Uitspraak
VONNIS TOELATING WSNP
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaar
- Schuldenaar moet zich gedurende de komende 18 maanden houden aan de verplichtingen van de wsnp. In de eerder toegestuurde brochure staat wat die verplichtingen zijn.
- Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
- Als schuldenaar zich aan alle verplichtingen houdt, komt hij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenaar zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenaar dan weer tot betaling dwingen.
4.Redenen voor deze beslissing
- De rechtbank stelt vast dat schuldenaar voldoet aan de toelatingseisen. Schuldenaar heeft verzocht te bepalen dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling wordt verkort nu er tijdens het minnelijk traject is gespaard.
- De bepaling in artikel 349a lid 1 Fw maakt het mogelijk dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling ingaat op een datum die is gelegen vóór de datum van de uitspraak tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling als in het minnelijk traject is gespaard. Die bepaling is uitgewerkt in het Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken. Hoofdstuk 3 van het procesreglement bevat de bepalingen voor de schuldsaneringsregeling. In § 3.1.2.6. onder f is sinds 1 juli 2023 onder andere bepaald dat als schuldenaar reeds aflossingen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285 lid 1 onder f Fw heeft gedaan, de schuldenaar stukken moet overleggen waaruit blijkt dat schuldenaar in die maanden ten minste 36 uur per week (of minder in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) werkzaam was of minimaal vier keer per maand heeft gesolliciteerd naar een bij het arbeidsvermogen passende dienstbetrekking, tenzij schuldenaar volledig arbeidsongeschikt is. In § 5.3 Bijlage III: Landelijke uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling, zijn in § 5.3.6. de uitgangspunten bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling vastgelegd. Onder punt 3 is bepaald dat de inspanningsplicht moet worden ingevuld als in de Wsnp. Dat betekent dat de sollicitatieplicht op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de Wsnp (a), dat de controle op de nakoming van de sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de Wsnp plaatsvindt (b) en dat de vrijstelling van de sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de Wsnp (c).
- Schuldenaar heeft tijdens het minnelijk traject geen betaalde arbeid verricht. Schuldenaar heeft verklaard arbeidsongeschikt te zijn, maar heeft geen (medische) stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij tijdens het gehele minnelijk traject volledig arbeidsongeschikt was. De schuldhulpverlener heeft verder gesteld dat schuldenaar tijdens het minnelijk traject meer heeft afgedragen dan hij op basis van het vrij te laten bedragen zou hoeven af te dragen, maar de schuldhulpverlener heeft geen stukken overgelegd waaruit dat blijkt. De rechtbank is van oordeel dat er in ieder geval gedurende de looptijd van het minnelijk traject naar de normen van de wettelijke schuldsanering moet zijn ‘geleefd’. De rechtbank zal dat bij een verzoek tot verkorting van de looptijd van de schuldsaneringsregeling moeten kunnen toetsen. Nu schuldenaar gedurende de looptijd van het minnelijk traject geen (fulltime) betaalde arbeid heeft verricht, hij niet heeft aangetoond dat hij in die periode volledig arbeidsongeschikt was, waarop zijn vrij te laten bedrag was gebaseerd en welk bedrag hij maandelijks heeft gespaard, zal de rechtbank het verzoek om de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verkorten, afwijzen.
5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- Het verzoekschrift
- De aantekeningen van de zitting die op 26 september 2023 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenaar en [A.] (schuldhulpverlener) verschenen.
6.Andere gevolgen van dit vonnis
- De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. [B.]
- De rechtbank benoemt tot bewindvoerder: