ECLI:NL:RBNHO:2023:9571

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
10531920 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren in strijd met verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie betrof een boete voor het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door bord E1, dat een parkeerverbod aangeeft. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 19 juli 2023 was zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de argumenten van betrokkene in overweging genomen, waarbij betrokkene aanvoerde dat het bord E1 aan de andere zijde van de weg was geplaatst en niet aan de zijde waar het voertuig stond geparkeerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de foto’s van de verbalisant niet duidelijk maakten waar de bebording zich bevond ten opzichte van het geparkeerde voertuig. De kantonrechter oordeelde dat het bord E1 niet het parkeren in de berm verbiedt, maar enkel op de rijbaan. Gezien het gebrek aan overtuigend bewijs dat het voertuig op de rijbaan stond, heeft de kantonrechter betrokkene het voordeel van de twijfel gegeven. Het beroep is gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete zijn vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10531920 \ WM VERZ 23-391
CJIB-nummer : 247133045
Uitspraakdatum : 19 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod (szone)).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het bord E1 aan de andere zijde van de weg is geplaatst en niet zoals de verbalisant aangeeft aan de zijde waar het voertuig stond geparkeerd.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren.
2.4.
De kantonrechter volgt het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De verbalisant heeft foto’s overgelegd van de bebording E1, maar niet is vast te stellen op welke locatie deze bebording stond en waar het voertuig van betrokkene stond. Bord E1 verbiedt niet het parkeren in de berm. De reikwijdte ervan is beperkt tot de rijbaan. De kantonrechter is er niet van overtuigt dat het voertuig op de weg stond, zodat betrokkene het voordeel van de twijfel krijgt. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: