7.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging doodslag, door het slachtoffer meerdere keren te steken met een keukenmes. Dit keukenmes had de verdachte bewust meegenomen naar de afspraak tussen hem en het slachtoffer. Het slachtoffer heeft door toedoen van de verdachte meerdere steekverwondingen opgelopen aan zijn hoofd, meer in het bijzonder bij/in zijn oor, bovenbeen en bovenarm. Het slachtoffer is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Blijkens bij de vordering tot schadevergoeding gevoegde stukken ervaart het slachtoffer nog altijd problemen met zijn gehoor en heeft hij littekens overgehouden aan de steekpartij. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring blijkt dat het feit grote gevolgen heeft gehad voor het slachtoffer.
Strafblad
De rechtbank heeft gelet op het op strafblad van de verdachte (Uittreksel Justitiële Documentatie) van 26 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een geweldsdelict is veroordeeld.
Adviezen
De rechtbank heeft gelet op het over de verdachte uitgebrachte
psychiatrisch rapport Pro Justitia van 28 februari 2023, opgesteld en ondertekend door [naam 3], arts in opleiding tot psychiater, onder supervisie van [naam 4], psychiater;
psychologisch rapport Pro Justitia van 5 maart 2023, opgesteld en ondertekend door [naam 5], GZ-psycholoog;
reclasseringsadvies van 1 september 2023, opgesteld en ondertekend door [naam 6], reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
In deze stukken wordt geadviseerd het adolescentenstrafrecht toe te passen. Ter terechtzitting heeft [naam 6] het namens de reclassering gegeven advies herhaald en toegelicht. Hierbij heeft hij, in afwijking van het schriftelijke advies, geadviseerd aan de verdachte geen locatiegebod en het elektronisch toezicht daarop op te leggen.
Overige persoonlijke omstandigheden
De rechtbank weegt bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd nog mee dat hij tijdens het begaan van het bewezenverklaarde feit in een andere strafzaak al in een toezicht bij de jeugdreclassering liep. Hoewel dit toezicht naar tevredenheid van de reclassering verliep, heeft de verdachte zich desondanks schuldig gemaakt aan het onderhavige feit. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Toepassing adolescentenstrafrecht
De verdachte was op het moment van plegen van het feit achttien jaar oud en dus meerderjarig. Uitgangspunt is dat op een jongvolwassene, die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, het volwassenstrafrecht wordt toegepast. De rechtbank kan op grond van artikel 77c Sr het sanctierecht voor jeugdigen toepassen bij een verdachte die ouder is dan achttien jaar en niet ouder is dan 23 jaar, indien zij daartoe grond vindt in de persoon van de verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd.
Gelet op de rapporten van de psycholoog, psychiater en reclassering is de rechtbank van oordeel dat pedagogische beïnvloeding van de verdachte nog mogelijk is en dat hij daarbij gebaat zal zijn. Toepassing van het adolescentenstrafrecht is van belang voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte en in het belang van de maatschappij, om de verdachte er in de toekomst van te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten. De rechtbank zal dan ook toepassing geven aan het adolescentenstrafrecht.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat jeugddetentie van na 365 dagen moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan, namelijk 174 dagen, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Aan het voorwaardelijk deel van de straf zal de rechtbank de voorwaarden verbinden zoals door de reclassering geadviseerd. Het in het schriftelijk advies geadviseerde locatiegebod en het elektronisch toezicht daarop is ter terechtzitting door [naam 6] niet gehandhaafd. Deze voorwaarde zal de rechtbank dan ook niet opleggen.
Dadelijk uitvoerbaar
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechtbank dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar zijn.