In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Omring, eiseres, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder. Eiseres heeft een terminaal zieke werkneemster, die vervroegd een IVA-uitkering ontving, ontslagen binnen de ziekteperiode van twee jaar. Eiseres heeft een transitievergoeding van € 25.000,00 aan de werkneemster betaald en verzocht om compensatie van deze vergoeding bij het Uwv. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, omdat het ontslag heeft plaatsgevonden voordat de wettelijke termijn van twee jaar ziekte was verstreken. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van de wettelijke regeling wordt afgeweken. De rechtbank stelt vast dat de wetgeving vereist dat de werknemer ten minste twee jaar ziek moet zijn geweest voordat recht op compensatie bestaat. Eiseres heeft aangevoerd dat het in stand houden van de arbeidsovereenkomst niet in het belang van de werknemer was, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen reden is om de wet te negeren. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen schadevergoeding en het griffierecht wordt niet teruggegeven.