ECLI:NL:RBNHO:2023:9572

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
10531978 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens overtreding van een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 19 juli 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.

De gedraging die aan de boete ten grondslag ligt, betreft het negeren van een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene voerde aan dat het kenteken was aangemeld door een makelaarskantoor, waardoor hij gerechtigd zou zijn om de geslotenverklaring te negeren. De kantonrechter oordeelde echter dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurder is om te controleren of er een ontheffing voor het voertuig was verleend. De overgelegde foto van de gedraging bevestigde dat betrokkene in strijd met de geslotenverklaring had gehandeld.

De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om deze te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10531978 \ WM VERZ 23-394
CJIB-nummer : 253895799
Uitspraakdatum : 2 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het kenteken was aangemeld door een makelaarskantoor en betrokkene dus gerechtigd was om de geslotenverklaring te negeren.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Op de zitting is ook een foto van de gedraging overgelegd.
2.4.
De gedraging kan worden vastgesteld op basis van de overgelegde foto. Het is de verantwoordelijkheid van een bestuurder om ervoor te zorgen dat er voldaan wordt aan de vereisten. Betrokkene had moeten controleren of er voor het betreffende voertuig een ontheffing was verleend, omdat bepaalde gebieden niet toegankelijk zijn zonder een ontheffing, zoals de Heul. Dat betrokkene dit niet heeft gedaan komt voor zijn rekening en risico. Daarnaast is de makelaardij ook via een andere route bereikbaar waarbij er geen geslotenverklaring genegeerd hoeft te worden. De aanmelding door het makelaarskantoor betreft de verschuldigde parkeerbelasting en houdt geen ontheffing voor de geslotenverklaring in. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: