ECLI:NL:RBNHO:2023:9578

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
10487218 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van een bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 19 juli 2023 heeft behandeld. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, inderdaad heeft plaatsgevonden. Betrokkene was het niet eens met de opgelegde boete en zijn gemachtigde voerde aan dat de bromfiets van zijn dochter was, die psychiatrisch patiënt is. De gemachtigde heeft aangegeven dat hij lange tijd bezig is geweest om het voertuig van haar naam af te krijgen, wat inmiddels is gelukt. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en om de boete te matigen tot de helft, gelet op eerdere uitspraken van de rechtbank.

De kantonrechter heeft de termijnoverschrijding als verschoonbaar aangemerkt, waardoor de inhoudelijke behandeling van de zaak mogelijk was. De rechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, maar dat er aanleiding was om de boete verder te matigen. Gezien de persoonlijke omstandigheden van betrokkene heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. De officier van justitie moet het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10487218 \ WM VERZ 23-318
CJIB-nummer : 248275321
Uitspraakdatum : 4 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de opgelegde boete en door gemachtigde van betrokkene is namens betrokkene aangevoerd dat de scooter van de dochter van gemachtigde was. De dochter van gemachtigde is psychiatrisch patiënt. Gemachtigde is een lange tijd bezig geweest om het voertuig van haar naam af te krijgen. Dit is inmiddels gelukt.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting de kantonrechter verzocht om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en de boete gelet op een eerdere uitspraak van deze rechtbank te matigen tot de helft.
2.4.
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld. De kantonrechter acht deze termijnoverschrijding, gelet op de persoonlijke omstandigheden in dit specifieke geval verschoonbaar, zodat wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
De kantonrechter overweegt dat de boete terecht is opgelegd, omdat het voertuig op de genoemde datum onverzekerd was en evenmin geschorst bij de RDW. Er is echter aanleiding om de boete verder te matigen dat de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld. De kantonrechter ziet in de omstandigheden waarin de betrokkene verkeert aanleiding om het bedrag van de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: