ECLI:NL:RBNHO:2023:9239

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
10521458 \ WM VERZ 23-375
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor niet-verzekeren van bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 14 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak vervolgens beoordeeld en geconcludeerd dat de gedraging vaststond, aangezien het voertuig op 22 september 2021 niet verzekerd was. Betrokkene had het voertuig pas per 27 september 2021 laten schorsen, wat niet tijdig was. De kantonrechter oordeelde dat de onduidelijkheid over de omstandigheden voor rekening van betrokkene kwam, en dat hij verantwoordelijk was voor het op de hoogte zijn van de verplichtingen die verbonden zijn aan de tenaamstelling van een kenteken. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de opgelegde boete in stand bleef. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10521458 \ WM VERZ 23-375
CJIB-nummer : 245399042
Uitspraakdatum : 26 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op 22 september 2021 inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een boete kon worden opgelegd. Uit de gegevens in het dossier blijkt dat betrokkene uit eigen beweging het voertuig per 27 september 2021 alsnog heeft laten schorsen. De door betrokkene schriftelijk aangevoerde omstandigheden zijn onvoldoende duidelijk. Omdat betrokkene niet op de zitting is verschenen voor het geven van een nadere toelichting, komt de onduidelijkheid voor rekening van betrokkene. Dat betrokkene niet tijdig heeft geschorst, komt voor zijn rekening en risico, omdat het aan betrokkene is om zich op de hoogte te stellen van de verplichtingen die zijn verbonden aan de tenaamstelling van een kenteken. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: