ECLI:NL:RBNHO:2023:999

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
9178709
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de kantonrechter en verwijzing naar de rechtbank Den Haag in een civiele zaak

In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd te Hamburg, Duitsland, op 7 april 2021 een vordering ingesteld tegen TUI Nederland N.V., een naamloze vennootschap gevestigd te Rijswijk. De vordering betreft een geschil dat minder dan € 25.000,00 bedraagt. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten tussen de partijen, heeft de kantonrechter de bevoegdheid van de rechtbank Noord-Holland beoordeeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel TUI in Nederland is gevestigd en de vordering onder de bevoegdheid van de Nederlandse kantonrechter valt, de vestigingsplaats van TUI in Rijswijk onder het arrondissement van de rechtbank Den Haag valt. Dit betekent dat de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onbevoegd is om van de vordering kennis te nemen.

Daarom heeft de kantonrechter besloten de zaak te verwijzen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Den Haag. De partijen zijn erop gewezen dat voor de voortzetting van de procedure een van de partijen de andere partij bij exploot moet oproepen tegen een nieuwe roldatum, conform artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv. De beslissing is genomen op de openbare terechtzitting van 22 februari 2023, waarbij de kantonrechter mr. S.N. Schipper de uitspraak heeft gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9178709 \ CV EXPL 21-2839
Uitspraakdatum: 22 februari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Flightright GmbH
gevestigd te Hamburg (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Flightright
gemachtigde: mr. H Yildiz
tegen
de naamloze vennootschap
TUI Nederland N.V.
gevestigd te Rijswijk
gedaagde
hierna te noemen: TUI
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Flightright heeft bij dagvaarding van 7 april 2021 een vordering tegen TUI ingesteld. TUI heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Flightright heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter

2.1.
Voordat de kantonrechter (onder meer) de door de partijen opgeworpen vraag kan beantwoorden of Flightright de juiste rechtspersoon in de procedure heeft betrokken, moet de kantonrechter eerst nog ambtshalve de vraag beantwoorden of zij bevoegd is van de vordering kennis te nemen.
2.2.
Aangezien (de gedagvaarde) TUI in Nederland is gevestigd en de vordering niet meer dan € 25.000,00 bedraagt, is de Nederlandse kantonrechter bevoegd. Gelet op artikel 110 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de kanontrechter echter ook ambtshalve toetsen of zij relatief bevoegd is. Gelet op het feit dat (de gedagvaarde) TUI in Rijswijk is gevestigd, welke vestigingsplaats onder het arrondissement van de rechtbank Den Haag valt, is de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 Rv onbevoegd van de vordering kennis te nemen. De zaak wordt daarom - in de stand waarin deze zich thans bevindt - verwezen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Den Haag.
2.3.
De kantonrechter wijst partijen erop dat voor voortzetting van de procedure vereist is dat een van partijen de andere partij bij exploot oproept tegen een nieuwe roldatum (artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen;
3.2.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich thans bevindt naar de rechtbank te Den Haag, sectie kanton, locatie Den Haag.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter