocht de kantonrechter om een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen, stellende dat het ontslag rechtsgeldig was en dat de werknemer schadeplichtig was. De werknemer voerde verweer en stelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat er geen dringende reden was en het ontslag niet onverwijld was gegeven.

De kantonrechter heeft in een eerdere, gelijktijdige procedure geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. Dit oordeel was gebaseerd op de feiten dat de werknemer, die op 26 juni 2023 in dienst was getreden, op 11 april 2024 een officiële waarschuwing had ontvangen en dat er omstandigheden waren die de werknemer in een moeilijke positie hadden gebracht, zoals het overlijden van zijn moeder. De kantonrechter oordeelde dat KLM niet had aangetoond dat de werknemer de IPB-regeling op ernstige wijze had misbruikt en dat het ontslag niet gerechtvaardigd was.

Daarom werd het verzoek van KLM om een gefixeerde schadevergoeding afgewezen en werd KLM veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11228897 \ AO VERZ 24-96
Uitspraakdatum: 15 oktober 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.,
gevestigd te Amstelveen
verzoekende partij
verder te noemen: KLM
gemachtigde: mr. L. Gorte
tegen
[verweerder]
wonende te [plaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. M. Amrani
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om een werknemer die op staande voet is ontslagen. De kantonrechter heeft in een andere (gelijktijdige) procedure geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Daarom wordt het verzoek van de werkgever om een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
KLM heeft een verzoek gedaan om een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 17 september 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Het verzoek van KLM is op deze zitting gelijktijdig behandeld met het verzoek van [verweerder] tot vernietiging van het ontslag (11228897 \ AO VERZ 24-96). Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben partijen bij brieven van 12 en 13 september 2024 nog stukken toegezonden.

2.Feiten

2.1.
[verweerder], geboren op [geboortedatum] 1993, is op 26 juni 2023 bij KLM in dienst getreden. De functie van [verweerder] was Teammember Operations voor 36 uur per week. Het salaris van [verweerder] bedroeg € 2.490,94 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.2.
Alle KLM-medewerkers kunnen zes maanden na indiensttreding gebruik maken van IPB-reisfaciliteiten. IPB staat voor ‘indien plaats beschikbaar’. De regels en voorwaarden voor gebruikmaking van de IPB-regeling staan opgenomen in een brochure. In het IPB-reglement staat onder meer:
“(…)
2.1.7
Aanvullende voorwaarden(…)7. Eventuele gevolgen van het gebruik van IPB-vervoer ontheft de KLM’er in geen enkel opzicht van de verplichting op het daarvoor vastgestelde tijdstip zijn werkzaamheden te hervatten. Een en ander betekent onder meer dat de medewerker in staat dient te zijn om een vervangend commercieel ticket te kunnen kopen.
(…)
3.2.1
SamenreisverplichtingDe aanvragende medewerker of gepensioneerde moet samen met de companion(s) op dezelfde vlucht reizen. Dit geldt ook voor vliegend personeel werkend aan boord en dienstreizigers. Vanwege de samenreisverplichting dienen te allen tijde retourtickets aangevraagd te worden. Het wegbrengen (of ophalen) en op een later tijdstip ophalen (of terugbrengen) van companions valt niet binnen dit kader en is dus niet toegestaan.
De intentie tot gezamenlijk terugreizen dient te allen tijde duidelijk te zijn: er dient voor de geplande terugreis een listing verricht te worden, en de begeleider én de companion(s) dienen fysiek op het vliegveld aanwezig te zijn ten tijde van de geplande terugvlucht.
(…)”
2.3.
Op 11 april 2024 heeft [verweerder] een eerste en laatste officiële waarschuwing gekregen. Daarin staat onder meer:
“(…)Waarom dit gesprek

Je moest op 29 maart 2024 werken maar je kon niet werken omdat je nog in Suriname was.

Je wilde op 26 maart 2024 terugkomen maar er was geen plek, er waren veel IPB’ers.

Je had een companion mee waardoor je een slechter nummer op de lijst had en dus minder kans om mee terug te vliegen.

Daarna heb je je alleen nog op 2 april 2024 gelist maar niet gevlogen.

Op 3 april 2024 heb je je ziekgemeld.

Op 28 december 2023 heb je je broer als companion meegenomen maar hij is – tegen de IPB-regels in – niet gelijktijdig met je teruggevlogen.

Je bent 3x ziek geweest, maar bent ook vaak gaan IPB-en.

Je hebt toen je in dienst kwam een leaseauto aangevraagd en de voorwaarden gelezen. En vervolgens ingevuld dat je salarisniveau MSG 5 was.

Je hebt een loonbeslag door achterstallige betaling van jouw ziektekostenverzekering.

En toch ben je 3 x kort achter elkaar naar Suriname geweest, terwijl je loonbeslag hebt en dus feitelijk geen geld om een volbetalend ticket te kunnen kopen als dat nodig is.
(…)
Waarschuwing en tijdelijke intrekking IPBWe lieten je weten dat je wegens jouw privé-omstandigheden een allerlaatste kans bij KLM krijgt. Eigenlijk zou je ontslag kunnen krijgen voor alles wat is gebeurd.
We lieten je weten dat je IPB-faciliteiten naar verwachting tijdelijk ingetrokken zullen worden. Dit bepaalt een andere afdeling van KLM. Je hoort hierover later meer.
Je krijgt ook een officiële waarschuwing voor het niet op tijd weer op je werk verschijnen. Ook wordt er loon ingehouden over de periode waarin je door jouw toedoen niet op tijd op het werk terug was.(…)”
2.4.
Op 22 april 2024 is de moeder van [verweerder] overleden in Nederland. De uitvaart vond plaats in Suriname. In dit verband heeft er op 25 april 2024 een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder], de heer [betrokkene 1] (unitmanager) en de heer [betrokkene 2] (shiftleader). In een e-mail van 16 mei 2024 heeft [betrokkene 2] de gemaakte afspraken aan [verweerder] bevestigd:
afspraken

-voor de begrafenis en het verhuizen geven we je verlof tot 16 mei. Je hebt hier niet voldoende verlofdagen voor

-je geeft een deel van je verlof voor december terug om dit op te lossen

-Je boekt een emergency ticket

-het ticket is op de heenreis bevestigd en op de terugreis IPB met verlaagd nummer

-bij thuiskomst stuur je mij deoverlijdensaktevan je moeder

-jouw moeder wordt rond 6 mei begraven.

-5 dagen na de begrafenis, dus rond 11 mei, probeer je terug te vliegen

-je gaat elke dag naar de luchthaven om proberen terug te vliegen en je list je voor elke vlucht.

-als je te laat thuis komt is dat jouw verantwoordelijkheid

-je zet je dienstverband op het spel als je toch te laat terugkomt

-als je 5 dagen na de begrafenis naar huis vliegt, houd je nog bijna een week over om het huis leeg te maken en te verhuizen

-je krijgt 2 dagen BV voor het overlijden van je moeder en 2 dagen BV voor de verhuizing

-je laat ons eenbewijs van je verhuizingzien”
2.5.
[verweerder] is op 18 mei 2024 teruggevlogen naar Nederland.
2.6.
Op 23 mei 2024 is [verweerder] op staande voet ontslagen. Dit ontslag is op 26 mei 2024 schriftelijk aan hem bevestigd. In de ontslagbrief staat onder meer:
“(…)Je krijgt een ontslag op staande voetWij hebben je voorgehouden dat jouw verklaring jouw handelwijze niet kan rechtvaardigen. Je was een gewaarschuwd man. Voor KLM staat vast dat je, enkel en alleen voor “eigen gewin”, de IPB-regeling op ernstige wijze keer op keer misbruikt. Dit terwijl KLM je zelfs een emergency-ticket heeft toegekend terwijl je daar helemaal geen recht op had. Je hebt de afspraken die we maakten rondom jouw vertrek naar Suriname op vele punten geschonden.
  • Rond 11 mei 2024 proberen terug te vliegen;
  • Elke dag naar luchthaven en proberen terug te vliegen;
  • Niet verhuisd in periode 11/12-16 mei 2024;
  • 16 mei 2024 einde verlofperiode.
Dat is voor ons onacceptabel. Als werkgever moeten wij blindelings op uw eerlijkheid en integriteit kunnen vertrouwen. Helaas hebben wij moeten constateren dat u dit vertrouwen ernstig en onherstelbaar hebt beschaamd. Door uw handelswijze hebben wij geen enkel vertrouwen meer in een vruchtbare samenwerking. Dit geldt te meer nu je een gewaarschuwd man was én KLM je al een keer eerder de hand boven het hoofd heeft gehouden en je een tweede kans heeft gegeven. Dat het amper een maand na die waarschuwing alweer fout gaat, vindt KLM zeer ernstig om te moeten constateren. KLM kan zich niet aan de indruk onttrekken dat je jouw korte dienstverband met KLM vooral gebruikt voor reizen naar Suriname, maar je je daarbij weinig aantrekt van de IPB-regels.(…)”

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
KLM verzoekt de kantonrechter een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen. Aan dit verzoek legt KLM ten grondslag – kort weergegeven – dat zij [verweerder] op staande voet heeft ontslagen. Het ontslag is rechtsgeldig en daarom is [verweerder] schadeplichtig. De omvang van de gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon dat KLM zou hebben moeten betalen over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij een regelmatige opzegging nog zou hebben voortgeduurd.
3.2.
[verweerder] voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. Daartoe is – samengevat – aangevoerd dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Er is geen sprake van een dringende reden en daarnaast is het ontslag ook niet onverwijld gegeven.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beschikking van 15 oktober 2024 (zaaknummer: 11228897 \ AO VERZ 24-96) in
de zaak van [verweerder] tegen KLM heeft de kantonrechter geoordeeld dat het door KLM aan [verweerder] gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Dit betekent dat [verweerder] niet
schadeplichtig is jegens KLM en daarmee dat het verzoek tot betaling van een
gefixeerde schadevergoeding dient te worden afgewezen.
4.2.
KLM zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek af;
5.2.
veroordeelt KLM tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op € 543,- aan salaris voor de gemachtigde van [verweerder];
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. M. Woerdman, kantonrechter en op 15 oktober 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter