ECLI:NL:RBNHO:2023:9627

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
10556693 \ AO VERZ 23-76
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen van de werkneemster

In deze zaak heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) en de werkneemster, hierna aangeduid als [verweerster], ontbonden. De ontbinding vond plaats op basis van ernstig verwijtbaar handelen van de werkneemster, die niet voldeed aan haar wettelijke re-integratieverplichtingen. Ondanks de inspanningen van KLM om de werkneemster te ondersteunen in haar re-integratie, weigerde zij medewerking te verlenen aan noodzakelijke onderzoeken en gesprekken. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster ernstig verwijtbaar had gehandeld door haar re-integratieverplichtingen niet na te komen, wat leidde tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden zonder toekenning van een transitievergoeding. De kantonrechter stelde vast dat er geen aanleiding was om een andere vergoeding toe te kennen aan de werkneemster, en dat de proceskosten voor rekening van de werkneemster kwamen. De uitspraak werd gedaan op 19 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 10556693 \ AO VERZ 23-76
Uitspraakdatum: 19 september 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
gevestigd te Schiphol
verzoekende partij
verder te noemen: KLM
gemachtigde: mr. E. Lehmann
tegen
[verweerster]
wonende te [plaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
procederend in persoon
De zaak in het kort
De arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden vanwege verwijtbaar handelen van werkneemster. Ondanks de vele inspanningen van werkgeefster heeft werkneemster niet voldaan aan de op haar rustende wettelijke re-integratieverplichtingen. Daarmee is zelfs sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van werkneemster. Daarom wordt er geen transitievergoeding aan haar toegekend en wordt de arbeidsovereenkomst per vandaag ontbonden. De kantonrechter ziet ook geen aanleiding om aan werkneemster een ander soort vergoeding toe te kennen.

1.Het procesverloop

1.1.
KLM heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerster] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 22 augustus 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. [verweerster] is niet ter zitting verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen namens KLM naar voren is gebracht. Op de zitting heeft KLM een kopie overgelegd van de betekening van het verzoekschrift aan [verweerster] per exploot van 20 juli 2023.

2.Feiten

2.1.
[verweerster], geboren op [geboortedatum], is sinds 13 februari 2007 in dienst bij KLM. De functie van [verweerster] is cabin attendant met een salaris van € 3.913,23 bruto per maand exclusief toeslagen en overige emolumenten (arbeidsduur 67%). Op de arbeidsovereenkomst is de cao KLM-cabinepersoneel van toepassing.
2.2.
Op 3 december 2021 heeft [verweerster] zich ziek gemeld.
2.3.
Op 15 december 2021, 7 januari 2022 en 28 januari 2022 heeft [betrokkene 1], verpleegkundige bij KLM Health Services (KHS) geconcludeerd dat [verweerster] energetische beperkingen heeft en ‘
niet vlieg geschikt’ is. Het advies is om [verweerster] rust te geven en om haar de gelegenheid te geven om haarbeperkte functionele mogelijkheden in te zetten voor haar eigen herstel.
2.4.
In de probleemanalyse van 31 maart 2022 heeft [betrokkene 2], bedrijfsarts bij KHS, onder meer geschreven: ‘(…)
Oorzaak van de klachten is overwegend gelegen in werkgerelateerde factoren. Adequate behandeling loopt. Belastbare mogelijkheden in werk zijn nog niet aanwezig, de geringe belastbaarheid dient nog volledig aangewend te worden ten behoeve van het werken aan herstel. (…)
2.5.
In de terugkoppelingen van 17 mei 2022, 21 juni 2022, 14 juli 2022 en 1 september 2022 heeft bedrijfsarts [betrokkene 2] geoordeeld dat de beperkingen van [verweerster] nog ongewijzigd zijn ten opzichte van de probleemanalyse.
2.6.
Op 8 augustus 2022 heeft [verweerster] aan KLM onder meer geschreven: ‘
(…) Terwijl iedereen nu geniet van de zomer, breng ik dagen in bed door. Ik ben ziek geworden door een opgelegde verplichting van mijn werkgever, waarvan zij niet eens de gezondheidsrisico’s kent. Mijn werkgever heeft mijn gezondheid en veiligheid onnodig op het spel gezet. Mijn werkgever vindt het blijkbaar normaal dat collega’s doodsbedreigingen uiten naar elkaar. Hoe kan de veiligheid aan boord op deze manier worden gewaarborgd? Bovendien hebben dit soort uitlatingen en houding van vele collega’s tegen “anders denkenden” zoals ik, geestelijke schade bij mij achtergelaten. Mijn vertrouwde werkomgeving, was voor mij ineens een gevaarlijke werkplek geworden. Gezien het bovenstaande, wil ik KLM als mijn werkgever forceren haar verantwoordelijkheid te nemen jegens mij. Mijn verzoek is om met een financieel voorstel te komen. Een gedegen voorstel, waarin wordt voorzien in een schadevergoeding voor het feit dat mijn leven is geruïneerd, door de schade die ik fysiek en mentaal heb opgelopen. (…) Mijn doel is om weer normaal te kunnen functioneren en ik doe daar zelf alles aan, maar zolang de andere partij mij niet wil erkennen en of steunen in mijn genezingsproces, lukt dat niet. In mijn ogen is daarom elkaar loslaten, de beste keuze. (…)
2.7.
Op 5 september 2022 heeft tussen [betrokkene 3], manager cabin crew (hierna: [betrokkene 3]), [betrokkene 4] van MCC Health en [verweerster], in gezelschap van een vriend, een gesprek plaatsgevonden over de voortgang van de re-integratie van [verweerster]. [verweerster] heeft hierbij vrijwel niks gezegd. Haar vriend deed (namens haar) het woord.
2.8.
In zijn terugkoppeling van 4 oktober 2022 heeft bedrijfsarts [betrokkene 2] geschreven dat hij onvoldoende vertrouwensband ervaart om de begeleiding van [verweerster] op een professionele wijze voort te zetten en te komen tot een afgewogen en bijdragend advies.
2.9.
Op 25 oktober 2022 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [betrokkene 3], [betrokkene 5], HR adviseur (hierna: [betrokkene 5]), en [verweerster]. [verweerster] had dezelfde vriend meegenomen als naar het gesprek op 5 september 2022, die wederom (namens [verweerster]) het woord voerde. Tijdens dit gesprek heeft KLM drie opties aan [verweerster] voorgehouden om een oordeel te verkrijgen over haar gezondheidssituatie en belastbaarheid: (1) een belastbaarheidsonderzoek door medisch expertisecentrum Ergatis (hierna: Ergatis), (2) een deskundigenoordeel door het UWV, (3) een beoordeling door een andere bedrijfsarts van KHS.
2.10.
Per e-mail van 8 november 2022 is [verweerster] uitgenodigd voor een consult op 18 november 2022 bij een andere KHS-bedrijfsarts. [verweerster] is door KLM gewaarschuwd dat als zij daarop niet verschijnt, KLM een loonstop zal toepassen.
2.11.
Op 18 november 2022 heeft KHS-bedrijfsarts, [betrokkene 6], geoordeeld dat de arbeidsmogelijkheden van [verweerster] dermate minimaal zijn, dat zij haar energie naar zijn mening beter kan aanwenden voor herstel.
2.12.
Op 2 december 2022 heeft KLM aan [verweerster] onder meer geschreven dat, na overleg met bedrijfsarts [betrokkene 6], is besloten om een belastbaarheidsprofiel te laten opstellen door Ergatis.
2.13.
Op 4 januari 2023 heeft Ergatis aan KLM laten weten dat [verweerster] niet wil meewerken aan een belastbaarheidsonderzoek, ‘
omdat zij hiervan andere verwachtingen had.
2.14.
Op 6 januari 2023 heeft KLM [verweerster] verzocht om uiterlijk op 9 januari 2023 alsnog haar medewerking te verlenen aan het onderzoek van Ergatis, bij gebreke waarvan een loonstop zal worden toegepast.
2.15.
Op 10 januari 2023 heeft KLM aan [verweerster] meegedeeld dat per direct een loonstop wordt ingezet, omdat zij onvoldoende meewerkt aan haar re-integratie.
2.16.
Op 20 januari 2023 heeft bedrijfsarts [betrokkene 6] aan KLM laten weten dat [verweerster] het vertrouwen in hem heeft opgezegd.
2.17.
Op 27 januari 2023 heeft KLM aan [verweerster] meegedeeld dat de loonstop gehandhaafd blijft zolang zij niet meewerkt aan het belastbaarheidsonderzoek van Ergatis. Ook kondigt KLM maatregelen aan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, als [verweerster] op 1 februari 2023 nog steeds haar medewerking niet heeft verleend.
2.18.
KLM heeft op 3 maart 2023 een deskundigenoordeel bij het UWV opgevraagd over de re-integratie-inspanningen van [verweerster]. In het deskundigenoordeel van 4 april 2023 heeft de arbeidsdeskundige van het UWV onder meer geschreven dat zij [verweerster] niet heeft kunnen spreken; de aankondiging dat KLM een deskundigenoordeel heeft aangevraagd is onbestelbaar retour gekomen en de telefonische oproepen zijn onbeantwoord gebleven. ‘
Het feit dat mevrouw [verweerster] (werknemer) niet bereikbaar is verhindert mij in het kader van dit deskundigenoordeel hoor en wederhoor toe te passen en de plausibiliteit van haar houding ten aanzien van re-integratie te toetsen’, aldus de arbeidsdeskundige. De conclusie van de arbeidsdeskundige op basis van dossierstudie, contact met KLM en het feit dat zij [verweerster] niet heeft kunnen spreken, is dat de re-integratie-inspanningen van [verweerster] onvoldoende zijn.
2.19.
Op 13 april 2023 is in opdracht van [verweerster] aan KLM onder meer geschreven: ‘
(…) Na jarenlange trouwe dienst, heb ik het ware gezicht van mijn werkgever mogen ervaren. Op het moment dat ik in jullie ogen niet meer bruikbaar was, is het masker wat mij betreft afgevallen. Na de invoering van de mondkapjesplicht zijn er bij klm vele klachten van haar werknemers binnengekomen. In plaats van dat klm (als goed werkgeverschap) haar werknemers een luisterend oor biedt, alsook een haar verantwoordelijkheid neemt en een onderzoek start naar de mogelijke schadelijke effecten op de gezondheid door mondkapjes, wordt door klm met deze klachten niets gedaan. Sterker nog klm herkent zich hier niet in. Ik voel mij als werknemer niet veilig. (…)
Ik laat egoïsme, narcisme, afgescheidenheid en machtsmisbruik niet langer in mijn leven toe. (…) Ik wil mij voor 100% kunnen richten op mijn herstel. Daarom is er in mijn leven slechts plaats voor mensen met een ziel en gevoel. Mensen die weten wat onvoorwaardelijke liefde is en ander geen pijn doen. Derhalve kan er onmogelijk nog tussen mij en de klm enige connectie bestaan.
(…) Ik hoef mij als mens op geen enkele manier te verdedigen tegen een corporatie die in een andere waarheid leeft. Het is slechts mijn plicht om mijn grens aan te geven. (…)
Het is nu tijd dat onze wegen zich gaan scheiden. Daarom wil ik jullie de mogelijkheid geven om mij een financieel aanbod te doen, zodat wij deze kwestie onderling op een professionele wijze kunnen afronden. De connectie die er vooralsnog bestaat zal voorgoed moeten worden verbroken. (…)
2.20.
Op 20 april 2023 heeft KLM een beëindigingsvoorstel aan [verweerster] gedaan. [verweerster] is hiermee niet akkoord gegaan, omdat zij het een ‘
ridicuul aanbod’ vindt.
2.21.
Daarnaast zijn tussen 3 december 2021 en 13 april 2023 door [verweerster], althans grotendeels in opdracht van haar, tientallen e-mails aan diverse medewerkers van KLM gestuurd, tot aan directieleden aan toe. Deze e-mails bevatten onder andere klachten en beschuldigingen van/namens [verweerster] met betrekking tot onder meer het nalaten van KLM tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van haar gezondheidsklachten, het verloop van de re-integratie en de manier waarop KLM met [verweerster] omgaat.

3.Het verzoek

3.1.
KLM verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] zo spoedig mogelijk te ontbinden, zonder toekenning van de transitievergoeding vanwege – kort gezegd – primair verwijtbaar handelen (e-grond), of subsidiair een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). KLM heeft daarbij het volgende naar voren gebracht.
3.2.
[verweerster] handelt ernstig verwijtbaar doordat zij zonder deugdelijke grond in ernstige mate en gedurende lange tijd haar re-integratieverplichtingen niet nakomt. Zo weigert zij, ondanks het advies van de bedrijfsarts, haar medewerking te verlenen aan een belastbaarheidsonderzoek door Ergatis en gaat zij niet in op voorstellen van KLM tot het voeren van een gesprek om de re-integratie vlot te treken en om de klachten van [verweerster] te bespreken. Daarbij heeft [verweerster] zich jegens diverse KLM-medewerkers meermaals onheus en intimiderend uitgelaten. Schriftelijke waarschuwingen en een (maandenlange) loonstop helpen niet. Het deskundigenoordeel van het UWV onderschrijft dat [verweerster] onvoldoende meewerkt aan haar re-integratie. Van KLM kan daarom niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst nog voort te laten duren. Omdat sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van [verweerster], heeft zij geen recht op de transitievergoeding en hoeft er geen rekening te worden gehouden met de opzegtermijn.
3.3.
Er is sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Deze is ontstaan door de structureel weigerachtige houding en het onacceptabele gedrag van [verweerster]. Deze verstoorde verhouding kan niet worden hersteld. Dat blijkt uit alle kansen die KLM aan [verweerster] heeft gegeven, maar die zij niet heeft gegrepen. [verweerster] heeft zelf al meerdere keren haar gebrek aan vertrouwen in KLM uitgesproken en stuurt aan op een beëindigingsregeling.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
[verweerster] heeft de kantonrechter een brief gestuurd met een reactie op het ontvangen van het verzoekschrift. De kantonrechter heeft die brief opgevat als verweerschrift (dat in opdracht van [verweerster] en zonder bijstand van een professionele gemachtigde is opgesteld) en begrijpt daaruit dat [verweerster] zich niet verweert tegen het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [verweerster] verzoekt de kantonrechter om een passende maatregel op te leggen voor KLM vanwege de misdaden die zij tegen [verweerster] heeft begaan. Daartoe is – samengevat - het volgende aangevoerd.
4.2.
[verweerster] is ziek geworden door de gevolgen van het verplicht, langdurig dragen van een mondkapje aan boord van een drukcabine. Onderzoeken hebben aangetoond dat het dragen van mondkapjes schadelijk is voor de gezondheid. Desondanks heeft KLM geen onderzoek laten uitvoeren naar de gezondheidsrisico’s voor haar werknemers. KLM doet alsof dit probleem niet bestaat, terwijl zij als werkgever de plicht heeft om de veiligheid van werknemers te bewaken. Door toedoen van KLM is de gezondheidstoestand van [verweerster] bovendien verslechterd, omdat zij niet beschermd wordt en KLM haar door het aanzeggen van een loonstop onder druk heeft gezet om op gesprek te komen terwijl dat schadelijk is voor haar gezondheid.

5.De beoordeling van het verzoek

Waar gaat deze zaak over?

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
5.2.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is bepaald wat een redelijke grond is. [1] Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. [2]
Wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden?
5.3.
Uit het verweerschrift van [verweerster] begrijpt de kantonrechter dat zij instemt met ontbinding van de arbeidsovereenkomst. In die zin ligt het ontbindingsverzoek van KLM voor toewijzing gereed. De kantonrechter moet nog wel een oordeel geven over de redelijke grond voor ontbinding. De kantonrechter is met KLM van oordeel dat sprake is van verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:669 lid 3, sub e, BW. Dat wordt hierna toegelicht.
5.4.
Een arbeidsongeschikte werknemer heeft verplichtingen. Kort gezegd komen deze erop neer dat een zieke werknemer moet meewerken aan zijn re-integratie. De kantonrechter is van oordeel dat [verweerster] die verplichtingen onvoldoende is nagekomen. Zo heeft zij niet willen meewerken aan een onderzoek naar haar belastbaarheid (bij Ergatis) en naar haar re-integratie inspanningen (bij het UWV). Daarnaast is de begeleiding van [verweerster] door twee verschillende bedrijfsartsen beëindigd vanwege het ontbreken van een vertrouwensband. KLM heeft [verweerster] meerdere keren uitgelegd dat zij moet meewerken aan haar re-integratie. Daartoe is zij ook diverse keren aangemaand. [3] Ook de arbeidsdeskundige van het UWV heeft (in het kader van het deskundigenoordeel) geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van [verweerster] onvoldoende zijn. [4] Alle inspanningen en aanbiedingen die KLM aan [verweerster] heeft gedaan om te proberen de re-integratie in goede banen te leiden, heeft [verweerster] gefrustreerd en tegengewerkt. Zelfs een maandenlange loonstop heeft er niet voor gezorgd dat [verweerster] aan haar verplichtingen voldoet. [5] [verweerster] lijkt iedereen die binnen KLM, en daarbuiten, betrokken is geraakt in haar ziekteproces te wantrouwen. Zo heeft [verweerster] KLM onder meer (in niet mis te verstane bewoordingen) diverse keren verzocht om onderzoek te doen naar het (volgens haar) grensoverschrijdend gedrag van [betrokkene 3] en gemaakte fouten in het re-integratieproces.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er – voor beide partijen – op dit moment sprake van een onwenselijke situatie. KLM heeft zich aantoonbaar ingespannen om de re-integratie van [verweerster] tot stand te brengen. Ondanks dat heeft [verweerster] niet aan haar verplichtingen voldaan. De arbeidsovereenkomst zal daarom worden ontbonden op grond van verwijtbaar handelen en nalaten van [verweerster]. [6] Gelet daarop ligt herplaatsing van [verweerster] niet in de rede. [7] Nu KLM [verweerster] schriftelijk heeft aangemaand tot nakoming van haar re-integratieverplichtingen en om die reden heeft gewaarschuwd voor een loonstop en betaling van het loon uiteindelijk heeft gestaakt, staat het opzegverbod bij ziekte in deze situatie ook niet in de weg aan ontbinding. [8]
Is sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van [verweerster]?
5.6.
Volgens KLM is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de kant van [verweerster]. Daarom verzoekt KLM de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden zonder toekenning van de transitievergoeding [9] aan [verweerster] en om geen rekening te houden met de opzegtermijn. [10] De kantonrechter volgt KLM in dit standpunt en overweegt daartoe als volgt.
5.7.
Bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten moet sprake zijn van uitzonderlijke situaties. De regering heeft een aantal voorbeelden gegeven van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van de werknemer. Een van de voorbeelden die is genoemd, is de situatie waarin de werknemer controlevoorschriften bij ziekte herhaaldelijk, ook na toepassing van een loonsanctie, niet naleeft en hiervoor geen gegronde reden bestaat.
5.8.
[verweerster] heeft herhaaldelijk, ook na een maandenlange loonstop, niet aan haar re-integratieverplichtingen voldaan. [verweerster] heeft zich er in deze procedure niet over uitgelaten of zij hiertoe een gegronde reden heeft. Ook zijn geen stukken overgelegd met betrekking tot de (medische) gesteldheid van [verweerster] en haar (recente) belastbaarheid die erop wijzen dat daarvan sprake is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [verweerster] zich hiermee ernstig verwijtbaar heeft gedragen jegens KLM. Dat betekent dat KLM geen transitievergoeding aan [verweerster] hoeft te betalen en dat de kantonrechter bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst geen rekening zal houden met de opzegtermijn. Gelet op het ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster], zal de arbeidsovereenkomst met ingang van vandaag worden ontbonden. [11]
Conclusie en proceskosten
5.9.
De conclusie is dat het verzoek van KLM zal worden toegewezen. De proceskosten komen voor rekening van [verweerster], omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beoordeling van het tegenverzoek

6.1.
[verweerster] verzoekt de kantonrechter om KLM een passende maatregel op te leggen vanwege de misdaden die zij tegen [verweerster] heeft begaan. KLM betwist enige vergoeding aan [verweerster] verschuldigd te zijn.
6.2.
Voor zover [verweerster] hiermee heeft bedoeld om een billijke vergoeding te verzoeken, ziet de kantonrechter geen aanleiding om deze aan haar toe te kennen. Een dergelijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. [12] Op basis van de overgelegde stukken kan de kantonrechter de door [verweerster] geuite klachten en beschuldigingen jegens KLM niet plaatsen. Ondanks het gemotiveerde verweer hiertegen van KLM, heeft [verweerster] haar standpunten ook niet onderbouwd met stukken. De kantonrechter oordeelt daarom dat geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van KLM.
6.3.
Voor zover [verweerster] hiermee heeft bedoeld om een andere soort (schade)vergoeding te verzoeken, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd en kan niet worden vastgesteld of het een ‘
daarmee verband houdende andere vordering’ betreft die in deze procedure kan worden ingediend. [13]
6.4.
De conclusie is dat het tegenverzoek van [verweerster] zal worden afgewezen. De kantonrechter ziet gelet op de uitkomst van de zaak aanleiding om te bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten betalen.

7.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
7.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van vandaag;
7.2.
veroordeelt [verweerster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van KLM tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 793,00 ;
7.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
het tegenverzoek
7.4.
wijst het verzoek af;
7.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt;
7.6.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:669 lid 3 BW
2.artikel 7:669 lid 1 BW
3.Artikel 7:671b lid 5, sub a, BW
4.Artikel 7:671b lid 5, sub b, BW
5.Artikel 7:671b lid 5, sub a, BW
6.Artikel 7:669 lid 3, sub e, BW
7.Artikel 7:669 lid 1 BW
8.Artikel 7:670a lid 1 in verbinding met artikel 7:629a BW
9.Artikel 7:673 lid 7, sub c, BW
10.Artikel 7:671b lid 9, sub b, BW
11.Artikel 7:671b lid 9, sub b, BW
12.Artikel 7:671b lid 9, sub c, BW
13.Artikel 7:686a lid 3 BW