ECLI:NL:RBNHO:2023:9706

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
10650887 CV EXPL 23-3495
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur woonruimte; ontbinding en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft Woningstichting Kennemer Wonen [gedaagde] gedagvaard vanwege een huurachterstand van € 2.788,01. De huurovereenkomst betreft een woonruimte die [gedaagde] huurt tegen een maandelijkse huurprijs van € 620,00. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft [gedaagde] niet aan haar betalingsverplichtingen voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] haar financiële problemen erkend, maar geen concrete voorstellen gedaan om de achterstand in te lopen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan vier maanden bedraagt, wat op zichzelf al voldoende is voor ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft overwogen dat het belang van Kennemer Wonen bij beëindiging van de huurovereenkomst groter is dan het belang van [gedaagde] en haar minderjarige dochter. De kantonrechter heeft de vordering van Kennemer Wonen toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van de woonruimte binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
zaak/rolnr.: 10650887 CV EXPL 23-3495/ AI
datum uitspraak: 20 september 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting
Woningstichting Kennemer Wonen
gevestigd en kantoorhoudende te Heiloo
eiseres
hierna te noemen: Kennemer Wonen
gemachtigde: Kerckhoffs & Lasonder gerechtsdeurwaarders en incassospecialisten
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon

1.De procedure

1.1.
Kennemer Wonen heeft [gedaagde] gedagvaard op 26 juli 2023. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord. Op 23 augustus 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren [deurwaarder] (deurwaarder) namens Kennemer Wonen en [gedaagde] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht. Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Kennemer Wonen de woonruimte aan het adres [adres] te [woonplaats] tegen een maandelijkse huurprijs van € 620,00, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2.
[gedaagde] heeft ondanks aanmaningen niet alle huurtermijnen voldaan. Per 26 juli 2023 had [gedaagde] een huurachterstand van € 2.788,01.

3.De vordering

3.1.
Kennemer Wonen vordert (samengevat) ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woonruimte en veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.788,01, te vermeerderen met een bedrag van € 43,86 aan wettelijke rente tot en met 24 juli 2023 en € 393,49 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert Kennemer Wonen betaling van € 620,00 per maand totdat de woonruimte ontruimd is en de proceskosten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] heeft de huurachterstand erkend en een beroep gedaan op haar moeilijke financiële situatie. Tevens voert [gedaagde] verweer tegen de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte.

5.De beoordeling

5.1.
Kennemer Wonen heeft ter zitting aangegeven dat de situatie onveranderd is. Daarbij is de huurtermijn over de inmiddels vervallen maand augustus 2023 volgens Kennemer Wonen ook niet betaald.
5.2.
[gedaagde] heeft de verschuldigdheid van de gestelde huurachterstand en bijkomende kosten niet gemotiveerd weersproken. Zij heeft wel aangegeven dat zij voorafgaand aan de mondelinge behandeling nog de huurtermijn over augustus 2023 heeft betaald aan Kennemer Wonen. [gedaagde] wil de woning niet verlaten, omdat zij geen ander verblijf heeft en een inwonende 16 jarige dochter. [gedaagde] gaat contact opnemen met de gemeente (Zaffier) voor hulp bij haar financiën.
5.3.
Kennemer Wonen heeft daarop gesteld dat ze geen betaling meer heeft ontvangen van [gedaagde] . Bij gebrek aan een betaalbewijs handhaaft zij haar vordering, omdat [gedaagde] in de minnelijke fase van deze zaak geen medewerking heeft verleend en tevens geen concreet voorstel voor een regeling heeft gedaan.
5.4.
De kantonrechter zal de gevorderde huurachterstand - als niet gemotiveerd betwist - toewijzen als volgt. De buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente zijn verschuldigd en zullen ook worden toegewezen. Voor het treffen van een betalingsregeling kan [gedaagde] contact opnemen met (de gemachtigde van) Kennemer Wonen. De kantonrechter kan geen betalingsregeling opleggen.
5.5.
Een huurder moet de huur op tijd en volledig betalen en dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Daarom schiet zij tekort in de nakoming van haar verplichtingen en vraagt Kennemer Wonen om de huurovereenkomst te ontbinden.
5.6.
In dit geval is de huurachterstand meer dan vier maanden. Deze huurachterstand rechtvaardigt op zichzelf de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Hierbij vindt de kantonrechter de volgende omstandigheden van belang. De huurachterstand is in december 2022 en de eerste drie maanden van 2023 ontstaan. Kennemer Wonen heeft op 22 december 2022 een vroegsignaleringsmelding bij Halte Werk (gemeente [plaats] ) gedaan. Vervolgens heeft [gedaagde] geprobeerd onderbewindstelling te regelen, maar de beoogd bewindvoerder heeft op 20 april 2023 aan Kennemer Wonen bericht dat [gedaagde] tot tweemaal toe niet op de bewindszitting was verschenen en er dus geen bewind is gevolgd. Daarna heeft Kennemer Wonen op 21 april 2023 nogmaals een melding bij Halte Werk gedaan, op 6 juni 2023 [gedaagde] aangemaand, op 23 juni 2023 het adres bezocht en een kaartje achtergelaten omdat niemand werd aangetroffen en op 26 juni 2023 geprobeerd telefonisch contact met [gedaagde] te krijgen. Nadat de huur voor juli 2023 was vervallen maar niet betaald, heeft Kennemer Wonen [gedaagde] op 3 en 11 juli 2023 nogmaals aangemaand. [gedaagde] heeft niet gereageerd.
5.7.
Al deze acties en meldingen van Kennemer Wonen hebben niet geleid tot een afbetaling en hebben het oplopen van de achterstand met de huur voor de maand juli 2023 niet kunnen voorkomen. Er is ook geen concreet zicht op een (snel) einde aan de huurachterstand. [gedaagde] voert aan dat zij na een onderbewindstelling van 10 jaar niet bij machte is haar financiën zelf goed te regelen en dat het haar niet lukt om een nieuwe onderbewindstelling te regelen, maar die omstandigheden komen – hoe vervelend ook – voor haar rekening.
5.8.
Voor [gedaagde] en haar inwonende dochter van 16 jaar is het ingrijpend de woning op korte termijn te moeten verlaten. Toch oordeelt de kantonrechter dat het belang van Kennemer Wonen bij beëindiging van de huurovereenkomst groter is dan het belang van [gedaagde] en haar dochter. Kennemer Wonen heeft er namelijk alles aan gedaan om ontbinding en ontruiming te voorkomen. [gedaagde] heeft maandenlang de gelegenheid gehad om hulp te zoeken en om voorzieningen te treffen, maar (na april 2023) geen (voldoende) reactie gegeven. Onder deze omstandigheden kan ook van een sociale verhuurder als Kennemer Wonen voortduring van de huurovereenkomst niet langer worden gevergd. Juist gelet op de taak die zij als sociale verhuurder heeft op het gebied van huisvesting heeft zij recht en belang bij ontbinding van de huurovereenkomst, om de woonruimte ter beschikking te kunnen stellen aan huurders die wel aan hun verplichtingen (kunnen) voldoen.
5.9.
De conclusie is dat de gevorderde ontbinding en ontruiming worden toegewezen.
5.10.
Gelet op de ingrijpende gevolgen voor [gedaagde] wordt de ontruimingstermijn gesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de huurovereenkomst;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om de woonruimte aan het adres [adres] te [woonplaats] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, leeg op te leveren en de sleutels over te dragen aan Kennemer Wonen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Kennemer Wonen te betalen € 3.225,36 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.788,01 vanaf 25 juli 2023 tot de dag van de volledige betaling;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Kennemer Wonen te betalen € 620,00 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde] de woonruimte na 1 augustus 2023 in gebruik houdt dan wel heeft gehouden;
6.5.
bepaalt dat wat [gedaagde] na het uitbrengen van de dagvaarding aan Kennemer Wonen heeft voldaan op de hiervoor genoemde bedragen in mindering strekt;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Kennemer Wonen tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 129,85
griffierecht € 487,00
salaris gemachtigde € 464,00;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst af wat meer of anders mocht zijn gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter