ECLI:NL:RBNHO:2023:9960
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een integriteitsmelding van een raadslid
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 4 oktober 2023, wordt het beroep van eiser, een raadslid van de gemeente Bloemendaal, beoordeeld. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder, die op 2 juni 2022 een rapport van bevindingen inzake een integriteitsmelding tegen eiser heeft vastgesteld. Verweerder heeft het bezwaar van eiser op 15 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard, met de argumentatie dat de beslissing geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft op 29 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de beslissing van 2 juni 2022 geen extern rechtsgevolg heeft en dus niet als een besluit kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de beslissing een zuiver intern karakter heeft en geen wijziging teweegbrengt in de rechtspositie van eiser. De integriteitsmelding, die door de burgemeester van Bloemendaal was ingediend, leidde tot een rapport van de commissie Integriteit, waarin werd geconcludeerd dat eiser niet integer heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat de vaststelling van verweerder over het handelen van eiser geen rechtshandeling inhoudt en dat de gevolgen die eiser aan de beslissing verbindt, feitelijke gevolgen zijn die niet relevant zijn voor de juridische status van de beslissing.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat het bestreden besluit van verweerder standhoudt. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.