In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een kort geding tussen MSB Flex Coöperatie U.A. (handelend onder de naam FlexClinics) en [gedaagden], waarbij het geschil draait om de financiële en medische afwikkeling van nazorg en klachten van patiënten die door [gedaagde 2], een plastisch chirurg, zijn behandeld. De voorzieningenrechter heeft op 25 september 2024 geoordeeld dat [gedaagden] verplicht zijn om nazorg te verlenen aan de patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld, inclusief her-operaties en na-correcties, onder bepaalde voorwaarden. De vordering van FlexClinics om [gedaagden] te gebieden klachten van patiënten af te handelen, werd afgewezen, evenals het verzoek om een verbod op doorverwijzing van patiënten naar FlexClinics. De tegenvordering van [gedaagden] om een bedrag van FlexClinics te ontvangen werd eveneens afgewezen.
De procedure begon met een dagvaarding op 15 augustus 2024, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 28 augustus 2024. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de vorderingen van FlexClinics, gezien de klachten van patiënten en de impact op de reputatie van FlexClinics. De rechter concludeerde dat [gedaagden] hun verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht niet konden opschorten, ondanks hun financiële geschil met FlexClinics. De rechter legde voorwaarden op aan de nazorgverplichting, waaronder dat FlexClinics de benodigde faciliteiten en middelen moet leveren.
In reconventie vorderden [gedaagden] betaling van een bedrag door FlexClinics, maar deze vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 25 september 2024.