Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie inzake een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de boete had gegrond verklaard en een proceskostenvergoeding had toegekend. De gemachtigde van de betrokkene, mr. B. de Jong, voerde aan dat de proceskosten onjuist waren vastgesteld door de officier van justitie, die een bedrag van € 541,00 per punt had genoemd, terwijl dit volgens de gemachtigde in 2023 € 597,00 zou moeten zijn. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 9 juni 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, evenals de gemachtigde van de betrokkene, mr. P.C. van den Aarsen.
De kantonrechter heeft overwogen dat de officier van justitie de proceskostenvergoeding correct had vastgesteld en dat de vermelding van het oude tarief een kennelijke verschrijving was. De gemachtigde voerde verder aan dat de proceskostenvergoeding voor 25 samenhangende zaken te laag was, maar de kantonrechter oordeelde dat de hoogte van de vergoeding in overeenstemming was met de geldende regelgeving. De kantonrechter concludeerde dat de zaak terecht als samenhangend was behandeld en dat er geen reden was om af te wijken van de vastgestelde proceskostenvergoeding.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.