ECLI:NL:RBNHO:2023:9993

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
10654356 \ KG EXPL 23-102
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over afgifte van een overdekking voor een basketbalstadion met internationale aspecten en verstekbeoordeling

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Losberger de buitenlandse rechtspersoon Modular Coverings gedagvaard in een kort geding. De vordering betreft de afgifte van een overdekking voor een basketbalstadion in Griekenland, die Modular van Losberger heeft gehuurd. Modular is niet verschenen op de zitting, die plaatsvond op 27 september 2023, en de kantonrechter heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld ondanks het ontbreken van verweer van Modular. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betekening van de dagvaarding op 15 augustus 2023 correct heeft plaatsgevonden, en dat Modular voldoende op de hoogte was van de procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot afgifte van de overdekking toewijsbaar is, evenals de vordering tot betaling van achterstallige huurtermijnen. De vordering tot schadevergoeding is echter afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De proceskosten zijn voor rekening van Modular, die grotendeels ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de uitspraak als een Europees executoriale titel geclassificeerd en een certificaat afgegeven voor de erkenning en tenuitvoerlegging van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10654356 \ KG EXPL 23-102 WD
Uitspraakdatum: 11 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOSBERGER DE BOER INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
eiseres,
verder te noemen: Losberger,
gemachtigde: mr. F.C.B. Poiron,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MODULAR COVERINGS LTD.,
gevestigd te Athene (Griekenland),
gedaagde,
verder te noemen: Modular,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Losberger heeft Modular op 15 augustus 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 september 2023. Modular is niet verschenen.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Losberger ter toelichting van haar standpunt, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren heeft gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Losberger bij brief van 21 september 2023 nog stukken toegezonden.

2.De vordering

2.1.
Losberger vordert na vermindering van eis ter zitting - kort samengevat - dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Modular veroordeelt tot:
(i) afgifte van de overdekking aan Losberger, op straffe van een dwangsom;
(ii) betaling van een bedrag van € 29.942,-, te vermeerderen met rente en kosten;
(iii) betaling van een voorschot schadevergoeding van € 49.200,-.
2.2.
Losberger voert daartoe het volgende aan. Modular heeft van Losberger een overdekking voor een basketbalveld gehuurd. De overdekking is aan Modular ter beschikking gesteld en Modular heeft deze in Griekenland onder zich. Modular komt haar betalingsverplichtingen niet na. Daarom heeft Losberger de huurovereenkomst tussentijds buitengerechtelijk ontbonden. Modular dient de achterstallige huurtermijnen alsnog te betalen. Daarnaast dient zij de overdekking aan Losberger terug te geven. Tot slot is Modular gehouden de door Losberger geleden en te lijden schade te vergoeden.

3.De beoordeling

de bevoegdheid van de rechtbank en het toepasselijk recht
3.1.
Losberger is gevestigd in Alkmaar, Modular is gevestigd in Athene en de gehuurde zaak bevindt zich in Griekenland. Het betreft daarmee een zaak met internationaalrechtelijke aspecten en de rechtbank zal daarom eerst moeten beoordelen of zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De vordering betreft een burgerlijke of handelszaak in de zin van na te melden verordening en de eis in ingesteld op 15 augustus 2023. De bevoegdheid van de rechtbank moet daarom worden beoordeeld aan de hand van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (hierna: EEX-Vo II).
3.2.
Artikel 4.1. EEX-Vo II bepaalt als hoofdregel dat zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, opgeroepen worden voor de gerechten van die lidstaat. Dit brengt mee dat in beginsel de rechter te Athene bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Op deze hoofdregel wordt een uitzondering gemaakt in artikel 25 EEX-Vo II, dat bepaalt dat het gerecht dat partijen hebben aangewezen, bevoegd is tot kennisneming van geschillen tussen hen. Op grond van lid 1 sub a van dit artikel moet een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht worden gesloten bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst.
3.3.
De tussen partijen geldende huurovereenkomst bevat de volgende bepaling:
“16.2 All possible disputes between the parties, including but not limited to any dispute arising out of the formation, performance, interpretation, nullification, termination or invalidation of this agreement or arising there from or related thereto in any manner whatsoever, shall be settled exclusively by the competent court in Alkmaar, the Netherlands.”
3.4.
De rechtbank stelt vast dat partijen door opname van voornoemd artikel in hun huurovereenkomst een forumkeuze hebben gemaakt. Zij zijn schriftelijk overeengekomen dat de rechtbank in Alkmaar bevoegd is om van geschillen als het onderhavige geschil tussen partijen kennis te nemen.
3.5.
De rechtbank is dus bevoegd om van de zaak kennis te nemen. Vervolgens dient de rechtbank vast te stellen op basis van welk recht op de vordering moet worden beslist op basis van Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst. De verordening is van toepassing, omdat de zaak een burgerlijke of handelszaak is, als bedoeld in artikel 1 van deze verordening en de overeenkomst tussen partijen is gesloten na 17 december 2009, de datum waarop de verordening blijkens artikel 29 daarvan in werking treedt.
3.6.
Artikel 3.1. van de verordening bepaalt dat een overeenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. Voorts bepaalt dit artikel dat deze rechtskeuze uitdrukkelijk wordt gedaan of duidelijk moet blijken uit de bepalingen van de overeenkomst of de omstandigheden van het geval.
3.7.
De huurovereenkomst tussen partijen bevat de volgende bepaling:
“16.1 This agreement and the legal relations between the Lessor and the Lessee are governed exclusively by the law of the Netherlands.
Applicability of the Vienna Sales Convention is explicitly excluded.”
3.8.
De rechtbank stelt vast dat partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat Nederlands recht op hun overeenkomst van toepassing is, met uitsluiting van het Weens Koopverdrag. De rechtbank zal het geschil tussen partijen beslechten op basis van Nederlands recht.
3.9.
Artikel 93, aanhef en sub c van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat de kantonrechter bevoegd is in zaken betreffende een huurovereenkomst. De kantonrechter zal daarom over dit geschil beslissen.
komt de kantonrechter toe aan een inhoudelijke beoordeling op de vordering, nu Modular niet is verschenen?
3.10.
Modular is niet verschenen. De kantonrechter moet daarom beoordelen of hij desondanks op de vordering kan beslissen. Bij deze beoordeling is de inhoud van de Verordening (EU) 2020/1784 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) van belang. Deze verordening zal hierna worden aangeduid als: De Herschikte EU-betekeningsverordening 2020.
3.11.
De betekening van de dagvaarding heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2023. Op die dag heeft de gerechtsdeurwaarder als verzendende instantie de dagvaarding vergezeld van een in de Engelse taal gestelde vertaling daarvan verzonden naar de in 3 en 8 van De Herschikte EU-betekeningsverordening 2020 bedoelde ontvangende instantie te Athene. Het in artikel 14 van De Herschikte EU-betekeningsverordening 2020 bedoelde certificaat, waaruit had kunnen worden afgeleid of Modular de stukken tijdig heeft ontvangen, heeft Losberger nog niet mogen verkrijgen.
Desondanks zal de kantonrechter overgaan tot de inhoudelijke beoordeling op de vordering. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat er voldoende objectieve en concrete aanwijzingen die er op duiden dat
(i) de dagvaarding en de stukken Modular tijdig hebben bereikt,
(ii) Modular van de inhoud daarvan kennis heeft genomen en
(iii) Modular te kennen heeft gegeven dat zij in deze procedure geen verweer wenst te voeren en daarom niet zal verschijnen.
3.12.
Ter onderbouwing van dat oordeel wijst de kantonrechter op het volgende.
Op 15 september 2023 zijn de dagvaarding en de in de Engelse taal gestelde vertaling daarvan rechtstreeks door de deurwaarder in Griekenland aan Molular betekend in de zin van artikel 20 van De Herschikte EU-betekeningsverordening 2020. Dit valt op te maken uit de door Losberger als bijlage 1 van de bij brief van 21 september 2023 overgelegde stukken. Losberger is tot deze rechtstreekse betekening overgegaan, omdat zij het eerdergenoemde certificaat niet had ontvangen, maar wel zeker wilde stellen dat Modular tijdig op de hoogte zou zijn van de inhoud van de vordering en de oproep voor de mondelinge behandeling.
Om dezelfde reden heeft de advocaat van Losberger daarnaast de betekende stukken ook nog eens rechtstreeks digitaal aan Modular verzonden. Uit bijlage 2 van de bij brief van 21 september 2023 overgelegde stukken valt op te maken dat Modular het e-mailbericht van de gemachtigde van Losberger heeft ontvangen en de betreffende bijlagen heeft gedownload op 15 september 2023.
3.13.
Daarbij komt dat er tussen partijen nadien per e-mail contact is geweest over het geschil. Op 26 september 2023 om 18:38 uur heeft Losberger aan Modular een e-mail gestuurd waarin de volgende passage voorkomt:
“Thank you for your message.
I refer to the previous conversations relating to the writ of summons (dagvaarding) that you received from our lawyer. As you know the court hearing is scheduled for tomorrow at 10:30 AM at the Courthouse in Alkmaar.
In reply to the writ of summons, and the request therein tot attend the court hearing, you entered into contact with us again and offered us a payment proposal below to eventually settle the case.
After internal consultation we note that your proposal is not accepted. (…)
Therefore, we will go forward with the case tomorrow, as scheduled. Please let us know if you will, or will not, be there.”
3.14.
Op 26 september 2023 om 18:57 heeft Modular hierop als volgt geantwoord:
“Thank you for your response which is totally understandable.I will not be present at the court tomorrow since I recognize the amounts we own to you and I cannot dispute.(…)I have sent you a proposal bases on the invoices.I understand there is interest rate and some legal expenses you have made.I am not negative in paying some extra costs.”
3.15.
Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat Modular tijdig kennis heeft genomen van zowel de inhoud van de vordering van Losberger en de gronden waarop deze berust als van de oproep voor de mondelinge behandeling in deze procedure. Ook is duidelijk geworden dat zij na kennisname van de eis en de gronden welbewust ervoor heeft gekozen om in deze procedure geen verweer te voeren en daarom niet te verschijnen.
3.16.
Onder de gegeven omstandigheden kan naar oordeel van de kantonrechter op de vordering van Losberger worden.
de inhoudelijke beoordeling van de vordering
3.17.
De kantonrechter komt daarmee toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering en overweegt daartoe als volgt.
3.18.
Het gaat hier om een vordering in kort geding. Die vordering kan alleen worden toegewezen als Losberger daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval.
3.19.
Uitgangspunt is dat, nu Modular niet is verschenen, de vordering voor toewijzing gereed ligt, tenzij deze onrechtmatig of ongegrond is.
In dat kader is nog van belang dat voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist is dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen.
3.20.
De kantonrechter overweegt voorts dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding slechts dan aanleiding is, wanneer het bestaan en de omvang van de vordering waarschijnlijk of voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling (het restitutierisico) - bij afweging van de belangen van partijen - niet aan toewijzing in de weg staat.
3.21.
De vordering tot afgifte van de overdekking is toewijsbaar. Het gaat om het eigendom van Losberger en Modular heeft op dit punt geen verweer gevoerd. De hierna in de beslissing te melden termijn komt de kantonrechter daarbij redelijk voor. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
3.22.
De verminderde vordering tot betaling van een bedrag aan huurtermijnen van € 29.942,- is ook toewijsbaar. Modular heeft deze vordering erkend.
3.23.
De kantonrechter begrijpt de vordering verder aldus dat Losberger vordert dat Modular wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van 15% van het openstaande factuurbedrag en een contractuele rente van 2% per maand over de respectieve factuurbedragen en over het bedrag van de buitengerechtelijke kosten.
Ook deze vorderingen heeft Modular erkend.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is echter hoger dan het in het Nederland geldende Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 1.074,42.
De gevorderde rente is toewijsbaar vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling.
3.24.
Losberger vordert vergoeding van schade van € 49.200,-. Deze schade ziet voor een bedrag van € 20.200,- op de toekomstige huurtermijnen en voor een bedrag van
€ 29.000,- op de kosten die Losberger verwacht te zullen maken voor de revindicatie van de overdekking.
3.25.
De gevorderde vergoeding van toekomstige huurtermijnen is in kort geding niet toewijsbaar. Ondanks de gegeven toelichting ter zitting komt het de kantonrechter op dit moment onvoldoende aannemelijk voor dat in een eventuele bodemprocedure dit bedrag als schade zal worden toegewezen.
3.26.
Het bedrag dat ziet op alle kosten van de revindicatie komt evenmin voor toewijzing in aanmerking. De huurovereenkomst is voor bepaalde tijd gesloten, namelijk tot mei 2024. Indien de huurovereenkomst regelmatig zou zijn nagekomen, zou Losberger de gehuurde zaak ook hebben moeten ontmantelen en afvoeren. Zonder nadere onderbouwing valt niet in te zien dat dit bedrag als schade als gevolg van een tekortkoming van Modular heeft te gelden, nu de ontmanteling eerder zal moeten gebeuren.
3.27.
De proceskosten komen voor rekening van Modular, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt.
3.28.
Losberger verzoekt dat de kantonrechter de uitspraak waarmerkt als een Europees executoriale titel als bedoeld in de Verordening (EG) Nr. 805/204 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europees executoriale titel voor niet betwiste schuldvorderingen. De kantonrechter zal daartoe overgaan, met dien verstande dat deze waarmerking niet ziet op de veroordeling tot afgifte van de overdekking. Die vordering is namelijk geen schuldvordering als bedoeld in artikel 4 van voornoemde verordening.
3.29.
Losberger verzoekt dat de kantonrechter een certificaat afgeeft als bedoeld in artikel 53 en Bijlage I van de Verordening (EG) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen. De kantonrechter zal daartoe overgaan.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Modular om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de overdekking
aan Losberger terug te geven op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat Modular hieraan niet voldoet, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 100.000,-;
3.2.
veroordeelt Modular tot betaling aan Losberger van een bedrag van € 31.016,42, te
vermeerderen met de contractuele rente van 2% per maand over dit bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
3.3.
veroordeelt Modular tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant
van Losberger tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,73
griffierecht € 1.384,00
salaris gemachtigde € 529,00,
één en ander vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over voornoemde kosten te berekenen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van betaling;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter