ECLI:NL:RBNHO:2023:9842

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
C/15/341655 / HA ZA 23-376
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering in incident tot oproeping in vrijwaring met betrekking tot een koopovereenkomst en financiering

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 11 oktober 2023 vonnis gewezen in een incident. De eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben in de hoofdzaak schadevergoeding gevorderd van de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], wegens het niet nakomen van verplichtingen uit een koopovereenkomst voor een woning. De eisers stellen dat de gedaagden, ondanks ingebrekestelling, niet hebben meegewerkt aan de eigendomsoverdracht, wat hen heeft doen besluiten de koopovereenkomst te ontbinden. Ze maken aanspraak op een contractuele boete van 10% van de koopprijs en andere schadevergoeding.

In het incident vorderden de gedaagden dat hen werd toegestaan de besloten vennootschap De Kerst B.V. in vrijwaring op te roepen. De gedaagden voerden aan dat zij een overeenkomst van opdracht hadden met de Financ€ Groep Benelux voor financieel advies, maar dat zij geen financieringsovereenkomst hadden ontvangen. Hierdoor konden zij niet meewerken aan de eigendomsoverdracht. De rechtbank oordeelde dat de vrijwaring kon worden toegestaan, omdat de gedaagden niet weersproken gronden hadden aangevoerd die deze vordering konden dragen.

De rechtbank besloot dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kon worden beschouwd, waardoor de proceskosten werden gecompenseerd. De beslissing houdt in dat de gedaagden de vennootschap De Kerst B.V. mogen dagvaarden en dat de kosten van het incident tussen partijen worden gecompenseerd, met de bepaling dat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal op 22 november 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/341655 / HA ZA 23-376
Vonnis in incident van 11 oktober 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats 1] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. A.E. Koster te Den Helder,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beiden wonende te [plaats 2] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. A.M. Zoete-van der Zwart te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser 1] c.s. en [gedaagde 1] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
  • de incidentele conclusie van antwoord in vrijwaring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[eiser 1] c.s. vorderen in de hoofdzaak betaling van schadevergoeding door [gedaagde 1] c.s. omdat zij hun verplichtingen uit een tussen partijen gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de woning van [eiser 1] c.s. aan de [adres] te [postcode] [plaats 1] niet zijn nagekomen. [eiser 1] c.s. stellen dat [gedaagde 1] c.s., ondanks ingebrekestelling niet hebben meegewerkt aan de eigendomsoverdracht van de woning waarna [eiser 1] c.s. de koopovereenkomst hebben ontbonden. [eiser 1] c.s. maken onder meer aanspraak op de contractuele boete van 10% van de overeengekomen koopprijs. Daarnaast maken zij aanspraak op vergoeding van andere door hen geleden schade.
2.2.
[gedaagde 1] c.s. vorderen dat hen worden toegestaan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Kerst B.V., voorheen tevens handelende onder de naam Financ€ Groep Benelux, in vrijwaring op te roepen. [gedaagde 1] c.s. voeren aan dat zij voor de financiering van de woning een overeenkomst van opdracht hadden gesloten met de Financ€ Groep Benelux voor het geven van financieel advies. Namens de Financ€ Groep Benelux trad de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ) op als hun adviseur. Zij verklaren dat het hen, ondanks een verlenging van de periode waarin zij een beroep konden doen op het overeengekomen financieringsvoorbehoud, niet is gelukt om tijdig de financiering rond krijgen, maar dat [betrokkene] op 6 februari 2023 telefonisch aan de verkopend makelaar van [eiser 1] c.s. heeft meegedeeld dat de financiering rond was en dat een datum voor de eigendomsoverdracht kon worden gepland. [gedaagde 1] c.s. stellen dat zij echter geen financieringsovereenkomst hadden ontvangen en ook niets hadden getekend en dat zij daarom geen medewerking konden verlenen aan de eigendomsoverdracht van de woning. Zij stellen dat de Financ€ Groep Benelux zich door de handelwijze van [betrokkene] niet heeft gedragen als een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot en dat, doordat onjuiste mededelingen werden gedaan aan derden, hen de mogelijkheid is ontnomen tijdig het financieringsvoorbehoud in te roepen. Zij stellen dat de Financ€ Groep Benelux hiermee de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden en als gevolg daarvan gehouden is hen te vrijwaren van eventueel nadelige gevolgen in de hoofdzaak.
2.3.
[eiser 1] c.s. refereren zich aan het oordeel van de rechtbank en vorderen dat [gedaagde 1] c.s. wordt veroordeeld in de kosten van het incident.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna voor zover van belang nader ingegaan.
2.5.
Voor toewijzing van een incidentele vordering tot vrijwaring is vereist dat de gewaarborgde zich beroept op een rechtsverhouding met een derde, die meebrengt dat die derde verplicht is om de nadelige gevolgen van de beslissing in de hoofdzaak tegen de gewaarborgde te dragen. Het bestaan van die rechtsverhouding behoeft in het vrijwaringsincident niet te worden aangetoond.
2.6.
Op grond van hetgeen [gedaagde 1] c.s. hebben aangevoerd wordt geoordeeld dat de vrijwaring kan worden toegestaan, omdat de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat toe dat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Kerst B.V., voorheen tevens handelende onder de naam Financ€ Groep Benelux, door [gedaagde 1] c.s. wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 22 november 2023,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
22 november 2023voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155