ECLI:NL:RBNHO:2024:10060

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
354935
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over financiële en medische afwikkeling van nazorg en klachten van patiënten tussen plastisch chirurg en behandelcentrum

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een kort geding tussen MSB Flex Coöperatie U.A. (handelend onder de naam FlexClinics) en [gedaagden], waarbij het geschil draait om de financiële en medische afwikkeling van nazorg en klachten van patiënten die door [gedaagde 2], een plastisch chirurg, zijn behandeld. De voorzieningenrechter heeft op 25 september 2024 geoordeeld dat [gedaagden] verplicht zijn om nazorg te verlenen aan de patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld, inclusief her-operaties en na-correcties, onder bepaalde voorwaarden. De vordering van FlexClinics om [gedaagden] te gebieden klachten van patiënten af te handelen, werd afgewezen, evenals het verzoek om een verbod op doorverwijzing van patiënten naar FlexClinics. De tegenvordering van [gedaagden] om een bedrag van FlexClinics te ontvangen werd eveneens afgewezen.

De procedure begon met een dagvaarding op 15 augustus 2024, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 28 augustus 2024. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de vorderingen van FlexClinics, gezien de klachten van patiënten en de impact op de reputatie van FlexClinics. De rechter concludeerde dat [gedaagden] hun verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht niet konden opschorten, ondanks hun financiële geschil met FlexClinics. De rechter legde voorwaarden op aan de nazorgverplichting, waaronder dat FlexClinics de benodigde faciliteiten en middelen moet leveren.

In reconventie vorderden [gedaagden] betaling van een bedrag door FlexClinics, maar deze vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 25 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/354935 / KG ZA 24-423
Vonnis in kort geding van 25 september 2024
in de zaak van
MSB FLEX COÖPERATIE U.A., handelend onder de naam
FLEXCLINICS,
gevestigd te Lithoijen, gemeente Oss,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: FlexClinics,
advocaat: mr. C. de Bruin,
tegen

1.[gedaagde 1] B.V.,

gevestigd te [plaats],
en
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats],
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden],
advocaat: mr. A.W. Hooijen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 augustus 2024
- producties 1 tot en met 17 bij de dagvaarding
- producties 18 en 19 van 27 augustus 2024 van de zijde van FlexClinics
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van 28 augustus 2024 met producties 1 tot en met 5
- productie 20 van 29 augustus 2024 van de zijde van FlexClinics
- de mondelinge behandeling van 28 augustus 2024
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling
- de pleitnota van FlexClinics
- de pleitaantekeningen van [gedaagden]

2.De zaak in het kort

2.1.
[gedaagde 2] heeft als plastisch chirurg gewerkt in het behandelcentrum van FlexClinics. Na afloop daarvan is een geschil ontstaan over de financiële en medische afwikkeling van nazorg (her-operaties en na-correcties) en klachten van patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld.
2.2.
De voorzieningenrechter oordeelt dat [gedaagden] de patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld nazorg moeten verlenen, met inbegrip van her-operaties en na-correcties, zij het onder de in de beslissing opgenomen voorwaarden. De vordering om [gedaagden] te gebieden klachten af te handelen van de patiënten die [gedaagde 2] heeft behandeld, wordt echter afgewezen. Datzelfde geldt voor het gevorderde verbod tot het doorverwijzen van patiënten. De tegenvordering om een bedrag aan [gedaagden] te betalen wordt eveneens afgewezen. De voorzieningenrechter licht zijn oordeel in dit vonnis toe.

3.De feiten

3.1.
FlexClinics is een zelfstandig behandelcentrum dat is gespecialiseerd in orthopedische en plastische chirurgie.
3.2.
[gedaagde 2] is plastisch chirurg en als zodanig ingeschreven in het BIG-register. [gedaagde 2] is enig aandeelhouder en enig bestuurder van [gedaagde 1] B.V., zijn praktijkvennootschap (hierna: [gedaagde 1]).
3.3.
Met ingang van 1 juli 2021 is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen tussen FlexClinics als opdrachtgever en – volgens de overeenkomst – [gedaagde 1] als opdrachtnemer (hierna: de overeenkomst van opdracht). De overeenkomst houdt onder meer het volgende in:
Overwegende dat(…)
d. Opdrachtnemer voor eigen rekening en risico het beroep van plastisch chirurg uitoefent en als zodanig is ingeschreven in het BIG-register;
Artikel 1 De Opdracht
1.1.
Opdrachtnemer stelt zich voor de duur van de overeenkomst beschikbaar om de navolgende werkzaamheden te verrichten: medisch specialistische zorg op het gebied van Plastische Chirurgie.
(…).
1.3.
De werkzaamheden die Opdrachtnemer voor Opdrachtgever verricht bestaan onder andere uit het houden van spreekuren en het uitvoeren van behandelingen en/of operaties, inclusief de bijbehorende nazorg.
(…)
Artikel 4 Nakoming en vervanging
(…)
4.2 (…)
In geval van vakantie of andere vrijwillige afwezigheid stelt de Opdrachtnemer de Opdrachtgever tijdig, maar tenminste zes weken vooraf in kennis van zijn afwezigheid. (…)
Artikel 6 Vergoeding, facturering, betaling en toetredingsfee
(…)
6.7
Indien nakoming redelijkerwijs kan worden verwacht, zal ook na beëindiging van deze overeenkomst (om welke redenen dan ook) Opdrachtnemer zowel medisch als financieel verantwoordelijk blijven voor eventuele her-operaties en na-correcties voortvloeiende uit de door Opdrachtnemer uitgevoerde behandelingen. Eventuele her-operaties en na-correcties dienen in een kliniek van Opdrachtgever plaats te vinden. Indien Opdrachtnemer besluit om deze na-correcties en/of her-operaties niet zelf uit te voeren, wordt het honorarium van de medisch specialist die deze behandelingen namens Opdrachtnemer verricht bij Opdrachtnemer in rekening gebracht.
Artikel 7 Kwaliteit en veiligheid van zorg
7.1
Opdrachtnemer beschikt over een geldige BIG-registratie. Opdrachtnemer verstrekt aan Opdrachtgever voor aanvang van de werkzaamheden een afschrift van de bevestiging van de inschrijving van het BIG-register, (…) alsmede een kopie van een geldig legitimatiebewijs (…).
7.2
Opdrachtnemer verklaart dat er geen maatregelen (…) zijn opgelegd en hij (...) het beroep van plastisch chirurg zonder beperkingen mag uitoefenen (…).
(…)
3.4.
Namens [gedaagde 1] heeft [gedaagde 2] op basis van deze overeenkomst vanaf 1 juli 2021 het beroep van plastisch chirurg uitgeoefend in de kliniek van FlexClinics.
3.5.
[gedaagde 2] heeft in de loop van 2023 aangegeven een eigen kliniek te willen beginnen. Partijen hebben in dat kader gesproken over de huur van de operatiekamers van FlexClinics door [gedaagden] en vooruitlopend daarop hebben laatstgenoemden operatiekamers van FlexClinics geboekt voor januari 2024 en voor het hele jaar vakantiedagen doorgegeven. [gedaagden] hebben uiteindelijk afgezien van een huurovereenkomst met FlexClinics. De overeenkomst van opdracht is per 1 januari 2024 beëindigd.
3.6.
In de laatste maanden van 2023 en in de loop van 2024 heeft FlexClinics meldingen ontvangen van ontevreden patiënten die zijn behandeld door [gedaagde 2].
3.7.
Partijen zijn in discussie over de (financiële) afwikkeling van hun samenwerking. Onderdeel daarvan is de afwikkeling van nazorg (her-operaties en na-correcties) en klachten van patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
FlexClinics vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde 1] te gebieden om aan de patiënten die door de heer [gedaagde 2] gedurende de looptijd van de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn behandeld alle nodige nazorg, waaronder in ieder geval begrepen het uitvoeren van her-operaties en na-correcties, te leveren en ook de afhandeling van klachten van de betreffende patiënten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding met een vermeerdering van € 1.500,00 per dag dat de overtreding door [gedaagde 1] niet wordt hersteld;
II. de heer [gedaagde 2] te gebieden om aan de patiënten die door de heer [gedaagde 2] gedurende de looptijd van de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn behandeld alle nodige nazorg, waaronder in ieder geval begrepen het uitvoeren van her-operaties en na-correcties en ook de afhandeling van klachten van de betreffende patiënten, te leveren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding met een vermeerdering van € 1.500,00 per dag dat de overtreding door de heer [gedaagde 2] niet wordt hersteld;
III. [gedaagde 1] te verbieden om patiënten die door de heer [gedaagde 2] gedurende de looptijd van de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn behandeld en om enige vorm van nazorg verzoeken en/of een klacht hebben over hun behandeling, door te verwijzen naar eiser, tenzij in onderling overleg andere afspraken zijn gemaakt, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding met een vermeerdering van € 1.500,00 per dag dat de overtreding door [gedaagde 1] niet wordt hersteld;
IV. de heer [gedaagde 2] te verbieden om patiënten die door de heer [gedaagde 2] gedurende de looptijd van de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn behandeld en om enige vorm van nazorg verzoeken en/of een klacht hebben over hun behandeling, door te verwijzen naar eiser, tenzij in onderling overleg andere afspraken zijn gemaakt, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding met een vermeerdering van € 1.500,00 per dag dat de overtreding door de heer [gedaagde 2] niet wordt hersteld;
V. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding.
4.2.
FlexClinics legt daaraan het volgende ten grondslag. [gedaagden] dienen de verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht na te komen, te weten de door [gedaagde 2] behandelde patiënten alle nodige nazorg te leveren, met inbegrip van het (voor zijn rekening en risico) uitvoeren van her-operaties en na-correcties. Ook dienen [gedaagden] de afhandeling van klachten op zich te nemen. [gedaagde 1] is hiertoe verplicht op grond van art. 7:400 BW en [gedaagde 2] op grond van 7:404 BW.
4.3.
[gedaagden] voeren verweer. [gedaagden] concluderen primair tot afwijzing van de vorderingen van FlexClinics, met veroordeling van FlexClinics in de kosten van deze procedure. Subsidiair – als enige vordering van FlexClinics wordt toegewezen – concluderen [gedaagden] om daaraan de voorwaarde te verbinden:
dat FlexClinics op haar kosten volledige operatiekamerfaciliteiten, personeel en medische hulp- en andere middelen ter beschikking stelt:
dat alle her operaties en na-correcties aaneensluitend op één of indien nodig, twee operatiedagen worden gepland;
dat FlexClinics daaraan voorafgaand al haar financiële verplichtingen ten opzichte van [gedaagden] volledig is nagekomen,
en ook in dat geval veroordeling in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
[gedaagden] vorderen – samengevat – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1.
Primair
FlexClinis te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde 1] te betalen een bedrag van € 104.937,34 of een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met rente;
2.
Subsidiair
FlexClinics te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde 1] te betalen een bedrag van € 37.234,85 of een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met rente;
Primair en subsidiair
3. Met veroordeling van FlexClinics in de (na)kosten van de procedure.
4.6.
[gedaagden] leggen aan de vordering het volgende ten grondslag. FlexClinics is, na beëindiging van de overeenkomst van opdracht, nog bedragen aan [gedaagden] verschuldigd, onder andere de door FlexClinics erkende bedragen van € 76.125,00 (ontvangen vooruitbetalingen voor operaties), € 26.194,00 (fee voor december 2023) en € 11.520,00 (additionele fee voor gebruik van ‘Vaser’). Na verrekening met de erkende tegenvordering van FlexClinics (€ 8.901,65), resteert een bedrag van € 104.937,34 door FlexClinics te voldoen. Subsidiair vorderen [gedaagden] een bedrag van € 37.243,85 (€ 113.839,00 -/- € 76.604,15, zijnde de grotendeels betwiste tegenvordering van FlexClinics).
4.7.
FlexClinics voert verweer. FlexClinics concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagden], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagden], met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van deze procedure.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
Spoedeisend belang
5.1.
Hoewel [gedaagden] betwisten dat sprake is van spoedeisendheid omdat alle genoemde patiënten met problemen zijn geholpen, heeft FlexClinics voldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen gelet op haar stelling dat [gedaagden] patiënten die zich bij [gedaagde 2] melden met klachten en/of verzoeken om nazorg blijft doorsturen naar FlexClinics, hetgeen schadelijk is voor de patiënten en voor de reputatie en goede naam van FlexClinics, zodat daarvoor op korte termijn een onmiddellijke voorziening is vereist.
Ontvankelijkheid jegens [gedaagde 2]
5.2.
Het verweer dat [gedaagde 2] geen partij is bij de overeenkomst van opdracht en FlexClinics niet ontvankelijk is in haar vordering jegens hem, faalt. [gedaagde 2] heeft op zitting verklaard dat niemand anders dan hij ten tijde van het aangaan van de overeenkomst als plastische chirurg in beeld was en dat [gedaagde 1] zijn praktijkvennootschap is. Daarnaast heeft hij erkend dat het om een overeenkomst van opdracht gaat die is aangegaan met het oog op de persoon van [gedaagde 2] als bedoeld in artikel 7:404 BW. Dat blijkt ook uit de inhoud van de overeenkomst: zo wordt overwogen dat de opdrachtnemer voor eigen rekening en risico het beroep van plastisch chirurg uitoefent en als zodanig is ingeschreven in het BIG-register, spreekt artikel 4 van vakantie of andere vrijwillige afwezigheid van opdrachtnemer en vermeldt artikel 7 dat opdrachtnemer beschikt over een geldige BIG-registratie en onder meer een kopie van een geldig legitimatiebewijs zal overleggen (zie 3.3). In artikel 7.2 ten slotte staat dat opdrachtnemer verklaart dat hem geen maatregelen zijn opgelegd en het beroep van plastisch chirurg zonder beperkingen mag uitoefenen. Dat zijn telkens bepalingen die specifiek op de persoon van [gedaagde 2] zien. Deze omstandigheden leiden ertoe dat het aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de opdracht is verleend met het oog op de persoon van [gedaagde 2] die via zijn praktijkvennootschap [gedaagde 1] B.V. het beroep van plastisch chirurg uitoefent. [gedaagde 2] moet dus de opdracht uitvoeren en is voor de uitvoering ook zelf verantwoordelijk, naast [gedaagde 1] als de juridische opdrachtnemer. FlexClinics is daarom ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde 2].
Leveren van nazorg
5.3.
De vraag of [gedaagden] op grond van artikel 6.7 van de overeenkomst van opdracht kunnen worden verplicht om de patiënten die door [gedaagde 2] zijn behandeld nazorg te verlenen, met inbegrip van her-operaties en na-correcties, beantwoordt de voorzieningenrechter bevestigend. Niet ter discussie staat dat in artikel 6.7 onder ‘Opdrachtnemer’, [gedaagde 2] moet worden begrepen. [gedaagde 2] heeft, in lijn met de tekst van de overeenkomst, op de zitting erkend dat hij medisch verantwoordelijk is voor de patiënten die hij bij FlexClinics heeft geholpen, ook na beëindiging van de overeenkomst van opdracht. Hij verklaart die verantwoordelijkheid ook te hebben genomen en alleen in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld als het medisch niet verantwoord is of de relatie met de patiënt is verstoord), kan besluiten om de nazorg niet te leveren.
5.4.
Voor zover [gedaagden] hebben aangevoerd dat FlexClinics geen belang heeft bij haar vordering, omdat alle genoemde patiënten met problemen zijn geholpen, slaagt dat verweer niet. [gedaagden] hebben weliswaar betwist dat bij de vijf patiënten die FlexClinics noemt sprake is van spoedeisendheid, maar van één van deze ontevreden patiënten is niet weersproken dat [gedaagde 2] de patiënt naar FlexClinics heeft verwezen toen deze niet bij wilde betalen voor nazorg. Daarnaast is een andere patiënt met een vraag over de datum van de na-correctie (door de assistente van [gedaagde 2]) doorverwezen naar FlexClinics. FlexClinics heeft dus wel belang bij haar vordering, omdat [gedaagde 2] in elk geval deze twee patiënten feitelijk (nog) geen nazorg heeft verleend en deze patiënten zich vervolgens komen beklagen bij FlexClinics. Dat [gedaagde 2] aan andere patiënten wel nazorg heeft verleend doet daaraan niet af.
5.5.
[gedaagden] voeren aan dat nakoming, gelet op de omstandigheden van het geval, in redelijkheid niet van hen kan worden verwacht omdat zij hun verplichtingen mogen opschorten vanwege de onbetaald gelaten vordering die zij op FlexClinics hebben. Vast staat dat partijen hun samenwerking financieel nog niet hebben afgewikkeld. In deze procedure kan echter niet worden vastgesteld dat [gedaagden] (na verrekening) nog een bedrag van FlexClinics te vorderen hebben. Partijen verschillen aanzienlijk van mening over verschillende posten, terwijl in een kortgedingprocedure als deze geen ruimte is voor nader onderzoek naar feiten. Omdat het aannemelijk is dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat [gedaagden] een aanzienlijke vergoeding zullen moeten betalen voor het annuleren van voor hen gereserveerde operatiekamers begin 2024, kan er niet van worden uitgegaan dat na verrekening daarmee [gedaagden] nog een noemenswaardig bedrag van FlexClinics tegoed zullen hebben. Om die reden kunnen [gedaagden] hun verplichting tot het leveren van nazorg niet opschorten. De vorderingen onder I en II ten aanzien van het gebod tot het leveren van nazorg, liggen daarom voor toewijzing gereed, met dien verstande dat daaraan voorwaarden zullen worden verbonden zoals hierna wordt toegelicht.
5.6.
Voor het geval de voorzieningenrechter enige vordering van FlexClinics zal toewijzen, hebben [gedaagden] gevraagd daaraan de voorwaarden te verbinden als hiervoor onder 4.3 onder a tot en met c vermeld. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de voorwaarden onder a en b aan het gebod te verbinden, maar c niet. Artikel 6.7 (zie 3.3) bepaalt dat her-operaties en na-correcties in een kliniek van FlexClinics dienen plaats te vinden. Op zitting is onweersproken verklaard dat de vooruitbetaling voor een operatie ook een deel voor na-correctie inhoudt. Daarnaast volgt uit de laatste zin van artikel 6.7 dat [gedaagden] het honorarium van de medisch specialist dragen die de behandeling namens hen verricht als [gedaagde 2] besluit om de nazorg niet zelf uit te voeren. Er wordt niet gesproken van overige kosten die in dat geval voor hun rekening komen. Aannemelijk is daarom dat [gedaagden] alleen de fee die zij normaal gesproken voor een behandeling zouden ontvangen dragen, maar niet de kosten van de operatiekamer, personeel en medische hulp- en andere middelen; dat is nu eenmaal, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, niet overeengekomen voor de situatie na beëindiging van de overeenkomst van opdracht. De voorzieningenrechter acht de voorwaarde onder a, dat FlexClinics op haar kosten volledige operatiefaciliteiten, personeel en medische hulp- en andere middelen ter beschikking stelt, daarom toewijsbaar.
Omdat [gedaagde 2] niet meer (via zijn praktijkvennootschap) aan FlexClinics is verbonden – en elders werkzaamheden verricht – is de voorwaarde (b) om de nazorg zoveel mogelijk aaneensluitend op één dan wel meerdere operatiedagen te plannen, evenmin onredelijk en dus ook toewijsbaar. Gelet op wat hiervoor in 5.5 is overwogen ten aanzien van de financiële afrekening tussen partijen, kan de voorwaarde onder c, niet worden verbonden aan het gebod om nazorg te verlenen.
5.7.
Het gebod zoals onder I en II gevorderd, zal dus – onder de in de beslissing onder 6.2 vermelde voorwaarden – ten opzichte van [gedaagden] als daarvoor hoofdelijk aansprakelijke partijen worden toegewezen.
5.8.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals in de beslissing onder 6.1 weergegeven.
Afhandeling van klachten
5.9.
FlexClinics vordert ook om [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder afzonderlijk te gebieden de klachten af te handelen van de patiënten die [gedaagde 2] gedurende de overeenkomst van opdracht heeft behandeld. Deze vordering zal worden afgewezen. Vast staat namelijk dat FlexClinics een aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten met het oog op de behandelingen en dat alleen onder omstandigheden aansprakelijkheid van [gedaagde 2] aan de orde komt. Dat FlexClinics de afhandeling van klachten verzorgt ligt dan ook voor de hand. FlexClinics heeft op de zitting bovendien bevestigd dat de klachtprocedure via haar loopt.
Verbod om door te verwijzen
5.10.
Vast staat dat [gedaagden] zelf diverse patiënten na afloop van de overeenkomst van opdracht nazorg heeft geleverd. Voorshands lijkt het erop dat het merendeel van de doorverwijzingen door [gedaagden] zag op klachten, die door FlexClinics zelf afgehandeld moesten worden. Het ging daarbij bijvoorbeeld om patiënten die geen nazorg maar financiële compensatie vroegen. Daarnaast mochten [gedaagden] een patiënt naar FlexClinics doorverwijzen voor creditering van een aanbetaling, omdat de operatie niet was doorgegaan. Voor zover FlexClinics stelt dat [gedaagden] alleen mogen doorverwijzen als partijen daar onderling afspraken over hebben gemaakt, kan dat standpunt – zonder nadere motivering – niet worden gevolgd. Omdat ten slotte is afgesproken dat de nazorg in een kliniek van FlexClinics dient plaats te vinden, ligt het voor de hand dat FlexClinics ook het contact verzorgt met patiënten die om nazorg vragen. Het is dan vervolgens aan FlexClinics om in overleg met de patiënt en [gedaagden] de operatiedag of -dagen te plannen, zodat [gedaagde 2] zijn verplichting tot het leveren van nazorg kan nakomen.
Uit het vorenstaande volgt dat FlexClinics geen althans onvoldoende belang heeft bij een verbod op doorverwijzing, zodat een dergelijk verbod niet zal worden opgelegd.
Proceskosten in conventie
5.11.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
5.12.
Uitgangspunt is dat met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande uit een veroordeling tot betaling van een geldsom, terughoudendheid op zijn plaats is.
5.13.
Zoals hiervoor in 5.5 is overwogen, is onduidelijk wie onderaan de streep een vordering op wie heeft. In kort geding kan dit niet worden vastgesteld. De beoordeling van de hoogte van de vorderingen over en weer (voor zover niet erkend) is aan de bodemrechter. Daarnaast is ook niet gebleken van omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening op dit punt is vereist. Aan een afweging van de belangen van partijen en de vraag naar het risico van onmogelijkheid van terugbetaling mocht de bodemrechter anders beslissen, komt de voorzieningenrechter daarom ook niet toe.
Proceskosten in reconventie
5.14.
[gedaagden] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van FlexClinics worden begroot op:
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
893,00

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
gebiedt [gedaagden] om aan de patiënten die door de heer [gedaagde 2] gedurende de looptijd van de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn behandeld alle nodige nazorg, met inbegrip van het uitvoeren van her-operaties en na-correcties, te leveren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding met een vermeerdering van € 500,00 per dag dat de overtreding door [gedaagden] niet wordt hersteld, met een maximum van € 100.000,00,
6.2.
verbindt aan het hiervoor in 6.1 opgenomen gebod de volgende voorwaarden:
dat FlexClinics op haar kosten volledige operatiefaciliteiten, personeel en medische hulp- en andere middelen ter beschikking stelt;
dat alle her-operaties en na-correcties aaneensluitend op één dan wel indien nodig, twee of meer operatiedagen worden gepland,
6.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft 6.1 en 6.2 uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.6.
wijst de vorderingen van [gedaagden] af,
6.7.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten van € 893,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.
1621