ECLI:NL:RBNHO:2023:9966

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
8 oktober 2023
Zaaknummer
15/137217-23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met braak bij verhuurbedrijf met opslagboxen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich binnen vijf dagen schuldig heeft gemaakt aan drie inbraken bij een verhuurbedrijf met opslagboxen. Bij twee van deze inbraken heeft de verdachte goederen gestolen. De verdachte heeft tientallen boxen opengebroken of geprobeerd deze open te breken, waarbij hij spullen heeft weggenomen die door huurders in de boxen waren opgeslagen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte en de aard van de feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte is vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat er daadwerkelijk iets was weggenomen uit de opslagboxen in Dordrecht. De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de beschikbare bewijsmiddelen en heeft de verdachte strafbaar verklaard voor de feiten die bewezen zijn verklaard. De rechtbank heeft ook beslist over de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen en de teruggave aan rechthebbenden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/137217-23 (P)
Uitspraakdatum: 29 augustus 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 augustus 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen als niet-ingezetene op het [adres] ,
nu gedetineerd in [detentieadres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. R.H.I. van Dongen en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. J.E.F.K. Liauw, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 3 juni 2023 te Heemstede een postzegelbakje en/of een cijferslot en/of een meerdere goederen , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een of meerdere boxhuurders van Shurgard of aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Dordrecht een of meerdere onbekend gebleven goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een of meerdere boxhuurders van Shurgard, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklmming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan boxhuurders van Shurgard, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking of inklimming, een kabelhangslot van een toegangshek heeft verbroken en/of een of meerdere boxen heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks de periode 27 mei 2023 tot met 30 mei 2023 te Rotterdam
- een prullenbak en/of een papierhouder en/of een zeepdispenser en/of een of meerdere tondeuses en/of meerdere stuks Haar Wax en/of een of meerdere scharen en/of een haardroger en/of een of meerdere trimmers toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of
- een of meerdere mobiele telefoons (merk Apple) en/of een koofer (merk Eastpak en/of een integraalhelm toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
- een haarspeld en/of een ketting (merk Crave) toebehorende aan [slachtoffer 5] ,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een of meerdere boxhuurders van Shurgard Self-Storage, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbrekking en/of inklimming.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak feit 2 primairNaar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder 2 primair wordt verweten (diefstal met braak in Dordrecht), zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. Uit het dossier blijkt immers niet dat er daadwerkelijk iets is weggenomen uit de opslagboxen in Dordrecht.
3.3.2
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 (diefstal met braak in Heemstede), 2 subsidiair (poging tot diefstal met braak in Dordrecht) en 3 (diefstal met braak in Rotterdam) ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 3 juni 2023 te Heemstede een postzegelbakje dat aan [slachtoffer 2] toebehoorde en een cijferslot dat aan [slachtoffer 1] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 31 mei 2023 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen die aan boxhuurders van Shurgard toebehoorden weg te nemen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, boxen heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 30 mei 2023 te Rotterdam
- een prullenbak, een papierhouder, een zeepdispenser, tondeuses, Haar Wax, scharen, een haardroger en trimmers toebehorende aan [slachtoffer 3] en
- mobiele telefoons (merk Apple) en een koffer (merk Eastpak) en een integraalhelm toebehorende aan [slachtoffer 4] en
- een haarspeld en een ketting (merk Crave) toebehorende aan [slachtoffer 5] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
1 en 3, telkens:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
2.
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen die qua duur de duur van het voorarrest niet overstijgt, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf of een onvoorwaardelijke taakstraf.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich binnen vijf dagen schuldig gemaakt aan drie inbraken bij een verhuurbedrijf met opslagboxen, waarbij hij bij twee inbraken goederen heeft gestolen. De verdachte heeft tientallen boxen opengebroken of getracht open te breken. Uit een aantal boxen heeft hij daar door huurders opgeslagen spullen weggenomen. Door het plegen van deze diefstallen en de poging daartoe, kennelijk enkel uit financieel gewin, is de verdachte geheel onverschillig geweest voor de schade die hij daarmee voor de huurders van opslagboxen en de eigenaar van het verhuurbedrijf heeft veroorzaakt. Zij zijn niet alleen aangetast in hun vermogensrechten, de verdachte heeft voor hen ook overlast en hinder veroorzaakt.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank onder meer gelet op het strafblad van de verdachte (Uittreksel Justitiële Documentatie) van 6 juli 2023. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor vermogensfeiten is veroordeeld, zodat dit niet in zijn nadeel meeweegt.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van 7 augustus 2023 van [reclasseringswerker] (als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland). In dit rapport wordt het risico op recidive ingeschat als hoog. Indien tot bewezenverklaring wordt gekomen, wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd, omdat de reclassering geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat op de bewezenverklaarde feiten niet anders kan worden gereageerd dan met een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht en op wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd.

7.Verbeurdverklaring

De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten gereedschap en een zaklantaarn, dienen te worden verbeurdverklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezen verklaarde feit met behulp van die voorwerpen, die aan de verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een mes en vuurwerk, dienen te worden teruggegeven aan de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een hangslot, dient te worden teruggegeven aan [slachtoffer 1] , aangezien zij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een Crave vibrator en haarspeld, dienen te worden teruggegeven aan [slachtoffer 5] , aangezien zij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een postzegelbakje, dient te worden teruggegeven aan
[slachtoffer 2] , aangezien hij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een fototoestel, munten, een onderscheiding, een horloge en een dasspeld, dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, aangezien tot nu toe geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Bepaalt dat de onder 1, 2 subsidiair en 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
 1 1 STK Schroevendraaier
(Omschrijving: PL110C-2023115166-1492465, Stanley Torx);
 1 1 STK Gereedschap
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492467, Zwart);
 1 1 STK Schroevendraaier
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492466, Stanley Kruis);
 1 1 STK Gereedschap
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492469, Zilverkleurig, merk: Beargrip);
 1 1 STK Gereedschap
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492472, Oranje, merk: Lowe Knipschaar);
 1 1 STK Gereedschap
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492475, Zilverkleurig, merk: Lux-Tools);
 1 1 STK Zaklantaarn
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492485, Zwart, merk: Mascot Online Bv).
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
 1 1 STK Mes
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492471 (serienummer KL78), Zilverkleurig);
 1 8 STK Vuurwerk
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492463 ((1.4g Cons Vuurw), Groene lont, merk: Lesli Vuurwerk B.V.).
Gelast de teruggave aan rechthebbende [slachtoffer 1] van:
1 STK Hangslot
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492474, Self Pak Cijferslot).
Gelast de teruggave aan rechthebbende [slachtoffer 5] van:
 1 1 STK Niet te definiëren goederen
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492491, Crave Vibrator);
 1 1 STK Haarspeld
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492490, Goudkleurig).
Gelast de teruggave aan rechthebbende [slachtoffer 2] van:
1 STK Servies
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492492, Bronskleurig, merk: Postzegelbakje).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
 1 1 STK Fototoestel
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492479 (3 x usb stick en vier x geheugenkaart), Zilverkleurig, merk: Olympus X-760);
 1 Munteenheid 3
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492484 Ecu, Turkse en speciale ek 2000 5 gulden munt);
 1 1 STK Onderscheiding
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492489 H.K.H. prinses Juliana geslagen ten bate van het zijlfonds schippers kinderen 13 juni 1936, Zijlfonds);
 1 1 STK Horloge
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492482, Zilverkleurig, merk: Park Swiss Made);
 1 1 STK Dasspeld
(Omschrijving: PL1100-2023115166-1492487 Duitse vlag op de dasspeld met een leeuw erop, Goudkleurig).
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van die voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van de opgelegde gevangenisstraf.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C. Smits, voorzitter,
mr. N.M.L. Rogmans en mr. I.M. Hendriks, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.T. Sluis,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 augustus 2023.