ECLI:NL:RBNHO:2023:9352

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
C/15/324018 / HA ZA 22-16
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst Camping Ursemmerplas en schadevergoeding

In deze zaak heeft Limbutex een koopovereenkomst gesloten met Makkum Vastgoed voor de aankoop van Camping Ursemmerplas. Makkum Vastgoed heeft de overeenkomst ontbonden omdat Limbutex het verkochte niet tijdig heeft afgenomen. Limbutex betwist de ontbinding en vordert schadevergoeding, stellende dat Makkum Vastgoed zelf tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat Makkum Vastgoed de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. Limbutex kan hierdoor geen aanspraak maken op schadevergoeding op grond van wanprestatie. De rechtbank wijst de vorderingen van Limbutex af en heft de conservatoire beslagen op die ten laste van Makkum Vastgoed zijn gelegd. De proceskosten worden toegewezen aan Makkum Vastgoed.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/324018 / HA ZA 22-16
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
B.V. LIMBUTEX,
te Sneek,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen: Limbutex,
voormalig advocaten: mr. S.A. Roothof te Joure (onttrokken per 2 november 2022) en mr. H.A. van Beilen te Leeuwarden (onttrokken per 8 juni 2023),
tegen

1.MAKKUM VASTGOED B.V.,

te Wormerveer,
hierna te noemen: Makkum Vastgoed,
2.
VEGRAWO BEHEER B.V.,
te Wormerveer,
3.
VIGILANTE HOLDING B.V.,
te Makkum,
4.
SCHERMERHOEK B.V.,
te Makkum,
5.
SCHERMERBUITEN ONTWIKKELING B.V.,
te Makkum,
6.
URSEMMERHOF B.V.,
te Makkum,
7.
[gedaagde] ,
te Makkum,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna samen te noemen: Makkum Vastgoed c.s.,
advocaat: mr. A.P. Maes te Apeldoorn.
De zaak in het kort
Limbutex en Makkum Vastgoed hebben een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot - kort gezegd - Camping Ursemmerplas in Ursem. Mede omdat Limbutex na herhaalde verzoeken het verkochte niet heeft afgenomen, heeft Makkum Vastgoed de koopovereenkomst ontbonden. Limbutex verwijt Makkum Vastgoed dat zij ten onrechte de koopovereenkomst heeft ontbonden. Volgens Limbutex is Makkum Vastgoed zelf tekort geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en hebben zij en de overige gedaagde partijen in conventie onrechtmatig jegens haar gehandeld. Daarom vordert Limbutex schadevergoeding. Zij heeft conservatoir beslag laten leggen op percelen in eigendom van Makkum Vastgoed.
De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat Makkum Vastgoed de koopovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden. Limbutex kan hierdoor geen aanspraak maken op schadevergoeding op grond van wanprestatie. De op de koopovereenkomst gebaseerde vorderingen van Limbutex worden afgewezen. De door Limbutex gevorderde schadevergoeding wordt ook op de grondslag van onrechtmatige daad afgewezen. Verder worden in dit vonnis de ten laste van Makkum Vastgoed gelegde conservatoire beslagen opgeheven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 december 2021 met producties 1 t/m 15;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie met producties 1 t/m 76;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte wijziging/vermeerdering van eis met producties 16 en 17;
- het tussenvonnis van 13 juli 2022 waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen;
- de akte houdende overlegging producties 77 en 78 van de zijde van Makkum Vastgoed c.s.
1.2.
Op 12 juni 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Op de zitting is verschenen namens Limbutex [bestuurder] , bestuurder (hierna: [bestuurder] ). Daarnaast zijn verschenen [gedaagde] (hierna: [gedaagde] ) voor zichzelf en namens Makkum Vastgoed c.s., vergezeld van mr. Maes en [extern adviseur] , extern adviseur. Tijdens de zitting is aan de orde gekomen dat mr. Van Beilen zich als advocaat van Limbutex bij rolbericht van 8 juni 2023 heeft onttrokken. Namens Limbutex heeft [bestuurder] de rechtbank verzocht om de zaak aan te houden, zodat er een nieuwe advocaat kan worden gevonden. De rechtbank heeft dit verzoek gehonoreerd en besloten om op 8 augustus 2023 de mondelinge behandeling te vervolgen.
1.3.
Op 8 augustus 2023 heeft het vervolg van de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hieraan voorafgaand is van de zijde van Makkum Vastgoed c.s. nog een akte houdende overlegging producties 79 t/m 84 ingekomen, die naar Limbutex ( [bestuurder] ) is gemaild. Op de zitting is [bestuurder] namens Limbutex verschenen. Daarnaast is verschenen [gedaagde] voor zichzelf en namens Makkum Vastgoed c.s., vergezeld van mr. Maes.
1.4.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [bestuurder] heeft meegedeeld dat hij geen nieuwe advocaat heeft gevonden, waarna hij van de rechtbank de gelegenheid heeft gekregen zelf het woord te voeren en vragen van de rechtbank te beantwoorden. Mr. Maes heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn geworden van de processtukken.
1.5.
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank aan partijen meegedeeld dat op 27 september 2023, of zoveel eerder als mogelijk, vonnis zal volgen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is (indirect) medeaandeelhouder en medebestuurder van een groep vennootschappen. In die groep vennootschappen wordt een camping geëxploiteerd, genaamd Camping Ursemmerplas (in de stukken ook wel aangeduid als Camping Ursemmerhof). Het grootste deel van Camping Ursemmerplas behoort in eigendom toe aan Ursemmerhof B.V. Een paar kavels van Camping Ursemmerplas behoort in eigendom toe aan Makkum Vastgoed. Zowel de aandelen in Makkum Vastgoed als in Ursemmerhof B.V. worden gehouden door Vegrawo Beheer B.V. De aandelen in Vegrawo Beheer B.V. worden op hun beurt gehouden door Verderijp Beheer B.V. (een vennootschap van mevrouw [betrokkene] ) en door Vigilante Holding B.V. (een vennootschap van [gedaagde] ).
2.2.
Limbutex houdt zich bezig met de handel in en exploitatie van onroerende goederen. [bestuurder] is enig bestuurder van Limbutex.
2.3.
Limbutex en Makkum Vastgoed zijn in januari 2021 in gesprek geraakt over de verkoop van Camping Ursemmerplas aan Limbutex. Daarbij is gesproken over de verkoop door Makkum Vastgoed van alle aandelen in Ursemmerhof B.V. en de verkoop van de kavels (onroerende zaken) aan [adres] te Ursem, kadastraal bekend [kadastrale benamingen] . In dit kader heeft Limbutex aangegeven dat vanuit het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) belangstelling zou bestaan om op de camping een opvanglocatie te realiseren.
2.4.
Op 25 januari 2021 heeft Limbutex een bod van € 26.500.000 uitgebracht. Bij dit bod zijn onder meer als voorwaarden gesteld dat er sprake moest zijn van bereidheid van het COA tot het aangaan van een huurovereenkomst met Limbutex en een voor Limbutex uit te voeren due diligence.
2.5.
Op 29 januari 2021 hebben Limbutex en Makkum Vastgoed een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de aandelen in Ursemmerhof B.V. en de onder 2.3 genoemde kavels grond (hierna: de koopovereenkomst). In de koopovereenkomst is een koopsom van € 26.500.000 overeengekomen. Verder zijn Limbutex en Makkum Vastgoed overeengekomen dat uiterlijk op 31 maart 2021 (de Overdrachtsdatum) of op een nader gezamenlijk overeen te komen datum de levering aan Limbutex zou plaatsvinden. In de koopovereenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
“(..)
3.4: Verkoper verstrekt aan Koper gedurende een periode van 6 (zes) weken exclusiviteit rekenend vanaf 31 januari 2021, teneinde koper in staat te stellen een onderzoek te doen uitvoeren, dan wel een overeenkomst aan te gaan met het COA. (..)
(..)
13.1: Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen zal Koper te zijner keuze:
13.1.1
een waarborgsom ten belope van tien procent (10%) van de Koopprijs voldoen op de Kwaliteitsrekening;
13.1.2
Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van koper zal deze uiterlijk aan het einde van de in artikel 3.4 genoemde termijn een schriftelijke door een bankinstelling afgegeven bankgarantie doen stellen (..)
13.2: De Koper zal de zekerheid vermeld in artikel 13.1 uiterlijk vijf werkdagen na het verstrijken van de in artikel 3.4 genoemde termijn stellen (..).
(..)
18.2: Verkoper kan deze Koopovereenkomst ontbinden indien uiterlijk op het Overdrachtstijdstip de noodzakelijke finale goedkeuring voor de verkoop van het Verkochte van haar aandeelhouders niet verkregen wordt.
18.3: Verkoper kan deze Koopovereenkomst ontbinden indien Verkoper niet uiterlijk op het Overdrachtstijdstip een voor Verkoper conveniërende uitkomst heeft verkregen ten aanzien van het door Verkoper naar de Koper uitgevoerde Customer Due Diligence (CDD), zulks uitsluitend ten beoordeling van Verkoper.
(..)
18.5: Verkoper en Koper hebben het recht de Overeenkomst te ontbinden ingeval geen toestemming wordt verleend door het COA als bedoeld in artikel 3.4.
(..)
21.6: Wijzigingen of aanvullingen op de Overeenkomst zijn uitsluitend geldig indien deze schriftelijk tussen Partijen worden overeengekomen en vastgelegd.
(..)”
2.6.
Op 11 maart 2021 heeft Makkum Vastgoed aan Limbutex het volgende
e-mailbericht gestuurd:

Dank voor de informatie en de latere telefonische toelichting daarbij. In reactie op je mail als volgt reactie: Akkoord om de overdracht te verschuiven naar 30 april 2021 of zoveel eerder als haalbaar is. Als dit om praktische redenen of wel om de planning van de notaris enkele dagen is komen partijen daar in overleg uiteraard uit; (..)

Waarborgsom of bankgarantie gelijk aan moment van overdracht, voldoening van algehele koopsom ten tijde van levering kan m.i. dan ook volstaan (..)
Kan deze mail volstaan of wil je hier nog een getekend stuk aan ten grondslag leggen? (..)”
Op dit bericht heeft Limbutex op 12 maart 2021 als volgt geantwoord: "
Wat ons betreft kan deze mail volstaan. In overleg met de heer [bestuurder] zal ten behoeve van de koper de onderzoeken worden opgestart.”
2.7.
Op 20 april 2021 heeft Limbutex aan Makkum Vastgoed een e-mailbericht gestuurd met een notitie van haar adviseur waarin een e-mail van het COA van 10 maart 2021 is afgedrukt. In die e-mail van het COA is vermeld dat het COA geen potentie ziet in Camping Ursemmerplas als mogelijke opvanglocatie. Limbutex is vervolgens verder gegaan met haar onderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden.
2.8.
Limbutex en Makkum Vastgoed zijn vervolgens overeengekomen dat de kooprijs voor het verkochte wordt aangepast naar € 16.000.000 en dat een waarborgsom door Limbutex niet hoeft te worden gestort. Deze afspraken zijn aan de notaris bevestigd, door Makkum Vastgoed in haar e-mailbericht van 19 augustus 2021 en door Limbutex in haar e-mailbericht van 20 augustus 2021 met daarbij het verzoek aan de notaris om een concept koopovereenkomst op te stellen in het verlengde van de eerder opgestelde koopovereenkomst.
2.9.
Limbutex en Makkum Vastgoed hebben vervolgens over en weer contact gehad over een al dan niet uit te voeren audit, over het verstrekken van gegevens door Makkum Vastgoed aan Limbutex en de notaris en over diverse wijzigingen in en aanvullingen op de koopovereenkomst.
2.10.
Op 13 september 2021 heeft een bespreking tussen Limbutex ( [bestuurder] ) en Makkum Vastgoed ( [gedaagde] ) plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan heeft de adviseur van Limbutex in een e-mailbericht van 13 september 2021 kort verslag gedaan van de gemaakte afspraken. Op dezelfde dag heeft de adviseur van Makkum Vastgoed in een e-mailbericht kritisch gereageerd op een paar punten van het verslag, waarover hij opheldering wil. Makkum Vastgoed heeft zich bereid verklaard voor een fiscale opinie van een externe adviseur zorg te dragen. Vervolgens is er over en weer gecorrespondeerd.
2.11.
Op 20 september 2021 heeft een externe adviseur een opinie over de fiscale consequenties van de transactie opgesteld. Makkum Vastgoed heeft een afschrift hiervan aan Limbutex gezonden en tevens aanvullende informatie aangereikt. Vervolgens hebben Limbutex en Makkum Vastgoed over en weer gesproken over diverse wijzigingen en aanvullingen in de koopovereenkomst.
2.12.
Op 28 oktober 2021 heeft (de toenmalige gemachtigde van) Makkum Vastgoed Limbutex bij brief in gebreke gesteld en gesommeerd de koopovereenkomst van 29 januari 2021 na te komen. Makkum Vastgoed heeft Limbutex onder meer gesommeerd om binnen acht werkdagen na ontvangst van deze brief aan te geven wanneer zij het gekochte van Makkum Vastgoed zal afnemen en meegedeeld dat de levering in ieder geval binnen veertien dagen zal moeten plaatsvinden.
2.13.
Bij e-mail van 28 oktober 2021 heeft Limbutex [gedaagde] en zijn adviseur [adviseur] persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de geleden en te lijden schade en hen gesommeerd een voorlopig begroot bedrag aan schade van € 4.000.000 te voldoen binnen acht dagen.
2.14.
Op 4 november 2021 heeft Makkum Vastgoed aan Limbutex via meerdere e-mails nogmaals verzocht te bevestigen dat en wanneer het verkochte zal worden afgenomen. Daarbij heeft Makkum Vastgoed een uiterste levertermijn gesteld van veertien dagen, zodat Limbutex duidelijkheid kan verkrijgen bij de belastingdienst over de fiscale consequenties van de transactie. Makkum Vastgoed heeft daaraan de voorwaarde verbonden dat Limbutex diezelfde dag bevestigt dat de levering uiterlijk over veertien dagen zou plaatsvinden.
Limbutex heeft die bevestiging niet gestuurd.
2.15.
Bij e-mail van 8 november 2021 heeft Makkum Vastgoed aan Limbutex meegedeeld dat Limbutex niet aan de ingebrekestelling heeft voldaan en dat Makkum Vastgoed als gevolg daarvan, primair, de koopovereenkomst van 29 januari 2021 ontbindt en, subsidiair, indien en voor het geval overeenstemming moet worden geacht te zijn bereikt over aanpassingen in de koop van 29 januari 2021, ook de koopovereenkomst zoals die blijkens instructie aan de notaris van 19 augustus 2021 is bevestigd.
2.16.
Bij e-mail van 8 november 2021 heeft Limbutex de geldigheid van de ingebrekestelling betwist. Vervolgens heeft Limbutex bij e-mail van 15 november 2021 diverse wijzigingen en aanvullingen op de koopovereenkomst voorgesteld. Makkum Vastgoed heeft bij e-mail van 16 november 2021 geschreven het uitgangspunt te hanteren dat de tussen Limbutex en haar gesloten koopovereenkomst is ontbonden en dat zij geen aanleiding ziet mee te gaan in het voorstel van Limbutex.
2.17.
Op 17 november 2021 heeft Limbutex de geldigheid van de ingebrekestelling van Makkum Vastgoed en de door haar uitgebrachte ontbindingsverklaring betwist. Limbutex heeft Makkum Vastgoed verzocht om nakoming van de overeenkomst van 29 januari 2021 en de nadien overeengekomen schriftelijke wijzigingen.
Bij brief van 26 november 2021 heeft de toenmalige advocaat van Limbutex Makkum Vastgoed nogmaals verzocht de op haar rustende verplichtingen zoals onder meer vastgelegd in de e-mail van 13 september 2021, na te komen door in elk geval alle benodigde informatie voor de notaris aan te leveren.
Limbutex en Makkum Vastgoed zijn daarna niet tot een vergelijk gekomen.
2.18.
Op 19 november 2021 is een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen enerzijds Makkum Vastgoed en Ursemmerhof B.V. en anderzijds SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. met betrekking tot onder meer de verkoop van Camping Ursemmerplas. De koopovereenkomst is op 25 november 2021 in de openbare registers ingeschreven.
2.19.
Bij brieven van 20 december 2021 heeft Limbutex aan SchermerBuiten Ontwikkeling B.V., Ursemmerhof B.V., Makkum Vastgoed en hun advocaat mr. Maes bericht dat, kort gezegd, de koopovereenkomst die zij hebben gesloten betreffende Camping Ursemmerplas op grond van artikel 3:45 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt vernietigd. In de brief aan mr. Maes is daarnaast vermeld dat de brief moet worden aangemerkt als een omzettingsverklaring met het oog op verkrijgen van vervangende schadevergoeding.
2.20.
Op 15 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank op verzoek van Limbutex verlof verleend om ter verzekering van haar rechten ten laste van Makkum Vastgoed conservatoir beslag te leggen op de registergoederen aan [adres] te Ursem, kadastraal bekend gemeente Wester-Koggenland, sectie Q, nummers [kadastrale benamingen] .
Op 16 december 2021 heeft Limbutex dat beslag gelegd.
3. Het geschil
in conventie
3.1.
Limbutex vordert – samengevat en na wijziging van eis – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat Makkum Vastgoed toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van op haar rustende verplichtingen jegens Limbutex, voortvloeiend uit de koopovereenkomst van 29 januari 2021 en de daarop volgende gemaakte afspraken, en bepaalt dat zij gehouden is tot betaling van door Limbutex geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen krachtens de wet; en/of
voor recht verklaart dat Makkum Vastgoed, en/of dan wel dat gedaagden in conventie (ieder voor zich en gezamenlijk) onrechtmatig heeft/hebben gehandeld jegens Limbutex en bepaalt dat gedaagde(n) in conventie (hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander zal zijn bevrijd) gehouden zal/zullen zijn tot betaling van door Limbutex geleden schade, op te maken en te vereffenen krachtens de wet;
II. Makkum Vastgoed, dan wel gedaagden in conventie gezamenlijk (hoofdelijk en ieder voor zich) veroordeelt tot betaling van het bedrag vanwege door Limbutex gemaakte beslagkosten, conform het toepasselijke liquidatietarief en vermeerderd met de kosten vanwege griffierecht en kosten deurwaarder;
III. gedaagden in conventie (ieder voor zich en hoofdelijk voor het geheel en des dat de één betalende de anderen zullen zijn bevrijd) veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 50.000 aan Limbutex, als voorschot vanwege door Limbutex geleden schade;
IV. gedaagden in conventie (ieder voor zich en hoofdelijk, des dat de één betalende, de anderen zullen zijn bevrijd) veroordeelt in de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Limbutex legt aan haar vordering – samengevat – het volgende ten grondslag.
3.2.1.
Tussen Limbutex en Makkum Vastgoed is een overeenkomst gesloten in verband met, kort gezegd, de koop van een vakantiepark in Ursem. Makkum Vastgoed is toerekenbaar tekort geschoten in de op haar rustende verplichtingen uit de koopovereenkomst. Makkum Vastgoed heeft ten onrechte de koopovereenkomst ontbonden. De verplichting voor Limbutex om de waarborgsom te storten is uitgesteld tot de overdrachtsdatum en het niet betalen daarvan is ten onrechte door Makkum Vastgoed als grond aangevoerd om de overeenkomst te ontbinden. Ook de andere gronden voor ontbinding – ter zake van de hoogte van de koopsom en de leveringsdatum – gaan niet op. Het was juist aan Makkum Vastgoed om ‘als eerste’ te presteren en de op haar rustende verplichtingen na te komen. Makkum Vastgoed had de plicht om alle financiële en fiscale informatie die nodig was voor het opmaken van een aangepaste koopovereenkomst dan wel een leveringsovereenkomst aan de notaris te verstrekken. Ook diende zij informatie aan te leveren met het oog op een fiscaal advies, maar zij heeft dit nagelaten. Makkum Vastgoed heeft daarmee niet voldaan aan haar verplichtingen uit de koopovereenkomst en is in verzuim geraakt. Limbutex kon daardoor niet meer in verzuim geraken. In afwachting van de nakoming door Makkum Vastgoed, mocht Limbutex de op haar rustende verplichtingen opschorten.
3.2.2.
Makkum Vastgoed en de andere gedaagde partijen in conventie hebben bovendien onrechtmatig jegens Limbutex gehandeld door de onderhandelingen eenzijdig te beëindigen. Zij waren alle middellijk dan wel onmiddellijk (als bestuurder) betrokken bij de jegens Limbutex verrichte handelingen, waaronder de weigering van Makkum Vastgoed om onderhandelingen met Limbutex te voeren dan wel deze voort te zetten met het oog op de totstandkoming van een (aangepaste) overeenkomst.
Verder heeft Makkum Vastgoed c.s. onrechtmatig jegens Limbutex gehandeld door mee te werken aan een schijnovereenkomst, dan wel het welbewust frustreren van de verhaalsmogelijkheden van Limbutex. Limbutex heeft kennis genomen van de op 19 november 2021 gesloten koopovereenkomst tussen onder meer Makkum Vastgoed en SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. Op grond van deze overeenkomst is Makkum Vastgoed gehouden (nagenoeg) dezelfde goederen te leveren die zij aan Limbutex heeft verkocht. Deze rechtshandelingen missen een geldige titel en beogen geen reële of zakelijke overeenkomst. Deze zijn slechts verricht met het doel om de verhaalsmogelijkheden van Limbutex te frustreren. Ook is hierdoor willens en wetens meegewerkt aan de niet nakoming van de op Makkum Vastgoed rustende verplichtingen jegens Limbutex. Daarom heeft Limbutex op 20 december 2021 alle in dit kader verrichte rechtshandelingen vernietigd en verklaringen ter zake uitgebracht.
3.2.3.
Omdat Makkum Vastgoed heeft verklaard dat zij niet zal nakomen, is zij in verzuim ter zake van de op haar jegens Limbutex rustende verplichtingen. Makkum Vastgoed is uit hoofde van wanprestatie schadeplichtig jegens Limbutex. Ook op grond van bovengenoemd onrechtmatig handelen is Makkum Vastgoed c.s. schadeplichtig. Indien Makkum Vastgoed haar verplichtingen volgens de koopovereenkomst was nagekomen, had Limbutex het verkochte kunnen doorverkopen aan een derde voor € 20.000.000. De aldus in dit kader geleden schade (de winstmarge) laat zich voorshands derhalve in elk geval begroten op
€ 4.000.000. Omdat er door haar ook nog kosten zijn gemaakt verzoekt Limbutex de rechtbank de zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure en om in afwachting daarvan een voorschot van € 50.000 op deze kosten toe te kennen. Voor deze schade zijn gedaagde partijen in conventie hoofdelijk aansprakelijk.
Standpunt van Makkum Vastgoed c.s.
3.3.
Makkum Vastgoed c.s. stelt dat de vorderingen van Limbutex moeten worden afgewezen, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Limbutex in de kosten van deze procedure. Makkum Vastgoed c.s. voert daartoe – samengevat – het volgende aan.
3.3.1.
Makkum Vastgoed betwist dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan haar zijde. Limbutex zelf is op meerdere fronten tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Limbutex is in verzuim geraakt, waarna Makkum Vastgoed de onderhandelingen met Limbutex heeft beëindigd en de koopovereenkomst op goede gronden heeft ontbonden. Makkum Vastgoed heeft Limbutex meerdere malen gesommeerd om het verkochte af te nemen. Limbutex heeft hierop nooit eenduidig kenbaar gemaakt wanneer zij het verkochte wilde afnemen. Limbutex is op dit punt haar verplichting uit de koopovereenkomst niet nagekomen.
Van een toerekenbaar tekortschieten door Makkum Vastgoed is geen sprake. Makkum Vastgoed heeft de benodigde informatie verstrekt aan de notaris, in tegenstelling tot wat Limbutex beweert. Makkum Vastgoed heeft aan haar verplichtingen voldaan. Limbutex heeft meerdere aanpassingen in de koopovereenkomst voorgesteld, maar deze zijn niet geaccepteerd door Makkum Vastgoed, laat staan schriftelijk vastgelegd conform de koopovereenkomst. Makkum Vastgoed betwist de gestelde nadere afspraken die tijdens een bespreking op 13 september 2021 zouden zijn gemaakt. Als gevolg daarvan kan Makkum Vastgoed niet tekortschieten in deze volgens haar niet bestaande contractuele afspraak en kan Limbutex haar schadevordering daarop ook niet baseren.
3.3.2.
Verder weerspreekt Makkum Vastgoed c.s. dat zij jegens Limbutex onrechtmatig heeft gehandeld. Er waren gezien het handelen van Limbutex goede gronden om de onderhandelingen te staken. Omdat de koopovereenkomst was ontbonden, stond het Makkum Vastgoed ook vrij onderhandelingen met derden aan te gaan en een kooptransactie aan te gaan met SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. Er is geen sprake van het frustreren van een verhaalsmogelijkheid van Limbutex. De door Limbutex gestelde vernietiging van de transactie met SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. is dan ook zonder rechtsgevolg.
3.3.3.
Makkum Vastgoed c.s. betwist ook de door Limbutex gestelde schade. Limbutex heeft haar stelling dat zij het verkochte had kunnen doorverkopen aan Flow Capital B.V. met een winst van € 4.000.000, onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Makkum Vastgoed c.s. vindt dat de geschatte winst door Limbutex niet realistisch is. Tenslotte stelt Makkum Vastgoed c.s. dat Flow Capital B.V. zich tot Makkum Vastgoed heeft gewend voor het verkochte en dat zij heeft verklaard geen overeenkomst te hebben met Limbutex.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
Makkum Vastgoed vordert, voor het geval de vorderingen van Limbutex worden afgewezen, veroordeling van Limbutex tot opheffing en doorhaling van de ten laste van Makkum Vastgoed gelegde conservatoire beslagen binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 per dag voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Limbutex met die opheffing en doorhaling in gebreke blijft, met veroordeling van Limbutex in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente. Volgens Makkum Vastgoed zijn ten onrechte vorderingen jegens haar ingesteld en is daarvoor ten onrechte beslag op haar kavels gelegd, zodat die beslagen moeten te worden opgeheven. Zij heeft daar recht en belang bij.
3.5.
Limbutex stelt dat de vordering van Makkum Vastgoed moet worden afgewezen. Volgens Limbutex is zij met recht en reden overgegaan tot het leggen van beslag. Zij voert aan dat mocht haar vordering worden afgewezen (in welk geval zeer waarschijnlijk hoger beroep wordt aangetekend), dit niet per definitie meebrengt dat een conservatoir beslag wordt opgeheven. In dit kader heeft Limbutex naar diverse uitspraken verwezen, waaruit volgens haar moet worden afgeleid dat bij de beoordeling van een opheffingsvordering de wederzijdse belangen van partijen moeten worden afgewogen. Door Makkum Vastgoed is geen enkel belang gesteld waarom vooruitlopend op het (mogelijk) hoger beroep het beslag zou moeten worden doorgehaald. Limbutex stelt in dat kader dat zij wel een belang bij handhaving van het ten laste van Makkum Vastgoed B.V. gelegde beslag heeft. Zij vreest dat anders haar verhaalsmogelijkheden zullen worden gefrustreerd, dan wel ongedaan zullen worden gemaakt. In dit kader verwijst Limbutex naar de koopovereenkomst tussen Makkum Vastgoed en Schermerbuiten Ontwikkeling B.V. Dat bevestigt haar vrees voor verduistering.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.4. De beoordeling

in conventie
4.1.
Kern van het geschil betreft de vraag of Makkum Vastgoed de koopovereenkomst met Limbutex rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden met de brief van 8 november 2021. De rechtbank oordeelt dat dit het geval is. Limbutex kan hierdoor geen aanspraak maken op schadevergoeding op grond van wanprestatie. Dit leidt ertoe dat de op de koopovereenkomst gebaseerde vorderingen van Limbutex worden afgewezen. De gevorderde schadevergoeding wordt ook op de grondslag van onrechtmatige daad afgewezen. De rechtbank licht dit als volgt toe.
Wat zijn partijen overeengekomen?
4.2.
De door Makkum Vastgoed ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding is gebaseerd op de stelling dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst door Limbutex. Voor de beoordeling of sprake is van een tekortkoming is allereerst bepalend wat partijen zijn overeengekomen.
4.3.
De rechtbank overweegt dat tussen Makkum Vastgoed en Limbutex op 29 januari 2021 een koopovereenkomst is gesloten. Uit deze overeenkomst blijkt onder meer dat een koopsom van € 26.500.000 is overeengekomen en dat het verkochte uiterlijk 31 maart 2021 zou worden geleverd. Daarnaast is in de koopovereenkomst vermeld dat alle wijzigingen of aanvullingen op de koopovereenkomst uitsluitend geldig zijn indien deze schriftelijk worden overeengekomen en vastgelegd.
4.4.
Makkum Vastgoed en Limbutex zijn het erover eens dat zij in maart 2021 zijn overeengekomen dat de overdrachtsdatum zou worden uitgesteld naar 30 april 2021 en dat geen waarborgsom door Limbutex hoefde te worden gestort, omdat met voldoening van de algehele koopsom op de overdrachtsdatum kon worden volstaan.
Niet in geschil is verder dat is overeengekomen dat de koopsom is aangepast naar € 16.000.000. Deze wijzigingen in de koopovereenkomst hebben Limbutex en Makkum Vastgoed in hun instructies aan de notaris per e-mail van 18 en 19 augustus 2021 bevestigd.
4.5.
Limbutex doet een beroep op nadere mondelinge afspraken die zouden zijn gemaakt tijdens een bespreking op 13 september 2021. Deze afspraken zijn door Makkum Vastgoed betwist. Omdat de door Limbutex beoogde wijzigingen van of aanvullingen op de koopovereenkomst niet schriftelijk zijn overeengekomen en vastgelegd, zijn zij daarmee niet geldig volgens de koopovereenkomst (zie artikel 21.6). De rechtbank gaat daarom bij de beoordeling uitsluitend uit van bovengenoemde koopovereenkomst en de gemaakte nadere afspraken met betrekking tot de leveringsdatum, de verlaging van de koopsom en de betaling van de waarborgsom.
Is er sprake van een tekortkoming?
4.6.
Makkum Vastgoed heeft zich blijkens haar brief van 8 november 2021, waarin de buitengerechtelijke ontbinding wordt ingeroepen, en de daaraan voorafgaande ingebrekestelling van 28 oktober 2021 op het standpunt gesteld dat de tekortkomingen van Limbutex bestaan uit het niet betalen van de waarborgsom en de overeengekomen koopsom van € 26.500.000 én het niet tijdig afnemen van het verkochte.
4.7.
Limbutex heeft naar het oordeel van de rechtbank terecht aangevoerd dat de tekortkoming niet gelegen kan zijn in het niet voldoen van de waarborgsom en de koopsom van € 26.500.000. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen moet namelijk als vaststaand worden aangenomen dat Limbutex en Makkum Vastgoed overeenstemming hebben bereikt over aanpassing van de koopovereenkomst op deze punten. Deze overeenstemming hield in dat de koopsom zou worden verlaagd naar zestien miljoen euro en dat er geen aanbetaling hoefde te worden gedaan, omdat er op korte termijn zou worden afgenomen.
4.8.
De tekortkoming aan de zijde van Limbutex met betrekking tot het niet tijdig afnemen van het verkochte is wél komen vast te staan. Limbutex heeft de nader overeengekomen overdrachtsdatum van 30 april 2021 voorbij laten gaan. Hoewel Limbutex en Makkum Vastgoed daarna veelvuldig met elkaar in overleg zijn getreden en discussies hebben gevoerd over verschillende onderwerpen aangaande de transactie, zijn er geen nieuwe, schriftelijk vastgelegde afspraken over de leveringsdatum gemaakt. Makkum Vastgoed heeft Limbutex bij de ingebrekestelling van 28 oktober 2021 verzocht aan te geven wanneer Limbutex het gekochte van Makkum Vastgoed zou gaan afnemen. Limbutex heeft daarop geen concrete datum genoemd. Op 4 november 2021 heeft Makkum Vastgoed haar verzoek herhaald. Daarbij heeft zij Limbutex nog een termijn van veertien dagen gegund voor de levering, zodat Limbutex die termijn zou kunnen gebruiken om duidelijkheid te verkrijgen bij de belastingdienst over de fiscale consequenties van de transactie. Makkum Vastgoed had daaraan wel de voorwaarde verbonden dat Limbutex uiterlijk diezelfde dag een bevestiging zou sturen dat het verkochte uiterlijk na veertien dagen zou worden afgenomen. Die bevestiging is uitgebleven.
De rechtbank stelt vast dat Limbutex het verkochte dus niet tijdig heeft afgenomen. Daarmee is komen vast te staan dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van Limbutex.
Mocht Makkum Vastgoed de koopovereenkomst ontbinden?
4.9.
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor vastgestelde tekortkoming de ontbinding van de koopovereenkomst door Makkum Vastgoed op 8 november 2021 rechtvaardigt. Daarvoor is het volgende belang. Limbutex heeft nagelaten het verkochte tijdig af te nemen. Er is (dus) sprake van een ernstige tekortkoming aan de zijde van Limbutex. Limbutex heeft verder geen feiten of omstandigheden aangevoerd die tot het oordeel zouden moeten leiden dat de tekortkoming niet van voldoende gewicht is om ontbinding van de koopovereenkomst te rechtvaardigen.
4.10.
Uit de wet volgt dat de bevoegdheid tot ontbinding pas ontstaat wanneer de schuldenaar in verzuim is, voor zover de nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is. [1] De rechtbank is van oordeel dat Limbutex in verzuim is gekomen. Zij legt hierna uit waarom dat zo is.
4.11.
Limbutex heeft aangevoerd dat Makkum Vastgoed als eerste in verzuim was met het nakomen van haar verplichtingen en dat Limbutex daarom zelf niet in verzuim kan zijn. Daarbij heeft Limbutex onder meer erop gewezen dat Makkum Vastgoed heeft nagelaten de benodigde informatie te verstrekken aan de notaris voor het opmaken van een aangepaste koopovereenkomst dan wel een leveringsovereenkomst en met het oog op het verkrijgen van een fiscaal advies. Makkum Vastgoed betwist dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
4.12.
De rechtbank verwerpt het betoog van Limbutex en licht dit als volgt toe. Zoals hiervoor onder 4.5 overwogen, bestond er voor Makkum Vastgoed geen aanvullende verplichting tegenover Limbutex. Maar ook als dat wel het geval was geweest en Makkum Vastgoed niet zou hebben voldaan aan deze verplichtingen, blijkt niet dat Makkum Vastgoed in verzuim is gekomen. Vast staat dat Limbutex Makkum Vastgoed (pas) op 26 november 2021 in gebreke heeft gesteld en heeft gesommeerd om binnen de daarvoor gestelde termijn de voor de overdracht benodigde gegevens aan te leveren. De eerdere brieven van Limbutex van 28 oktober 2021 en 17 november 2021 bevatten een dergelijke sommatie met termijn voor het intreden van verzuim niet. Ten tijde van de door Limbutex uitgebrachte sommatie was dus de overeengekomen leveringsdatum verstreken, alsook de redelijke termijn die Makkum Vastgoed later nog had gegeven voor nakoming. Daarmee is Limbutex dus (als eerste) in verzuim gekomen en niet Makkum Vastgoed. Naar het oordeel van de rechtbank was Limbutex in het licht van het voorgaande dan ook niet bevoegd de nakoming van haar verplichting op te schorten. Voor een geslaagd beroep op opschorting is onder meer vereist dat Limbutex een opeisbare vordering heeft op Makkum Vastgoed en dat tussen de vordering en de verbintenis voldoende samenhang bestaat om de opschorting te rechtvaardigen. [2] Deze situatie doet zich hier niet voor.
4.13.
Makkum Vastgoed mocht dus tot ontbinding overgaan.
Waar leidt dit toe?
4.14.
De conclusie is dat Makkum Vastgoed de koopovereenkomst (en de eerdergenoemde nadere afspraken over het leveringstijdstip, de verlaagde koopsom en de waarborgsom) rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden bij brief van 8 november 2021. Limbutex kan door de rechtsgeldige ontbinding geen aanspraak meer maken op de nakoming van de koopovereenkomst (voor zover zij dat nog zou willen) en evenmin op schadevergoeding op grond van wanprestatie. Dit leidt ertoe dat vorderingen van Limbutex, voor zover gebaseerd op de koopovereenkomst en de daaraan gelieerde afspraken, worden afgewezen.
Onrechtmatige daad4.15. Voor zover Limbutex de vorderingen grondt op onrechtmatige daad, worden deze ook afgewezen. Dit licht de rechtbank als volgt toe.
4.16.
Dat Makkum Vastgoed de onderhandelingen met Limbutex op een gegeven moment heeft gestaakt levert, gegeven de omstandigheden van dit geval, geen onrechtmatig handelen jegens Limbutex op. Daarbij is van belang dat sprake was van zeer moeizame discussies tussen Makkum Vastgoed en Limbutex over steeds weer nieuwe onderwerpen met betrekking tot de transactie, die nergens toe leidden. Dit terwijl er al een volmaakte koopovereenkomst lag die in combinatie met de eerdergenoemde nadere afspraken kon worden nagekomen. Zoals hiervoor is overwogen, bleef Limbutex daarbij in gebreke en mocht Makkum Vastgoed om die reden tot ontbinding overgaan. Aan de enkele, niet onderbouwde, stelling van Limbutex dat alle gedaagde partijen in conventie willens en wetens en welbewust hebben meegewerkt aan de niet nakoming van de op Makkum Vastgoed rustende verplichtingen jegens Limbutex gaat de rechtbank voorbij.
4.17.
Verder heeft Makkum Vastgoed terecht aangevoerd dat het haar vrijstond om na de ontbinding van de koopovereenkomst met Limbutex onderhandelingen met derden aan te gaan over de verkoop van Camping Ursemmerplas en ook om een koopovereenkomst te sluiten met SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. Dit handelen acht de rechtbank niet onrechtmatig jegens Limbutex. Limbutex heeft ook op geen enkele manier onderbouwd dat die koopovereenkomst met SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. al is gesloten voordat de koopovereenkomst met Limbutex was ontbonden. Ook de stelling van Limbutex dat sprake is van een schijnovereenkomst en van het frustreren van haar verhaalsmogelijkheden mist een deugdelijke onderbouwing. De rechtbank volgt Makkum Vastgoed dan ook in haar betoog dat de door Limbutex gestelde vernietiging van de transactie met SchermerBuiten Ontwikkeling B.V. op grond van artikel 3:45 BW zonder rechtsgevolg is.
Afwijzing vorderingen en proceskosten
4.18.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van Limbutex worden afgewezen. De overige weren van Makkum Vastgoed c.s. behoeven geen bespreking.
4.19. Limbutex is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Daarbij is rekening gehouden met de aanhouding van de zaak op 12 juni 2023 (op verzoek van Limbutex) en het vervolg van de mondelinge behandeling op 8 augustus 2023. De rechtbank hanteert voor het salaris advocaat het liquidatietarief dat past bij het geldelijk belang van deze zaak, te weten een schadebedrag van minimaal vier miljoen euro. Op basis daarvan is ook de hoogte van het griffierecht door de griffier berekend.
De proceskosten aan de zijde van Makkum Vastgoed c.s. worden tot de datum van dit vonnis daarom als volgt vastgesteld:
- griffierecht van € 8.519,00
- salaris advocaat
€ 10.617,50(2,5 punten x tarief VIII van € 4.247);
- totaal € 19.136,50.
4.20.
De rechtbank zal de kostenveroordeling, zoals gevorderd, vermeerderen met de onbetwist gebleven wettelijke rente, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
in (voorwaardelijke) reconventie
4.21.
De voorwaarde waaronder de vordering in reconventie is ingesteld is vervuld, zodat op die vordering een beslissing moet worden gegeven.
4.22.
Makkum Vastgoed vordert veroordeling van Limbutex tot opheffing en doorhaling van het ten laste van Makkum Vastgoed gelegde conservatoir beslag binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 per dag voor ieder dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Limbutex met die opheffing en doorhaling in gebreke blijft, kosten rechtens, met bepaling dat wettelijke rente verschuldigd is over de proceskostenveroordeling indien deze niet binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis is voldaan.
4.23.
Makkum Vastgoed stelt zich op het standpunt dat Limbutex geen vordering op haar heeft en dat om die reden de ten laste van haar gelegde conservatoire beslagen moeten worden opgeheven. Ter zitting heeft Makkum Vastgoed nader toegelicht waarom haar belang bij opheffing van het beslag op haar kavels dient te prevaleren boven het belang van Limbutex bij handhaving van het beslag. In dat kader heeft zij aangegeven dat de ten laste van haar gelegde beslagen de verdere ontwikkeling van het park en de verkoop van de betreffende kavels al ruim 1,5 jaar in de weg staan en dat de schade als gevolg daarvan al is opgelopen tot ruim € 650.000, wat onredelijk bezwarend is voor haar.
4.24.
De opheffing van een conservatoir beslag kan op grond van artikel 705 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering onder meer worden bevolen, als summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag. Het ligt op de weg van degene die opheffing van een conservatoir beslag vordert, in dit geval Makkum Vastgoed, om aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gestelde vordering ondeugdelijk is. Uit wat hiervoor in conventie is geoordeeld, blijkt (meer dan summierlijk) dat de door Limbutex ingestelde vordering waarvoor het beslag is gelegd, ondeugdelijk is. De belangenafweging valt dan ook in het voordeel van Makkum Vastgoed uit.
Dit leidt ertoe dat de rechtbank de opheffingsvordering zal toewijzen, aldus dat zij zelf tot opheffing van de ten laste van Makkum Vastgoed gelegde conservatoire beslagen zal overgaan.
4.25.
De - onweersproken - vordering tot doorhaling van het beslag door Limbutex op straffe van verbeurte van een dwangsom zal de rechtbank eveneens toewijzen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld. De op te leggen dwangsom zal wel worden beperkt en gemaximeerd. Reden daarvoor is dat Makkum Vastgoed zo nodig ook zelf met het vonnis het beslag kan laten doorhalen in het register van het Kadaster.
Proceskosten
4.26.
Limbutex zal ook in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de samenhang met de zaak in conventie, worden de proceskosten aan de zijde van Makkum Vastgoed vastgesteld op € 598,00 (2 punten x factor 0,5 x tarief II van € 598,00).
De rechtbank zal ook hier de kostenveroordeling, zoals gevorderd, vermeerderen met de onbetwist gebleven wettelijke rente, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Limbutex af,
5.2.
veroordeelt Limbutex in de proceskosten, aan de zijde van Makkum Vastgoed c.s. tot dit vonnis vastgesteld op € 19.136,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
heft op de door Limbutex ten laste van Makkum Vastgoed gelegde conservatoire beslagen,
5.5.
veroordeelt Limbutex om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, al het nodige te doen om de onder 5.4 opgeheven beslagen in de openbare registers te doen doorhalen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij daarmee in gebreke blijft, zulks tot een maximum van € 40.000,00,
5.6.
veroordeelt Limbutex in de proceskosten, aan de zijde van Makkum Vastgoed tot dit vonnis vastgesteld op € 598,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, mr. A.C. Haverkate en mr. C.N. Tang en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.

Voetnoten

1.Artikel 6:265 lid 2 BW.
2.Artikel 6:52 lid 1 BW.