ECLI:NL:RBNHO:2023:9248

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
10521413 \ WM VERZ 23-369
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 14 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de verklaringen van de verbalisant, die had waargenomen dat betrokkene tijdens het fietsen een telefoon vasthield. Betrokkene ontkende deze gedraging en stelde dat hij een zwarte portefeuille vasthield. De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende had gemotiveerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter benadrukte dat het verboden is om een mobiele telefoon vast te houden tijdens het rijden, ongeacht of er gebeld wordt.

Betrokkene voerde aan dat anderen zich ook schuldig maakten aan dezelfde gedraging, maar de kantonrechter stelde dat dit irrelevant was voor de beoordeling van de zaak. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete in stand blijft. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10521413 \ WM VERZ 23-369
CJIB-nummer : 247220360
Uitspraakdatum : 26 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene ontkent de gedraging en stelt dat hij een zwarte portefeuille vast had en geen telefoon.
Betrokkene heeft tevens aangevoerd dat de motivering in de beslissing van de officier van justitie niet ingaat op de verweren die betrokkene in zijn beroepschrift heeft aangevoerd. De officier van justitie dient op een beroep een (juist) gemotiveerde beslissing te geven. In dit geval is de kantonrechter van oordeel dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd. De officier van justitie overweegt in zijn beslissing dat hij doorslaggevende betekenis toekent aan de waarneming van de verbalisant. Vervolgens overweegt de officier van justitie dat er verder geen redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van de beschikking. De officier van justitie concludeert daarmee dat de door betrokkene aangevoerde verweren geen of onvoldoende reden geven om de beschikking te vernietigen of het boetebedrag te verlagen. Het verwerpen van alle door betrokkene aangevoerde omstandigheden ligt hierin besloten. De kantonrechter bepaalt dat een juiste motivering niet behelst dat afzonderlijk op ieder door betrokkene aangevoerd verweer of omstandigheid wordt ingegaan. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen.
In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende:
“Ik zag dat de bestuurder tijdens het rijden een Samsung met de linkerhand vasthield. Ik zag namelijk dat ik verbalisant zag dat de betrokkene tijdens het fietsen zijn telefoon vasthield in zijn linker hand. (…) Verklaring betrokkene: Ik kreeg een appje en ik stond stil en keek hem na. Toen het licht op groen ging begon ik te fietsen.”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat betrokkene een telefoon vasthield tijdens het fietsen. Tijdens de staandehouding heeft betrokkene niets gezegd over een zwarte portefeuille. Het is de bestuurder van een voertuig verboden om tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden, ongeacht of met het toestel wordt gebeld. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene heeft ten slotte aangegeven dat meerdere personen zich schuldig maakten aan dezelfde gedraging als die betrokkene wordt verweten. De kantonrechter overweegt dat iedere weggebruiker die zich niet aan de verkeersregels houdt het risico loopt om bekeurd te worden. Het is daarom niet relevant of meerdere personen al dan niet zijn bekeurd voor dezelfde gedraging.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: