ECLI:NL:RBNHO:2023:999
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de kantonrechter en verwijzing naar de rechtbank Den Haag in een civiele zaak
In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd te Hamburg, Duitsland, op 7 april 2021 een vordering ingesteld tegen TUI Nederland N.V., een naamloze vennootschap gevestigd te Rijswijk. De vordering betreft een geschil dat minder dan € 25.000,00 bedraagt. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten tussen de partijen, heeft de kantonrechter de bevoegdheid van de rechtbank Noord-Holland beoordeeld.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel TUI in Nederland is gevestigd en de vordering onder de bevoegdheid van de Nederlandse kantonrechter valt, de vestigingsplaats van TUI in Rijswijk onder het arrondissement van de rechtbank Den Haag valt. Dit betekent dat de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onbevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
Daarom heeft de kantonrechter besloten de zaak te verwijzen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Den Haag. De partijen zijn erop gewezen dat voor de voortzetting van de procedure een van de partijen de andere partij bij exploot moet oproepen tegen een nieuwe roldatum, conform artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv. De beslissing is genomen op de openbare terechtzitting van 22 februari 2023, waarbij de kantonrechter mr. S.N. Schipper de uitspraak heeft gedaan.