Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 18 september 2024;
- Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 2 januari 2024 (pagina 5 en 6 van het dossier in zaak B);
- Proces-verbaal van bevindingen met beschrijving camerabeelden door verbalisant [naam verbalisant] van 10 januari 2024 (pagina 7 van het dossier in zaak B).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
2(
twee) weken.
€ 83,10,bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.