Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het parkeren van een voertuig op een parkeerplaats voor vergunninghouders, in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 14 juli 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan. Betrokkene ontkende de gedraging, omdat zij in het bezit was van een parkeervergunning voor de betreffende locatie. De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. Dit oordeel is gebaseerd op een proces-verbaal van de verbalisant, waarin werd verklaard dat de beschikking niet bekend was in het systeem van de gemeente Dijk en Waard.
Aangezien de gedraging niet vaststaat, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep is gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, evenals de beslissing van de officier van justitie, zijn vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan haar moet terugbetalen. De uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.