ECLI:NL:RBNHO:2024:10125

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
10918951 \ CV EXPL 24-886
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en de toepassing van de Verordening (EG) nr. 261/2004

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH compensatie gevorderd van Finnair OYj voor een geannuleerde vlucht van Helsinki naar Amsterdam op 8 juni 2022. De vervoerder, Finnair, heeft aangevoerd dat zij slechts de helft van de compensatie verschuldigd is, omdat de passagier is omgeboekt naar een alternatieve vlucht die minder dan drie uur later aankwam dan de oorspronkelijke vlucht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat AirHelp recht heeft op compensatie, maar dat het verweer van de vervoerder slaagt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde hoofdsom van € 400,00 slechts tot € 200,00 wordt toegewezen, omdat de voorwaarden van artikel 7 lid 2 sub b van de Verordening (EG) nr. 261/2004 van toepassing zijn. De wettelijke rente over de hoofdsom is eveneens toewijsbaar, maar de proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 25 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10918951 \ CV EXPL 24-886
Uitspraakdatum: 25 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn, Duitsland
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Finnair OYj
gevestigd te Helsinki,Finland
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. T. Teke (Warendorf Advocaten)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat hij slechts de helft van de compensatie verschuldigd is omdat de passagier is omgeboekt naar een alternatieve vlucht die minder dan drie uur later aankwam dan de oorspronkelijke vlucht. Dit verweer slaagt en daarom wordt de gevorderde hoofdsom slechts toegewezen tot € 200,00.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 8 juni 2022 vervoeren van Helsinki-Vantaa Airport, Helsinki (Finland) naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht AY1305 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft haar vermeende vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan dat hij slechts de helft van de compensatie is verschuldigd omdat hij de passagier heeft omgeboekt naar een alternatieve vlucht die minder dan drie uur later aankwam dan de oorspronkelijke vlucht (artikel 7 lid 2 sub b van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat AirHelp recht heeft op compensatie. Dit is immers niet door de vervoerder betwist.
4.3.
De vervoerder heeft een beroep gedaan op artikel 7 lid 2 sub b van de Verordening. Vast staat dat de procedure een vlucht betreft die binnen de Gemeenschap is uitgevoerd en dat de afstand van de vlucht meer dan 1500 km en minder dan 3500 km bedroeg. Ook staat vast dat de passagier met een andere vlucht naar haar eindbestemming is gebracht en dat de aankomsttijd niet meer afwijkt dan drie uur. Dit is ook allebei niet betwist door AirHelp. Daarom slaagt het verweer van de vervoerder. Daarom zal de gevorderde hoofdsom worden toegewezen tot een bedrag van € 200,00. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.4.
Nu beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, zal de kantonrechter de proceskosten compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juni 2022 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter