ECLI:NL:RBNHO:2023:9971
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak van verdachte in diefstal met geweld, gebrek aan bewijs voor medeplegen en medeplichtigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal in vereniging met geweld en medeplichtigheid aan diefstal met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 juni 2022 te Westerland, gemeente Hollands Kroon, een auto heeft gehuurd en als chauffeur heeft opgetreden voor twee onbekend gebleven personen die zich naar de woning van het slachtoffer begaven. De verdachte ontkende echter betrokken te zijn geweest bij de diefstal zelf en bleef in de auto terwijl de anderen de woning binnengingen.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte aan te merken als medepleger van de diefstal met geweld. Het enkele huren van de auto en het optreden als chauffeur waren volgens de rechtbank niet voldoende om te concluderen dat de verdachte opzet had op de diefstal. Ook voor de medeplichtigheid aan de diefstal met geweld ontbrak het bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de plannen van de andere betrokkenen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit.
Daarnaast werd er een vordering tot schadevergoeding ingediend door de benadeelde partij, het slachtoffer, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in tegenwoordigheid van griffiers.